Publiekrechtelijk
- Publiekrechtelijk
Vervoerregio Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Vervoerregio AmsterdamRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:7 maart 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Vervoerregio Amsterdam heeft als doel het, door samenwerking van gemeenten, oplossen van regionale problemen en benutten van regionale kansen in de regio Amsterdam.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het AB/DB.
De wethouder van Amsterdam is voorzitter van het DB en tevens voorzitter van de Regioraad
Stemverhouding: 11,3%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Kabinet valt
Met de val van het kabinet ontstaat er onzekerheid over de gemaakte afspraken met het Rijk. Of dit ook effect heeft op de beoogde 10% korting op de BDU is onzeker. De val van het kabinet biedt ook kansen. Op dit moment wordt slechts 1,2% van het BBP aan infrastructuur gespendeerd, daarmee bungelen we onderaan het Europese gemiddelde. Een nieuw kabinet biedt kansen om dit niveau op te krikken.
Bezuinigingen Rijk
Ook de Vervoerregio krijgt te maken met bezuinigingen vanuit het Rijk. Dit zijn:
- 10% korting door het Rijk opgelegd vanaf 2026
Het nieuwe kabinet wil € 110 mln. bezuinigen op het openbaar vervoer in de Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Voor de Vervoerregio Amsterdam betekent dit een bezuiniging van € 51 miljoen. Het bestuur van de Vervoerregio Amsterdam dringt er bij het kabinet op aan om de bezuiniging terug te draaien.
- Herijken studenten OV, korting € 10 mln. vanaf 2026
Parallel loopt de aanpassing van de vergoeding die onze vervoerders krijgen voor de ov- studentenkaart. Die aanpassing volgt waarschijnlijk al in 2025 en is het gevolg van de laatste meting die laat zien dat studenten minder gebruik maken van het openbaar vervoer. Naar alle waarschijnlijkheid gaat het voor de vervoerders van de Vervoerregio om een vermindering van € 10 mln. per jaar
Indien de Vervoerregio de vervoerders compenseert voor de ov-studentenkaart betekent het voor de Vervoerregio een versobering van in totaal ongeveer € 62 mln. per jaar. De extra middelen uit de motie Bikker zullen hierdoor grotendeels verdampen. Op maandag 23 juni maakten de Vervoerregio's gezamenlijk bezwaar.
Motie Bikker
De Tweede Kamer heeft op 21 september 2023 de motie Bikker aangenomen, waarin structureel € 300 mln. beschikbaar wordt gesteld voor het regionale openbaar vervoer. Het doel van dit geld is het voorkomen van verschraling van het ov, waaronder het voorkomen van de tariefstijging van 11,72% die in 2024 doorgevoerd zou moeten worden.
De Vervoerregio ontvangt vanuit de motie Bikker structureel € 85 mln. per jaar. Een deel hiervan gaat naar het structureel voorkomen van de tariefstijging 2024, de rest gaat in de periode 2024-2026 door middel van een maatregelpakket naar het voorkomen van verschraling van het ov. Het maatregelenpakket is in 2024 door de Regioraad vastgesteld. Vanuit de motie Bikker zijn nog steeds gelden beschikbaar. Gemeenten kunnen aanspraak hierop maken met de voorwaarden dat het geld uiterlijk in december 2026 is besteed.
Problemen EBS
- Uitval
Eind 2023 startte er een nieuwe concessie. Vanaf dat moment zijn er veel problemen (rituitval, bussen die niet rijden) met EBS. Dit komt door een te lage laadcapaciteit als gevolg van software problemen. Hierdoor is er maar één laadpunt beschikbaar is. Elektrische bussen zijn hierdoor te weinig inzetbaar. Dit is niet op te vangen door dieselbussen.
EBS deelt maandelijks rapportages over uitval. Dit geeft een wisselend beeld qua beschikbaarheid.
- De rituitval schommelt met de maanden maar over het algemeen zien we een dalende trend naar beneden. In de laatste rapportage over de maanden februari/maart was de totale rituitval gemiddeld 1,5%.
- Personeelstekort
De Vervoerregio heeft in 2024 een onderzoek laten doen naar de oorzaken van het personeelstekort onder buschauffeurs. De aanbevelingen uit het rapport worden de Vervoerregio opgepakt. EBS neemt nog steeds nieuw personeel aan en het aantal chauffeurs neemt langzaam toe.
Regionaal Deelmobiliteitssysteem
De vervoerregio wil vanaf 2026/2027 een regionaal deelmobiliteitssysteem introduceren voor alle 14 gemeenten die binnen de VRA vallen. Dat betekent dat er net als bij het busvervoer één systeem komt voor alle regio's en waar de Vervoerregio voor aan de lat staat. Op donderdag 26 juni presenteerde de Vervoerregio haar plannen aan de Zaanse raad. Het systeem vereist vergaande harmonisatie. Zo zal elke gemeente de APV moeten aanpassen naar het model van de VRA en overige afspraken implementeren. Door dit verstrekkende karakter wordt het systeem pas van kracht na formele instemming van alle gemeentelijke raden.
Risicoprofiel
Er is sprake van profiel middel.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
In 2024 zijn binnen het programma Verkeer en Vervoer € 32,8 miljoen minder lasten gemaakt (onderbesteding) en € 7,0 miljoen meer baten gerealiseerd dan oorspronkelijk begroot. Daarnaast waren de rentelasten bij de Algemene dekkingsmiddelen € 0,7 miljoen lager dan verwacht, en viel een beschikking € 0,8 miljoen hoger uit dan waarmee rekening was gehouden. Ook bij de overhead zijn € 0,1 miljoen meer baten gerealiseerd dan begroot. In totaal leidt dit in 2024 tot een positief saldo van € 41,4 miljoen.
Rechtmatigheidsverantwoording
Het dagelijks bestuur van de VRA stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen bedrag € € 1.989.966 bedraagt. Dit is lager dan de daarvoor gestelde grens van € 10.696.940. Van de niet rechtmatig tot stand gekomen verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties is volgens het dagelijks bestuur van VRA overigens een bedrag van € 1.977.966 acceptabel op basis van door de regioraad vastgestelde afspraken
Begroting 2026-2029
De begroting en het UPM bouwen verder op eerdere begrotingen, de ingezette lijn wordt doorgezet en constant beleid is geborgd. Vanaf 2026 gaat de Vervoerregio uit van een structurele bijdrage van € 599 miljoen per jaar. Jaarlijks is er ook sprake van de indexatie van de rijksbijdrage Brede Doeluitkering Verkeer & Vervoer (BDU). De 10% korting op de BDU is echter nog niet van de baan en creëert een grote mate van onzekerheid voor de begroting. In de meerjarenbegroting 2026 zijn de volgende zaken verwerkt:
- De ophoging van de budgetten naar prijspeil 2025 voor de indexatie van de BDU. Voor de begroting is deze ingeschat op 3,8%. Dit percentage is inclusief een correctie op prijspeil 2024 (0,0456%) +/- € 22 miljoen per jaar;
- Het opnemen van budgetten die uit 2024 zijn doorgeschoven naar latere jaren om de verplichtingen voor lopende projecten te kunnen voldoen
- Extra budget in 2026 – 2029 voor de volgende intensiveringen uit de kadernota 2026;
- Voor het intensiveren van het OV, gezien de groei de komende jaren, is vanaf 2027 een bedrag van € 3 miljoen extra opgenomen. Met een jaarlijkse toename van dit bedrag met € 3 miljoen.
- Een tariefmaatregel in 2026 en het voortzetten van de compensatie voor de verminderde bijdrage voor het studenten ov reisproduct, ieder voor 10 miljoen euro per jaar vanaf 2027. In 2026 zitten beide maatregelen in het reeds vastgestelde maatregelenpakket Bikker.
- Voorziene stijging bij het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit (UPM) in het kader van nieuwe mobiliteitsprojecten in de komende 10 jaar, 15 miljoen per jaar.
- Regionale aanpak van deelmobiliteit: implementatiebudget in 2026 € 0,7 miljoen, realisatiebudget in 2027 € 1 miljoen en de jaren daarna jaarlijks € 8 miljoen
De top10 grootste projecten, die in 2026 tot uitgaven komen zijn:
- Aanpak Verkeersdruk Thorbeckeweg - N516 – AVANT
- Multimodale Knoop Schiphol
- Zuidasdok OV-Terminal en no-regret maatregel verlenging Noord/Zuidlijn
- HOV Sloterdijk-Amsterdam CS
- Verlengen IJtram 1e fase Strandeiland
- Herinrichting Middenweg/Linnaeusstraat
- HOV Schiphol Rijk - Schiphol Oost zuidelijk deel
- Oranje Loper Amsterdam
- Guisweg Zaanstad - planuitwerkingsfase
- Fietsenstalling Zaandam Oostzijde Jaarlijks brengen we verslag uit over de voortgang
Risico's en beheersmaatregelen
- Nieuw kabinet/regeerakkoord
Nu het kabinet Schoof ruim een half jaar onderweg is, worden politieke keuzes duidelijk. Tel daarbij op de ontwikkelingen op wereldtoneel en we weten welke onzekerheden op ons afkomen.
Er zijn forse bezuinigingen op het ambtenarenapparaat in het regeerakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB ingeboekt. De vier partijen zijn van plan structureel 22% minder uit te geven aan het ambtelijk apparaat, wat betekent dat er flink minder ambtenaren zullen zijn.
De nieuwe coalitie wil de specifieke uitkeringen overhevelen naar het gemeentefonds, maar past wel een budgetkorting van 10% toe. De overheveling naar het gemeentefonds is afgewend, de budgetkorting hangt nog boven de markt.
Door uitspraken van de Amerikaanse president Trump over mogelijke vredesonderhandelingen met Rusland, staan de oorlog in Oekraïne en de toekomst van het land opnieuw hoog op de Europese politieke agenda. Veel partijen maken zich zorgen over mogelijke Russische agressie en willen dat er meer geïnvesteerd wordt in de eigen verdediging. Verschillende lidstaten van de EU maken de keuze de defensie uitgaven te verhogen en in lijn te brengen met de NAVO-norm.
- OV-schaalsprong
Het westelijke en zuidwestelijke deel van de Vervoerregio kent grote mobiliteitsopgaven. Er is een groeiende behoefte aan snelle OV-verbindingen met name naar de plekken waar wonen, werk en onderwijs zich concentreren. Daarnaast is sprake van grootschalige gebiedsontwikkeling in Amsterdam en Haarlemmermeer, waarmee in een belangrijke nationale en regionale woningbouwbehoefte wordt voorzien. Met schaalspronginvesteringen, zoals de OV-verbindingen Amsterdam-Haarlemmermeer (OVAH) (verlenging Noord/Zuidlijn) en Sloterdijk-Amsterdam Centrum (OVSA) (onder andere Ringlijn) wordt het mogelijk om meer regionale, nationale en internationale verbindingen te leggen. Het zijn bouwstenen om de beleidsambities van de Vervoerregio op het gebied van een bereikbare regio en duurzame en inclusieve mobiliteit te realiseren. Stagnatie van deze projecten – of een terugtrekkende beweging van het rijk - raakt ook andere ambities, zoals aanpassingen op station Amsterdam CS.
- Klimaat
We zullen moeten leven met de effecten van klimaatverandering. We verwachten meer stortregens, zwaardere stormen en lange drogere en hete perioden. Nederland is extra kwetsbaar voor overstromingen omdat ons land voor een groot deel onder de zeespiegel ligt. Ook de infrastructuur van het openbaar vervoer is kwetsbaar. Metro’s rijden op taluds die kunnen verdrogen en tunnels kunnen onderlopen bij extreme regenval. Het huidige vervoersysteem is hier niet goed op ingesteld. Klimaatrisico’s zijn bijvoorbeeld niet benoemd of beprijsd in de overeenkomsten met GVB. De effecten van klimaatverandering staan steeds prominenter op ons netvlies. Bij de herijking van contracten of nieuwe projecten houdt de Vervoerregio inmiddels rekening met de effecten en kosten van klimaatverandering. Dit is nu bijvoorbeeld al een serieus aandachtspunt in de MIRT-verkenningen voor de OV-verbindingen Amsterdam-Haarlemmermeer en Sloterdijk-Amsterdam Centrum
- Risicodragend opdrachtgeverschap
Onderdeel van de nieuwe governance-afspraken tussen de gemeente Amsterdam, GVB en de Vervoerregio is het overdragen van het opdrachtgeverschap voor het werkend vervoersysteem naar de Vervoerregio. Met ingang van 1 januari 2022 zijn hiertoe nieuwe overeenkomsten afgesloten. Een belangrijke overeenkomst is die voor het assetmanagement railinfrastructuur (AMRI) tussen de opdrachtgever Vervoerregio en opdrachtnemer GVB. Beide partijen moeten vertrouwd raken met hun nieuwe rol en de organisaties en processen daarop inregelen. Concreet betekent dit: zicht krijgen op het meerjarig onderhoud & vervangingsprogramma, kritieke prestatie-indicatoren en risico-inventarisatie. De groei naar excellent opdrachtgeverschap is een speerpunt van de Vervoerregio.
- Transitie naar elektrische bussen
De Vervoerregio zet de laatste stappen in de transitie naar elektrisch vervoer. Dit gaat met name om investeringen in elektrische bussen en laadinfrastructuur. Dit draagt bij aan de doelstelling om vanaf 2025 een volledig elektrische busvloot te hebben. Onzekerheid in de levering van onderdelen in de keten zorgt voor vertraging en/of afstel van deze plannen.
- Inbestedingen (GVB)
De Vervoerregio sluit een nieuwe concessie af voor het Amsterdamse werkgebied. De concessie wordt, net als in 2012, niet aanbesteed maar inbesteed. Opdrachtnemer is GVB. Het afsluiten van een concessie is complex. Hierin worden afspraken vastgelegd die meer dan tien jaar beslaan en over de hele looptijd maximaal moeten bijdragen aan een goed werkend vervoersysteem. We hebben gezien dat verlenging van de huidige concessie met maximaal twee jaar nodig was. GVB heeft een tweede kans gekregen om tot een verbeterde bieding te komen. Het doel is dat de aangepaste bieding in mei 2025 wordt ingediend en dat de concessie – bij voldoen aan de eisen – wordt gegund in juli 2025.
Om de concessie goed te ontwerpen en in te regelen werkt de Vervoerregio nauw samen met GVB om te zorgen dat de risico’s en ontwerpvraagstukken goed in beeld zijn. Problemen of issues worden direct geadresseerd en waar nodig geëscaleerd. Door intensief samen te werken, groeit het onderling vertrouwen en daarmee de kans van slagen.
- AMRI: kunstwerken
Groot onderhoud aan kunstwerken in het metro-netwerk, zoals bruggen, viaducten en fly-overs, kost meer geld dan de betrokken partijen kunnen dragen. Vooralsnog zijn er geen signalen dat dergelijk onderhoud ophanden is.
In de overeenkomst ‘beheer metro- en traminfrastructuur’ is vastgelegd dat de gemeente Amsterdam het beheer en onderhoud van het areaal bekostigt dat niet behoort tot de Wet lokaal spoor (Wls). Het gaat hoofdzakelijk om de metrostations. Daarbij geldt dat de demarcatie tussen het Wls-deel en het niet-Wls-deel wel is verkend maar nog moet worden aangebracht. De eerste verkenning naar de kosten van het beheer en onderhoud van het niet-Wls-deel uit 2022 kwam uit op een bedrag van € 23,0 miljoen per jaar. Dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over de demarcatie doet overigens niets af aan de afspraak dat de gemeente het beheer en onderhoud van het niet-Wls-deel dient te bekostigen.
- Stabiliteit & slagkracht vervoerbedrijven
De Vervoerregio is opdrachtgever voor het openbaar vervoer binnen haar grondgebied. En daarbij afhankelijk van de performance van de vervoerbedrijven. Dat bewijzen de volgende voorbeelden.
Sinds EBS eind 2022 het busvervoer in onder andere Zaanstreek-Waterland heeft overgenomen, is er veel kritiek. Reizigers klagen over uitvallende ritten, volle bussen en een gebrekkige communicatie. Ook chauffeurs luiden de noodklok: er is een personeelstekort, en de werkdruk is hoog. Vooral de vraag of de Vervoerregio goed genoeg heeft gekeken naar de capaciteiten van EBS voordat het contract werd gegund, blijft open. Was er voldoende onderzoek gedaan naar de financiële stabiliteit en operationele slagkracht van het bedrijf? Of was de keuze vooral gebaseerd op de laagste prijs, zonder voldoende oog voor de uitvoering? De inbesteding van de concessie GVB is niet binnen de reguliere tijd afgerond. Om GVB de tijd te geven hun bieding te verbeteren en vanwege de bedrijfscontinuïteit, is de huidige concessie met twee jaar verlengd ‘onder gelijkluidende voorwaarden’. Dat wil zeggen met dezelfde regels die voor de huidige concessie gelden. De verlenging vervalt zodra het bob van GVB wordt goedgekeurd en de nieuwe concessie is gegund
- Publiekrechtelijk
Centraal Nautisch Beheer
(Bedragen x €1.000)Centraal Nautisch BeheerRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:18-03-1994Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Centraal Nautisch Beheer (CNB) heeft als doel het verkrijgen van eenheid in het beleid en de uitvoering van taken van gemeenten en het rijk die betrekking hebben op het scheepvaartverkeer binnen het Noordzeekanaalgebied. De regeling is ook bedoeld om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van infrastructurele voorzieningen en de toegankelijkheid van de vaarweg.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het bestuur, plaatsvervanger wethouder Onclin.
Stemverhouding: 15%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het Centraal Nautische Beheer draagt zorg voor de begeleiding van het scheepvaartverkeer in het Noordzeekanaalgebied, het toezicht op de verwijdering van scheepsafval en veiligheidsaspecten rondom het scheepvaartverkeer en de beveiliging van havenfaciliteiten in het kader van havenbeveiliging.
Ontwikkelingen
Havenbeveiliging:
Op 1 januari 2024 zijn de gewijzigde Havenbeveiligingswet en de nieuwe Havenbeveiligingsregeling in werking getreden. Deze wetswijziging wordt niet door CNB uitgevoerd en geïmplementeerd maar door gemeenten zelf. Voor de uitvoering van deze wet is door Zaanstad de wachtplaats in de Wim Thomassenhaven gecertificeerd overeenkomstig de vigerende wetgeving.
Regionale Havenverordening:
Er worden enkele technische wijzigingen doorgevoerd om het uniforme karakter van deze verordening zoveel als mogelijk te behouden. Deze verordening wordt niet alleen gebruikt in de havens behorende bij het CNB, maar ook door de havens van Rotterdam. Daarom is het wenselijk om enkele wijzigingen door te voeren en deze verordening in 2025 door de Raad opnieuw te laten vaststellen. De aanpassingen betreffen wijzigingen op het gebied van goed havenbeheer in relatie tot nieuwe ontwikkelingen in de scheepvaart.
Samenwerkingsovereenkomst Zaanstad-CNB:
In 2025 dient er een nieuwe samenwerkingsovereenkomst gesloten te worden met betrekking tot de geleverde diensten voor Zaanstad. Het ligt in de lijn der verwachting dat de bijdrage voor deze dienst zal worden verhoogt van €11K naar ong. €15K.
Rechtsmatigheidsverantwoording:
Het CNB doet onderzoek naar een (kosten)efficiënte en juridisch dekkende wijze van de rechtsmatigheidsverantwoording behorende bij de gemeenschappelijke regeling. Naar verwachting volgt er in het najaar van 2025 een extern advies.
Mandaatverlening:
De onderliggende mandaten voor uitvoering dienen geüpdatet te worden. Hiervoor is een voorstel van het CNB ontvangen, welke zal worden voorgelegd met bijbehorend advies.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied is "gemiddeld" laag. Financieel draagt de gemeente Zaanstad nauwelijks bij in de gemeenschappelijke regeling. Het Havenbedrijf Amsterdam NV draagt het exploitatiesaldo. Zaanstad heeft 15% van de stemmen in het Algemeen Bestuur.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
- Resultaat 2023: € 2.900 positief ten opzichte van het budget
- Voorstel bestemming resultaat: komt ten gunste van Havenbedrijf Amsterdam NV
Rechtmatigheidsverklaring
Bij de jaarrekening 2023 is geen rechtmatigheidsverklaring afgegeven.
Begroting 2025
- De begroting gaat uit van een uitgave aan publieke taken van € 30,9 mln.
- Financiële impact: Er is geen financiële impact, omdat Havenbedrijf Amsterdam risicodragend voor CNB is. Zaanstad draagt € 11 duizend aan de GR bij. Er zijn gesprekken gaande over de indexering van dit bedrag
- Herijking begroting 2024: niet van toepassing.
Zienswijze
Er is een positieve zienswijze gegeven over de ontwerp-jaarrekening 2023 en de ontwerp-begroting 2025. De reguliere taakuitvoering van het CNB en de genoemde ontwikkelingen komen het scheepvaartverkeer ten goede en dragen bij aan een duurzaam en veilig havengebied.
Zaanstad betaalt jaarlijks een bedrag van € 11 duizend als bijdrage voor het uitvoeren van veiligheidsinspecties bij zeeschepen. Voor het overige garandeert het Havenbedrijf Amsterdam de financiële exploitatie van de GR Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied. Er zijn gesprekken gaande over een indexering van de bijdrage.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico 1: Het CNB heeft geen eigen weerstandsvermogen.
De publieke taakuitoefening is door het CNB gemandateerd aan de Divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Amsterdam NV. De governance-regels waaraan Havenbedrijf Amsterdam NV moet voldoen, onder andere die van solvabiliteit en liquiditeit, waarborgen dat onverwachte financiële tegenvallers de publieke taakuitoefening niet in gevaar brengen.
Beheersmaatregelen vanuit gemeente Zaanstad:
- Begroting en jaarrekening van de afgelopen drie jaren zijn beschikbaar.
- Zaanstad neemt deel aan het Algemeen bestuur van CNB. Minimaal twee keer per jaar is er een bestuursvergadering. De vaststelling van de begroting en jaarrekening vindt plaats in het Algemeen bestuur CNB. Alvorens de jaarstukken ter vaststelling voor te leggen, kunnen de gemeenteraden jaarlijks een zienswijze geven op de jaarstukken.
- Zaanstad participeert in het Beleidsoverleg van het CNB. Dat komt elke twee maanden bij elkaar.
- Voorstellen van Verbonden Partijen tot aanpassing van de statuten en gemeentelijke deelname worden altijd besproken met sector Strategie en Control.
Risico 2: Havenbedrijf Amsterdam NV hanteert een systeem van risicomanagement gebaseerd op Enterprise Risk Management (COSO-ERM).
Risico’s op verschillende deelgebieden zijn geïnventariseerd en geclassificeerd op basis van kans en mogelijke impact. Periodiek wordt deze inventarisatie herhaald om gewijzigde of nieuwe risico’s tijdig te kunnen onderkennen.
Beheersmaatregelen
- goed opgeleid personeel (regelmatige oefening en bijscholing, eigen simulator);
- up-to-date-systemen en technische infrastructuur tot heldere processen & procedurebeschrijvingen met duidelijke bevelstructuur;
- het onderhouden van nauwe contacten met belangrijke externe belanghebbenden zoals Rijkswaterstaat;
- periodieke evaluatie of de bestaande beheersmaatregelen nog afdoende zijn en of aanvullende maatregelen nodig zijn.
Privaatrechtelijk
- Privaatrechtelijk
Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V.
(Bedragen x €1.000)Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V.Rechtsvorm:Besloten Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:6 oktober 2005Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet doel van Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V. (BKZ) is tweeledig:
- Het bevorderen van de volkshuisvesting overeenkomstig het beleid van de gemeente Zaanstad
- Het realiseren van kwalitatief hoogwaardige sociale koopwoningen in de gemeente Zaanstad; het via erfpacht beschikbaar stellen van deze woningen aan de gewenste doelgroep en het uitvoeren van een beleid teneinde deze woningen zoveel mogelijk voor de doelgroep te behoudenBestuurlijk belangGemeente Zaanstad is voor 100% eigenaar van de aandelen. Het voltallig college vertegenwoordigt de enige aandeelhouder gemeente Zaanstad.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 100%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen BKZ
In 2024 is een vergelijkbaar aantal tranches en gronden afgenomen als in 2023. Dit gebeurt nog steeds tegen hoge waarden. In een stijgende markt leidt dit tot hogere waarden bij verkochte tranches. Bij de verplichte opleggingen aan zittende bewoners ontstaat er echter regelmatig schuring tussen de financieringsmogelijkheid en het bedrag van de afnamefactuur. Hier heeft BKZ diverse mogelijkheden om dit zowel voor de bewoner als BKZ tot een goed resultaat te brengen. Voor 2025 verwacht BKZ ongeveer een gelijk aandeel in de afname van de tranches.
De ontwikkelingen voor de BKZ Starterswoningportefeuille zien er als volgt uit:
- In 2025/2026 worden 44 woningen in Kreekrijk en 30 woningen in Houthavenkade door BKZ verkocht.
- In de periode 2025-2028 wordt de start verkoop verwacht van ca. 160 woningen.
- In 2025 wordt besluitvorming verwacht voor een project met ca.30 BKZ Starterswoningen. Dit betreft een directe financiering in gronden en woningen. Deze gronden en woningen dienen als waarde onderpand voor de financiering.
- De 10 starterswoningen in Oostzijderpark zijn zonder aandeelhoudersbesluit aangekocht vanuit het eigen vermogen van BKZ. Als dit besluit is genomen (met terugwerkende kracht), kan de koppeling tussen de kredietfaciliteit Starterswoningen en de woningen worden hersteld.
In de periode 2023-2031 richten de gemeente en BKZ zich op het herstel van maximaal 200 bestaande woningen middels een VHF DFZ regeling. Vanaf 2026 zal de portefeuille daarom weer een iets grotere omvang hebben maar verwacht wordt dat uiteindelijk niet alle 200 VHF woningen gebruik zullen maken van het DFZ model. Het model wordt alleen ingezet indien de eigenaar geen financiering op de markt kan verkrijgen en het DFZ-model noodzakelijk is om tot een sluitende businesscase te komen per blok. In de zomer van 2025 is er een nieuwe een statutair directeur en een operationeel directeur bij BKZ in dienst, gekomen. Dit vloeit voort vanuit de aanscherping en controles van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. In september 2025 is er een nieuwe voorzitter benoemd in de RvC. Daarnaast wordt de werving opgestart voor nog een nieuw RvC lid. Ook is de honorering van de RvC aangepast.
Samen met de nieuwe directie pakt gemeente Zaanstad de aanbevelingen uit het governance rapport van bureau AEF op in 2025 en 2026. Deze governance zorgen voor een verbetering van de samenwerking en duidelijkheid over de rolinvulling van aandeelhouder, directie en RvC.
Risicoprofiel
Het zwaartepunt van de risico's van BKZ liggen op het politieke en financiële vlak. De doelstelling van BKZ is bijdragen aan de volkshuisvesting binnen de gemeente Zaanstad. Deze doelstelling heeft politiek de aandacht. Vanwege de rekening courant en de leningsovereenkomst, die BKZ heeft afgesloten met de gemeente Zaanstad voor BKZ traditioneel tot een maximumbedrag van respectievelijk 5,5 miljoen euro en voor de Garantieregelingen tot 31 miljoen, is het financieel belang groot te noemen. De gemeente heeft voor het duurzaam funderingsherstel een lening (kredietfaciliteit) verstrekt aan BKZ van € 30 miljoen om grond en tranches casco woning aan te kopen.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
- De jaarrekening 2024 BKZ Holding BV presenteert een positief resultaat na belasting van €674.912,-. Het resultaat is grotendeels gerealiseerd
- door de waarden van de gronden in het model erfpachtvariant die na 10 jaar niet door de bewoners zijn afgenomen,
- de waardestijgingen van de gronden en de gerealiseerde resultaten bij verkoop van tranches boven boekwaarde.
- Het saldo van de rekening courant BKZ Holding BV met gemeente Zaanstad bedraagt per ultimo 2024 ongeveer € 7,5 miljoen positief. (Dit bestaat uit het saldo van de GRZ BV van € 1,9 miljoen positief en de rekening courant van BKZ BV (traditioneel) van € 5,6 miljoen positief.)
- Het eigen vermogen van BKZ Holding BV bedraagt € 22, mln.
- Het positief resultaat (€ 674.912,-) over 2024 is als volgt bestemd:
- Toevoeging overige reserves € 308.204.
- Toevoeging herwaarderingsreserves € 366.708.
De jaarrekening 2024 is vastgesteld in de Ava op 3 juli 2025.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico's
- Het trancherisico op de opstal betreft een lange termijnrisico en hangt samen met de conjunctuur. Hierbij worden de tranches van de opstalwaarde) niet afgenomen door de kopers (en dus niet terugbetaald op korte termijn). Dit komt omdat er geen inkomensstijging plaatsvindt. Gevolg is dat pas bij (door)verkoop de resterende tranches worden gerealiseerd (afgelost). BKZ monitort dit. Het risico wordt vertaald in de kasstroom;
- Langetermijnrisico van waardevermindering van de grond in de toekomst. De grond wordt na 25 jaar geherwaardeerd;
- Hoogconjunctuur leidt tot positieve kasstroom door afname van tranches en grond. Dit risico wordt beperkt door de stijgende rente waardoor woningbezitters niet verhuizen. Echter hierdoor daalt het aantal BKZ woningen en beschikbaarheid van woningen voor de doelgroep;
- Uitvoering DFZ (VHF woningen) door tekort aangeleverde woningen. Gemeente Zaanstad is verantwoordelijk voor de aanlevering van de betreffende VHF woningen en deze worden nog beperkt aangeleverd. Op dit moment zet de gemeente zich in om meer woningen aan te leveren aan BKZ;
- Het afkopen van de schuld wordt momenteel met afbetalingsregeling binnen BKZ opgevangen. Het gaat om een combinatie van funderingsherstel en verduurzaming. De AFM staat dit momenteel nog toe, BKZ loopt het financiële risico, hierover wordt gerapporteerd in het directieverslag;
- Overgang van project - naar structurele organisatie kan leiden tot vertrek van personeel waardoor kennis verloren gaat. Verwachting van de RvC is dat de kennis snel weer wordt opgebouwd;
- Advies vier ogen principe voor hoge bedragen. Het bedrag waarvoor het vier ogen van toepassing is vaststellen;
- Doorbreken van procedures door management;
- Indien er verzoek tot dividend uitkeringen zou komen moet de gemeente scherp houden welke financiële verplichtingen BKZ heeft ten opzicht van de gemeente (kredietverstrekking) en de mate waarin het risicoprofiel dan verder toeneemt;
Beheersmaatregelen
- Jaarlijkse inkomenstoets bij kopers door BKZ;
- Periodieke kwartaalrapportages worden aan verantwoordelijke wethouders, college en raad verstrekt. Deze rapportages bevatten gegevens met betrekking tot aantal woningen, liquiditeit, prognoses cashflow, risico’s, etc.
- Overlegstructuur: 1 à 2 keer per maand overleg tussen ambtenaren en de directeur van BKZ; Governance regulier overleg 4 X per jaar (AEF rapport); Bij de nieuwe directie die start in juli 2025 wordt hier opvolging aan gegeven;
- Het betaalbaar houden van de koopwoningen van BKZ. Organiseren van de werkzaamheden van het _model BKZ Starterswoning waarbij BKZ woningen langer voor de doelgroep kan behouden. Verwachting is dat de komende 5 jaar er ca 200 woningen in dit model kunnen worden gerealiseerd. BKZ investeert in de grond en de woning
- Operationalisering van het herijkte VHF-DFZ model waarbij geld is gereserveerd voor renovatie en sloop-nieuwbouw in de periode 2022-2031 van maximaal 200 woningen. Voor investering in de grond en de woning is een lening afgesloten tussen gemeente en BKZ van € 30 miljoen;
- Gekeken wordt hoe het pallet van BKZ instrumenten de komende tijd weer kan worden ingezet voor het stimuleren van de woningbouw en de mogelijkheden die de Woningbouwimpuls subsidie biedt;
- Gemeente en BKZ zijn in overleg welke Starterswoningen projecten zullen worden aangeboden voor besluitvorming;
- Toetsing WNT norm van directie en RvC door accountant.
- Governance wordt opgepakt met de directie van BKZ en de gemeente. Verwachting dat dit in 2026 gereed is.
- Door het benoemen van 2 directeuren is continuïteit en kennis bij BKZ beter geborgd.