Publiekrechtelijk
- Publiekrechtelijk
Rekenkamer Amsterdam-Zaanstad
(Bedragen x €1.000)Rekenkamer Amsterdam-ZaanstadRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:20 augustus 2015Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:laagOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om gezamenlijk een rekenkamer in te stellen. Dit is wettelijk verplicht. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangDe rekenkamer heeft één lid. Dit lid is tevens directeur. De raden benoemen het lid van de rekenkamer op voordracht van een afvaardiging van de raden door een gelijkluidend besluit. Geen afvaardiging van een collegelid in deze regeling.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
In de gemeenschappelijke regeling is vastgesteld dat de beide gemeenteraden eens in de zes jaar de gemeentelijke bijdragen aan de rekenkamer zullen vastleggen. In 2023 hebben de gemeenteraden van Amsterdam en Zaanstad besloten om de huidige samenwerking te continuering en de jaarlijkse (geïndexeerde) gemeentelijke bijdragen, die golden voor de periode 2016-2021, voort te zetten voor de jaren 2024 tot en met 2028.
In de Beleidsvisie 2023-2028 zijn de missie, de beleidsvisie en een meerjarenraming opgenomen. Daarnaast zijn enkele focuspunten vastgelegd.
- Zo richt de Rekenkamer Amsterdam-Zaanstad (RAZ) zich de komende jaren op doorwerking: lessen die te leren zijn voor de gemeentebesturen en gemeentelijke organisaties. Met het oog op de doorwerking wil RAZ ook de interactie met de ambtelijke organisatie vergroten.
- RAZ besteedt meer tijd aan ‘nazorg’ en interactie tussen de directeur van de rekenkamer en de top van de ambtelijke organisatie.
- RAZ intensiveert het contact met de gemeenteraden van Amsterdam en Zaanstad en wil ze het onderzoek beter onder de aandacht brengen bij burgers.
- Ook brengt ze meer diversiteit aan in de producten voor raadsleden en burgers.
De Beleidsvisie is terug te vinden via de link https://www.rekenkamer.amsterdam.nl/content/uploads/2023/08/Beleidsvisie-RMA-2023-2028-def.pdf
In 2024 heeft de rekenkamer een bijdrage geleverd op de monitor informatie Zaanse financiën met een observatie bij de jaarstukken 2023 en de begroting 2025. Deze bijdrage wordt in 2025 voortgezet.
De gemeenschappelijke regeling is gewijzigd en sinds 6 juli 2024 van kracht.
Het Benchmarkonderzoek Klachtbehandeling Zaanstad dat is opgeleverd in juli 2024 zou opgevolgd worden door een verdiepend onderzoekklanttevredenheid rondom klachtbehandeling samen met Ombudsman. Op verzoek van de raad is dit minimaal één jaar uitgesteld.
De onderzoeksopzet sociale wijkteams is met name gericht op opdrachtgeverschap en partnerschap en is gedeeld in september 2024. Op 19 juni 2025 is het eindproduct gepubliceerd.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
De jaarrekening 2024 heeft een positief resultaat van € 72.965, het resultaat is als volgt bestemd:
- Toevoeging algemene reserve € 72.965
Rechtmatigheidsverantwoording 2024
Bevinding: De bestuurder stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen bedrag € 0 bedraagt. Dit is lager dan de daarvoor gestelde grens van € 88.024.
Begroting 2026
Het saldo van baten en lasten voor 2026 wordt begroot op € 155.115 (negatief). Dit tekort komt door hogere personeelslasten en de kapitaallasten voor ICT- en huisvestingsinvesteringen. Door € 107.005 te onttrekken aan de algemene reserve en € 48.110 aan de bestemmingsreserves, ontstaat er een sluitende begroting. De bijdrage van Zaanstad voor 2026 is vastgesteld op € 259.080, hierbij is een indexatie van 2,5% ten opzichte van 2025 toegepast
Het bestuur van de rekenkamer heeft na de besluitvorming in de raden de Begroting 2026 ongewijzigd vastgesteld op een lastentotaal van € 2.988.685.
Voor het opvangen van schommelingen in de uitgaven streeft RAZ ernaar om een algemene reserve aan te houden tussen de 10 en 15% van de te ontvangen jaarlijkse gemeentelijke bijdragen. Eind 2026 bedraagt de algemene reserve naar verwachting circa € 283.357 of 10,0% van de jaarlijkse bijdragen. Daarmee is algemene reserve binnen de gewenste bandbreedte van 10 en 15% van de jaarlijkse bijdragen. Wanneer de algemene reserve boven de 15% uitkomt, wordt in overleg met het Overlegorgaan RAZ nagegaan hoe die middelen worden bestemd.
Eerste begrotingswijziging 2025
De lasten 2025 worden verhoogd met € 155.018. Dit heeft betrekking op de lastenstijging in de personeelslasten, overige personeelslasten, huisvestingskosten, ICT-kosten en kapitaallasten. Het budget voor de post onvoorzien is verlaagd.
De overige opbrengsten worden verhoogd met € 1.500.
Het verwachte tekort van € 144.575 zal worden onttrokken aan de algemene reserve. De algemene reserve zal per 31 december 2025, na eerste begrotingswijziging, een omvang hebben van € 390.362. Dit is circa 14,1% van de jaarlijkse gemeentelijke bijdragen in 2025. Daarmee valt de stand van de algemene reserve, ondanks de daling, aan de bovenzijde van de streefwaarde van 10 tot circa 15% van de te ontvangen jaarlijkse bijdragen
Zienswijze begroting 2026
Op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen dient het bestuur van de rekenkamer jaarlijks een begroting vast te stellen. De rekenkamer heeft een ontwerpbegroting opgesteld en voorgelegd aan het Overlegorgaan RAZ. Het Overlegorgaan RAZ - samengesteld uit vertegenwoordigers van de gemeenteraden van Amsterdam en Zaanstad - gaf een positief advies over de ontwerpbegroting.
Op 10 juli 2025 gaf de raad een positieve zienswijze.
- Publiekrechtelijk
Gezamenlijke ombudsman metropool Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Gezamenlijke ombudsman metropool AmsterdamRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:7 februari 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om op een effectieve en efficiënte wijze vorm en inhoud te geven aan de door de Gemeentewet aan de raad gegeven mogelijkheid om voor de behandeling van verzoekschriften een gezamenlijke ombudsman in te stellen. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangOp grond van artikel 13 van de GROMA stelt de Ombudsman zelf jaarlijks de begroting voor het volgende kalenderjaar vast. De Ombudsman maakt werkafspraken met de deelnemers over de toezending van de conceptbegroting en het al of niet kunnen uitbrengen van zienswijzen.
De ombudsman stelt conform artikel 15 van de Gemeenschappelijke Regeling Ombudsman Metropool Amsterdam (GROMA) zijn jaarrekening vast na controle door de Auditdienst ACAM. Aan de gemeenteraad van Amsterdam wordt gevraagd positief te adviseren over de jaarrekening. De ombudsman voert ten minste jaarlijks overleg met een vertegenwoordiging van de raden.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Naar aanleiding van de onderzoeksbevindingen uit het rekenkamerrapport klachtenbehandeling hebben de Ombudsman Metropool Amsterdam en de Rekenkamer Amsterdam - Zaanstad besloten om twee onderwerpen gezamenlijk nader te onderzoeken. Het betreft een onderzoek naar de klanttevredenheid rondom de klachtbehandeling en de wijze waarop Zaanstad leert van klachten. De gemeenteraad heeft de rekenkamer verzocht het onderzoek met minimaal één jaar uit te stellen.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
Het resultaat, na effect bestemmingsreserves, over 2024 bedraagt € 57.732. Dit resultaat is toegevoegd aan de bestemmingsreserve website. Als gevolg van de nieuwe regelgeving omtrent de toegankelijkheidseisen (WCAG) en Wet open overheid (Woo) ontstaat de noodzaak om dit in 2025 te doen.
De jaarrekening van de ombudsman is conform de gemeenschappelijke regeling gecontroleerd door de auditdienst van de gemeente Amsterdam (ACAM).
Begroting 2026
De bijdragen werden jaarlijks nominaal geïndexeerd conform het percentage voor personele lasten uit de begrotingscirculaire van de Gemeente Amsterdam. In 2025 is de wijze van indexeren gewijzigd omdat er geen begrotingscirculaire van de gemeente Amsterdam meer bestaat. Vanaf 2025 hangt de indexatie daarom samen met de loonontwikkeling op basis van de cao-gemeente. Voor 2026 is dit vastgesteld op 1,67% conform de CPB-raming van mei 2025.
De Ombudsman heeft de begroting 2026 vastgesteld op een lastentotaal van € 3.188.198. Het lastentotaal van de begroting 2025 na eerste wijziging is vastgesteld op € 3.207.250.
Sinds 2014 voorziet de GROMA in de mogelijkheid een positief resultaat toe te voegen aan de algemene reserve om een buffer op te bouwen van 10% van de totale bijdragen van alle deelnemer. Indien er sprake is van een overschrijding van de begroting dient deze reserve als eerste aangesproken te worden. De verwachting is dat zowel 2025 als in 2026 de algemene reserve niet aangesproken hoeft te worden omdat inkomsten en uitgaven in balans zijn.
In de gemeenschappelijke regeling is de jaarlijkse bijdrage van de deelnemende gemeenten vastgesteld. Voor 2026 zijn alle bijdragen geïndexeerd tegen 1,67%.
De bijdragen werden jaarlijks nominaal geïndexeerd conform het percentage voor personele lasten uit de begrotingscirculaire van de gemeente Amsterdam. Dit percentage was ten tijde van het schrijven van de begroting voor 2025 berekend op 3,8%. In 2025 is de wijze van indexeren gewijzigd omdat er geen begrotingscirculaire van de gemeente Amsterdam meer bestaat. Vanaf 2025 hangt de indexatie daarom samen met de loonontwikkeling op basis van de cao-gemeente. Voor 2025 is dit vastgesteld op 3,9%. De toegepaste indexatie vindt plaats vanaf 1 januari van het desbetreffende jaar.
Zienswijze
Op grond van artikel 13 van de GROMA stelt de Ombudsman zelf jaarlijks de begroting voor het volgende kalenderjaar vast. De Ombudsman maakt werkafspraken met de deelnemers over de toezending van de conceptbegroting en het al of niet kunnen uitbrengen van zienswijzen. Nu de bijdragen van de overige deelnemers (niet zijnde gemeente Amsterdam) vaststaan dient de (wettelijk verplichte) mogelijkheid tot het uitbrengen van een zienswijze door een deelnemer geen zinvol doel. Het versturen van conceptbegrotingen en het verplicht in de gelegenheid stellen van een deelnemer om een zienswijze uit te brengen is daarnaast een administratief zware procedure bij een gemeenschappelijke regeling met een groot aantal deelnemers. De ombudsman maakt daarom onderlinge afspraken met de deelnemers hoe hier praktisch beter mee omgegaan kan worden.
Risico's en beheersmaatregelen
De financiële risico’s voor de ombudsman zijn beperkt.
- Bij financiële krapte bestaat het risico dat niet voldoende personeel wordt aangesteld (om tekorten zoveel mogelijk te verkleinen). Dit legt een ongewenste druk op het bureau bij de uitvoering van de wettelijke taak.
- Langdurige ziekte van personeel is een risico voor een kleine organisatie als de ombudsman. Om dat risico af te dekken is de afspraak gemaakt dat de kosten voor personeel dat langdurig ziek is, niet meer volledig (maximaal voor de duur van 6 maanden) ten laste komen van het budget van de ombudsman. De daarna beschikbaar komende middelen kan de ombudsman dan inzetten voor vervangende personele capaciteit.
- Wat betreft de inkomsten bestaat er enig risico wat betreft de bijdragen van de overige deelnemende gemeenten. Die inkomsten maken echter een relatief klein gedeelte uit van de totale inkomsten. Bij uittreding van een van de overige deelnemende gemeenten is in de Gemeenschappelijke Regeling bepaald dat dit ruim van tevoren meegedeeld moet worden en dat de financiële gevolgen van de uittreding voor rekening van de uittredende gemeente zijn.
Privaatrechtelijk
- Privaatrechtelijk
Vereniging Nederlandse Gemeenten
(Bedragen x €1.000)Vereniging Nederlandse GemeentenRechtsvorm:Vereniging
Oprichtings-/publicatiedatum:28-2-1912Vestigingsplaats:Den HaagToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Vereniging van Nederlandse Gemeenten zijn de 342 gemeenten (per 1-1-2023) samen, ondersteund door de VNG-organisatie. De VNG heeft als doel om de lokale overheid te versterken en de lokale democratie te vitaliseren. De gemeenten werken, via de VNG, met elkaar aan maatschappelijke opgaven.
Bestuurlijk belangZaanstad heeft 75 stemmen in de Algemene Ledenvergadering. Elke gemeente die lid is van de vereniging, brengt door tussenkomst van haar vertegenwoordiger zoveel stemmen uit als het aantal veelvouden van één duizend (1.000) inwoners dat de bevolking van de door haar gerepresenteerde gemeente telt, met dien verstande dat zij tenminste één en ten hoogste vijfenzeventig (75) stemmen uitbrengt.
Stemverhouding:Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Op 18 juni 2025 stemde de Algemene Ledenvergadering (ALV) in met de VNG resolutie VNG-inzet Tweede Kamerverkiezingen. DE VNG maakt met de resolutie de politieke partijen duidelijk op welke punten gemeenten het nodig achten om oplossingen en perspectief te bieden.
De resolutie benoemt als onderwerpen waarop gemeenten kunnen bijdragen aan oplossingen met perspectief:
- Bestaanszekerheid
- Migratie
- Wonen en stikstof
- Energie en klimaat
- Zorg en jeugdzorg
- Weerbaarheid en digitale veiligheid
- Kwaliteit openbaar bestuur
Gemeenten kunnen en willen met deze oplossingen daadkrachtig en voortvarend aan de slag door het initiatief te nemen voor onze inwoners en samen te werken met andere partijen. Dat kan alleen met voldoende financiële slagkracht. Het VNG-bestuur blijft zich onverminderd inspannen voor de randvoorwaarde om te kunnen investeren in het publieke domein: voldoende structurele middelen in het Gemeentefonds. Hierbij is het cruciaal dat er een afspraak komt met het nieuwe kabinet om de balans tussen taken en middelen van gemeenten zoveel als mogelijk te herstellen en te borgen.
Op de ALV van 18 juni 2025 is verder o.a. gesproken e/o besloten over:
- Jaarverslag 2024
- Contributievoorstel VNG 2026
- Kadernota 2026
- Oprichting VNG Risicobeheerfonds
- Collectieve digitalisering
Financiële positie
Jaarrekening 2024
Het jaar 2024 bracht in financieel-economisch opzicht geen grote schokken. Het bedrijfsresultaat is weliswaar een rood cijfer, maar beter dan begroot. Het bedrijfsresultaat is uitgekomen op € 3,396 miljoen negatief, € 1,665 miljoen boven de raming. Het werken met een negatief resultaat is conform de afspraak met de gemeenten om gefaseerd het eigen vermogen in te zetten. Zolang de kosten niet 100% worden gedekt uit contributie, wordt het begrotingstekort gefinancierd uit het vermogen. Het rendement op de beleggingsportefeuille was 7%. De VNG-bedrijven hadden gezamenlijk een positief resultaat. Het financieel resultaat is gunstig beïnvloed doordat de organisatie meer nieuwe, extern gefinancierde projecten opzette.
Contributie 2026
Tijdens de ALV 2018 hebben de leden ingestemd met de uitgangspunten voor de meerjarige ontwikkeling van de contributie. Daarbij is afgesproken om de VNG-begroting weer in evenwicht te brengen door een combinatie van geleidelijke contributieverhoging en het inzetten van het vermogen van de VNG. Binnen dit uitgangspunt beweegt de contributie op basis van twee componenten:
- Compensatie voor de loon- en prijsontwikkeling op basis van CPB-indexcijfers
- 1,0% voor de groei naar volledige dekking van de kosten van de kernorganisatie van de VNG
- vanuit de contributie.
Voor 2026 betekent dit een verhoging van de bijdrage met 2,1%. De ingroei van 1% neemt de VNG zelf voor haar rekening.
Risico’s en beheersmaatregelen
- Projecten namens derden worden mede uitgevoerd door medewerkers met een vaste aanstelling. Risico bij het wegvallen van projecten is dat er onvoldoende dekking is voor de salarislasten en eventueel kosten voor afvloeiing van projectmedewerkers. Om de risico’s te beheersen worden alleen die projecten begroot die zeker zullen worden gerealiseerd. Voorts wordt voor de uitvoering van projecten zo veel mogelijk gewerkt met personeel dat flexibel over de projecten ingezet kan worden.
- Risico van een fictief dienstverband bij inhuur. Risicobeheersing vindt hier plaats door vooraf de opdrachtformulering helder en duidelijk neer te zetten en te toetsen. Inkoop Service Desk ondersteunt en bewaakt het inkoopproces.
- Risico dat achteraf het subsidiebedrag naar beneden wordt bijgesteld als de Vereniging niet aan de subsidievoorwaarden heeft voldaan, terwijl de lasten wel zijn gemaakt. Dit risico wordt onder meer beperkt door periodiek te monitoren of de gemaakte lasten binnen het toegekende budget vallen en een strikt tijdschrijfbeleid te handhaven zodat projecturen na afloop te verantwoorden zijn.
- Als indirect 100% aandeelhouder deelt de Vereniging in de resultaatseffecten als gevolg van de ondernemingsrisico’s van de deelnemingen. Mitigeren van het risico door sinds 2019 het resultaat van de deelnemingen niet meer mee te nemen in de begroting.
- Koersrisico over het belegd vermogen. Het risico op een negatief effect op het vermogen wordt beperkt door het aanbrengen van spreiding in de portefeuille. Er is gekozen voor een middellange beleggingsstrategie. Door het hanteren van een herwaarderingsreserve worden ongerealiseerde koersresultaten niet in het resultaat betrokken.
- VNG is eigen risicodrager voor de WW- en Bovenwettelijk WW rechten van de oud-medewerkers. Voor alle opgebouwde rechten wordt op het moment dat het recht zich voordoet een voorziening gevormd. Om eventuele opbouw van nieuwe rechten te beperken, werkt VNG voor een deel met tijdelijke contracten, indien het om tijdelijk werk en een tijdelijke financiering gaat.
- Privaatrechtelijk
Dimpact
(Bedragen x €1.000)DimpactRechtsvorm:Coöperatie
Oprichtings-/publicatiedatum:lidmaatschap gestart in oktober 2020Vestigingsplaats:EnschedeToezichtsregime:laagOpenbaar belangBinnen de onafhankelijke coöperatie Dimpact werken 40 gemeenten samen. Zij co-creëren en leren van elkaar op het gebied van digitale innovatie van dienstverlening. Als lid van Dimpact kan Zaanstad (tegen betaling) gebruik maken van de producten die onder regie van Dimpact ontwikkeld zijn door de leden en evt externe partijen.
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad heeft één stem in de Algemene Ledenvergadering van Dimpact. Wethouder Van der Laan vertegenwoordigt de gemeente in de ledenvergadering
Stemverhouding: 1 van de 40 stemmenActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
- Strategische koers ‘Ons Dimpact Kompas, richting 2030’ is vastgesteld. De koers is gericht op vier pijlers: inwoners en bedrijven centraal, duurzame groei met actieve leden, versterken van de regierol, en landelijke belangenbehartiging.
- Bedrijfsplan 2026 is goedgekeurd, inclusief de bijbehorende begroting en investeringen in PodiumD.
- PodiumD vormt het fundament voor de digitale dienstverlening van de toekomst.
PodiumD is een modern, modulair en open source dienstverleningsplatform voor digitale gemeentelijke dienstverlening. Het platform bestaat uit verschillende producten (zoals formulieren, klantportalen, zaakafhandeling en meldingen) en is ontwikkeld volgens de landelijke Common Ground-principes.
Omdat leverancier Atos in 2026 stopt met eSuite, stappen de leden die dit pakket nog gebruiken over op PodiumD, dat vervangende functionaliteit biedt. Deze overgang is onderdeel van het programma Beyond23, dat zich richt op de migratie van eSuite naar PodiumD. Voor andere leden – waaronder Zaanstad – blijft PodiumD een keuze. - Innovatie en pilots: Zaanstad is actief betrokken bij innovatieve pilots zoals het Generiek Publicatieplatform-Woo (GGP-Woo) en experimenten met AI, waaronder een gemeentelijke chatbot. Het GGP-Woo is een gezamenlijk ontwikkelde voorziening waarmee gemeenten voldoen aan de Woo-publicatieplicht. Het platform maakt het mogelijk om geanonimiseerde documenten op uniforme wijze uit verschillende bronsystemen te publiceren, doorzoekbaar te maken en aan te bieden via een publieksportaal. De ontwikkeling sluit aan bij Common Ground en richt zich op open standaarden, informatieveiligheid en toegankelijkheid.
- De ledenbijdrage stijgt naar € 15.000 per jaar vanaf 2026 voor gemeenten zonder productafname, zoals Zaanstad. Alle leden, inclusief voormalige Beyond23-deelnemers, dragen vanaf 2026 bij aan de doorontwikkeling van PodiumD.
De verhoging van de ledenbijdrage wordt door Zaanstad gezien als een noodzakelijke investering in de toekomstbestendigheid van de digitale infrastructuur. - Functionele volwassenheid en strategische afweging: Zaanstad kijkt positief naar de ontwikkelingen binnen Dimpact en de potentie van PodiumD als toekomstbestendig platform voor digitale dienstverlening. Tegelijkertijd blijft de gemeente kritisch op de functionele volwassenheid van PodiumD en de mate waarin het platform aansluit bij de eigen behoeften.
Daarom organiseert Zaanstad in Q4 2025 een architectuursessie samen met Dimpact om inzicht te krijgen in de strategische kansen voor gezamenlijke ontwikkeling en/of afname van informatievoorziening.
Financiële positie
- Jaarverslag 2024 en jaarrekening zijn vastgesteld. Het negatieve resultaat van € 2.288.601 is ten laste gebracht van het eigen vermogen, dat daarmee is gedaald tot € 702.863 eind 2024. De verwachting is dat het eigen vermogen uiterlijk eind 2027 weer is aangevuld tot circa € 3,2 miljoen, conform de herijkte businesscase Beyond23.
- Financiering Beyond23 : Het eigen vermogen van Dimpact wordt tijdelijk ingezet voor de financiering van Beyond23. Dit heeft geleid tot een tijdelijke verlaging van het weerstandsvermogen. De verwachting is dat het weerstandsvermogen in 2027 weer op het gewenste niveau is.
- Begroting 2026: De totale omzet stijgt naar € 16,7 miljoen (+12%). De inkoopkosten nemen toe tot € 10,2 miljoen (+15%), vooral door investeringen in PodiumD en indexatie.
- Resultaat 2026: Begroot op € 650.536 positief, waarmee het eigen vermogen weer wordt aangevuld
Samenvatting financiële positie (bedragen x € 1.000)
2023 2024 2025 (begroot) 2026 (begroot)
Eigen vermogen 2.991 703 753 1.403
Omzet 16.301 14.951 14.981 16.727
Resultaat 244 -2.289 156 651
Ledenbijdrage
Zaanstad 6,9 6,9 6,9 15Risico’s en beheersmaatregelen
Complexiteit en onzekerheid doorontwikkeling Podium D
De uitrol en doorontwikkeling van PodiumD is omvangrijk en kent onzekerheden, onder meer door afhankelijkheid van externe ontwikkelpartners, veranderende wet- en regelgeving en de noodzaak tot integratie van diverse producten. Als beheersmaatregel werkt Dimpact met multidisciplinaire productteams en een kortcyclische ontwikkelaanpak (agile), waarbij leden via governance-structuren zoals de portfolioraad en architectuurraad actief betrokken zijn bij prioritering en besluitvorming. Daarnaast wordt jaarlijks in het bedrijfsplan geëvalueerd of de ontwikkelcapaciteit, financiering en planning nog aansluiten bij de ambities en risico’s.
Beperkt weerstandsvermogen
Door de tijdelijke inzet van eigen vermogen voor Beyond23 is het weerstandsvermogen in 2025 en 2026 lager dan de norm. Dit wordt door de ALV geaccepteerd, maar vraagt om blijvende aandacht. Dimpact houdt bij het herstel van het weerstandsvermogen nadrukkelijk rekening met de verwachte groei van de organisatie. Deze groei moet duurzaam verlopen, met een evenwichtige uitbreiding van het ledenbestand en een schaalbare inrichting van de organisatie. Als beheersmaatregel wordt jaarlijks in het bedrijfsplan geëvalueerd of aanvullende financiële maatregelen nodig zijn, zoals het verhogen van ledenbijdragen, het beperken van uitgaven of het aantrekken van aanvullende financiering (bijv. subsidies). Het doel is om het weerstandsvermogen uiterlijk in 2027 weer op norm te brengen.
Samenwerking ontwikkeling Generiek Publicatieplatform-Woo (GGP-Woo) en deelname AI-pilots
De financiële risico’s van onze samenwerkingsprojecten, GGP-WOO en AI-pilots, met Dimpact zijn zeer beperkt, doordat investeringen stapsgewijs en in samenwerking met andere gemeenten plaatsvinden. Daarbij worden risico’s zoals technische haalbaarheid en gebruiksvriendelijkheid vroegtijdig ondervangen door toetsing bij ICT-partners en het toepassen van herbruikbare open source gebruikersinterfaces.
Juridische structuur Dimpact als risicobeperkende factor
Dimpact is een coöperatieve vereniging U.A. (Uitgesloten van Aansprakelijkheid). Dit betekent dat de leden van de vereniging, waaronder Zaanstad, niet aansprakelijk zijn voor eventuele schulden van de coöperatie.
Deze juridische structuur is een beheersmaatregel en beperkt het financiële risico voor individuele leden en draagt bij aan het vertrouwen in gezamenlijke investeringen en samenwerkingsprojecten.