Producten, indicatoren en speerpunten

Stedelijke ontwikkeling

Product 2.1 Stedelijke ontwikkeling

Nieuwbouw en wonen
De woningmarkt blijft gespannen en zowel in de huur als de koopmarkt is er onvoldoende aanbod om te voldoen aan de vraag. Vooral mensen met een laag en middeninkomen ondervinden hiervan de gevolgen. In navolging van het coalitieakkoord en de afspraken die in de Woondeal met het Rijk zijn gemaakt zet Zaanstad bij nieuwe woningbouwplannen in op versnelling van de nieuwbouwproductie en een groter betaalbaar aanbod in de vorm van minstens 30% sociale huur en tenminste 30% in het middensegment. Meer sociale huurwoningen zijn ook nodig om verschillende aandachtsgroepen, zoals ouderen en mensen die vanuit een zorginstelling doorstromen, te kunnen huisvesten.
Er zijn voldoende plannen in ontwikkeling om aan de afspraken met het Rijk te voldoen. Door de ontwikkelingen op de woning(bouw)markt vraagt het wel extra aandacht om plannen die in ontwikkeling zijn tot uitvoering te krijgen. Samen met de regio worden de randvoorwaarden om de woningbouw gerealiseerd te krijgen, zoals de aanpak van de stikstofproblematiek en netwerkcongestie, onder de aandacht van het ministerie gebracht. We zullen samen met ontwikkelende partijen (commerciële ontwikkelaars én woningcorporaties) de planontwikkelingen goed monitoren, belemmeringen tijdig signaleren en creatief naar oplossingen zoeken, onder andere door middel van de versnellingstafels.
We blijven inzetten op het verder ‘verharden’ en ‘vergunnen’ van bouwplannen om de bouwproductie te bevorderen. Projecten die in 2026 door start bouw en oplevering een belangrijke bijdrage zullen leveren aan het beschikbaar komen van meer sociale huurwoningen zijn Houthavenkade, Zaam, Paltrok, Westerkoog.

Door slim te programmeren in nieuwbouw, doorstroming in bestaande voorraad te stimuleren en gebruik te maken van wettelijke instrumenten (zoals opkoopbescherming) komen voor zoveel mogelijk mensen woningen beschikbaar. De doorstroomregeling voor 55plussers wordt voortgezet. Om woningen goed te benutten wordt hospitaverhuur gestimuleerd. Op het snijvlak van wonen en zorg worden beleidsregels geactualiseerd, zoals de indeling van zorg- en aanleunwoningen en de regels voor uitstroom uit beschermd wonen.  Om misstanden bij verhuur te verminderen wordt het meldpunt Goed Verhuurderschap onder de aandacht gebracht. Besluit over een eventuele verlenging wordt verankerd in de Huisvestingsverordening. In afwachting van besluitvorming over de Wet regie op de volkshuisvesting worden de woonvisie en de  uitvoeringsagenda wonen in een volkshuisvestingsprogramma omgezet. De Wet Grootstedelijke problematiek wordt geëvalueerd.

In stedelijke ontwikkeling gaat het niet alleen om woningbouwbouw en het realiseren van zo veel mogelijk woningen. We bouwen toekomstbestendige woningen, buurten en wijken waarbij we aandacht hebben voor energietransitie, circulariteit, klimaatadaptatie, natuurinclusief bouwen, houtbouw, duurzame mobiliteit en gezondheid. Het gaat om kwalitatieve toevoegingen aan de stad binnen de kaders van de Omgevingsvisie.

Bestaande Woningvoorraad
Oudere woningen met een slechte fundering zijn een probleem in Zaanstad. De opgave voor de komende jaren bij funderingsherstel is zo’n 14.500 particuliere woningen en enkele duizenden
corporatiewoningen met funderingen die risico lopen op aantasting door een bacterie waardoor vermindering van draagkracht ontstaat. Er is een stadsbreed programma voor de bestaande (particuliere) woningvoorraad. We kijken hoe de woningvoorraad duurzaam en klimaatbestendig verbeterd kan worden om zowel de Co2 uitstoot te verminderen en daarbij de energierekening betaalbaar te houden. Bij funderingsherstel van woningen verkennen we in sommige gevallen gelijk samen met de eigenaar de mogelijkheden van verduurzaming en woningaanpassingen die helpen om langer zelfstandig thuis te wonen. De koppeling van duurzaamheid aan de kwaliteitsverbetering van de bestaande woningvoorraad is steeds nadrukkelijker aan de orde, waarbij de keuze tussen renovatie of sloop -nieuwbouw steeds per geval en met oog voor alle invalshoeken (waaronder cultuurhistorie, sociale samenhang en betaalbaarheid) gemaakt wordt. Het samenspel met de woningbouwcorporaties is belangrijk om een succesvolle aanpak van de grond te krijgen. Na bestuurlijk akkoord op de besteding van de gelden uit de rijksbijdrage uit het volkshuisvestingsfonds (VHF-3) zal voor de aanpak van particuliere woningen tussen corporatie woningen (gespikkeld bezit) een specifieke regeling worden gemaakt om de woningen gelijktijdig met de aanpak van de corporatiewoningen te kunnen verduurzamen. De middelen uit het Volkshuisvestingsfonds ter verbetering van de woningvoorraad en leef baarheid zetten we hiervoor in Zaandam Oost in, waarbij het voor de bestaande woningvoorraad veelal gericht is op de oudere particuliere woningvoorraad in en rondom de Rosmolenbuurt.

Ruimtelijke keten
De Omgevingsvisie geeft richting aan de ruimtelijke keten en het ruimtelijke beleid. We onderzoeken hoe we het nieuwe instrument 'Omgevingsprogramma' beter kunnen gebruiken en verbeteren de vindbaarheid en samenhang van het ruimtelijke beleid in Zaanstad. Na de evaluatie van de welstandssturing wordt er in 2026 een voorstel voor de integrale vernieuwing van de ruimtelijke kwaliteitssturing (incl. het huidige supervisorenmodel) in aansluiting op de Zaanse Omgevingsvisie uitgewerkt.

De ruimte is schaars in Zaanstad. Niet alle toekomstige ruimteclaims zijn al even duidelijk, denk aan de energie- en warmte infrastructuur van de toekomst. Als gemeente moeten we ook reageren op locatiestudies van de Rijksoverheid en regionale locatieonderzoeken. Door middel van een inventarisatie van de ruimteclaims werken we aan een structurele aanpak en een planologische werkwijze in de ruimtelijke keten. In 2026 wordt de nieuwe raad over de werkwijze geïnformeerd.

We investeren in de dienstverlening bij omgevingsvergunningen. In 2026 zetten we stappen in de verdere verbetering van de intake- en omgevingstafel en het kleine vooroverleg voor vergunningen.  In de advisering wordt ingezet op vakmensschap, creativiteit en ontwerpkracht, door middel van een kennisprogramma.
Onder de Omgevingswet werken we aan het Zaanse Omgevingsplan. In 2026 werken we gebiedsgericht en themagericht aan de wijziging van het omgevingsplan. De gebiedsgerichte wijziging van het omgevingsplan voor Westzaan wordt in 2026 tot afsluiting gebracht. Er wordt een start gemaakt met de regels voor bedrijventerreinen en de uitwerking van de Centrum gebied van Zaandam. Met oog op vergunningsvrij bouwen wordt in 2026 ook een nieuwe wijziging van de bruidsschat in procedure gebracht.

Voor de groei van de stad zijn er twee planologische routes voor gebiedsontwikkeling. De eerste route is een Buitenplanse Omgevingsplan Activiteit (BOPA). Deze vergunningenroute blijft bestaan, maar is niet voor alle gebiedsontwikkelingsprojecten geschikt. De tweede route verloopt via de wijziging van het Omgevingsplan. Vanaf 2026 gelden hiervoor nieuwe standaards en is het vereist om gebruik te maken van de STOP/TPOD systematiek. In 2026 bereiden we de eerste gebiedsontwikkelingen voor die via deze route gaan verlopen. Initiatiefnemers en de ambtelijke organisatie worden voorbereidt op deze nieuwe systematiek onder de Omgevingswet.

Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) stelt informatie op een plek beschikbaar. De lees- en vindbaarheid van de informatie is nog niet optimaal. Het DSO is een landelijke voorziening. Als gemeente kunnen we via toepasbare regels het gebruiksgemak voor een deel verbeteren. Er worden voor het gebied Westzaan parallel aan de juridische regels ook toepaspare regels uitgewerkt. Voor de Omgevingsvisie onderzoeken we op welke manier de visie nog beter aan specifieke locaties is te koppelen. Bij de vergunningverlening wordt de digitale informatie voor het klein vooroverleg en de intake- en omgevingstafel stapsgewijs verbeterd. Achter de schermen wordt het vergunningenproces door middel van E-diensten verder verbeterd met als doel kosten en tijd te besparen.

Versterken en behouden van de cultuurhistorische identiteit (erfgoed)
Het koesteren van het cultuurhistorisch erfgoed is belangrijk. Het vertelt ons waar we vandaan komen en dus wie we zijn, erfgoed verbindt ons en maakt ons trots op waar we wonen en leven.

In 2026 gaan we samen met eigenaren en bewoners aan de slag met het verduurzamen van het Zaanse erfgoed en krijgt het jongere na-oorlogse erfgoed meer aandacht bij de gebiedsontwikkeling in Zaanstad. Bij het erfgoed uit de Post-45 periode is bescherming nog minder vanzelfsprekend. Met de aanpak na-oorlogs erfgoed willen we de landschappen, wijken, complexen en objecten uit deze periode onderzoeken en waarderen in samenwerking met stakeholders.

Daarnaast werken we in 2026 de Erfgoedstrategie voor de komende jaren uit. In de transformatieopgaven die onze gemeente ondergaat, is het van groot belang dat we zorgen voor ons erfgoed en onze cultuurhistorie. Cultureel erfgoed biedt kansen en oplossingen voor allerlei vraagstukken in de leefomgeving en getuigt van een grote meerwaarde voor de omgevingskwaliteit. Met het bewaken van dit erfgoed wil Zaanstad de (omgevings)kwaliteit van de woon- en leefomgeving en de Zaanse identiteit versterken, nu en in de toekomst.
Cultuurhistorie vormt een essentieel onderdeel van de Omgevingsvisie en het omgevingsplan. De Omgevingswet introduceert nieuwe instrumenten waardoor er mogelijkheden ontstaan in de omgang met het (jonge) erfgoed. De gemeente zoekt samenwerking met andere partijen in de stad voor het behoud en het vastleggen van de cultuurhistorie.

Indicatoren

Naam

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Realisatie 2024

Begroting 2026

Streef-
waarde 2026

Bron

Woonaantrekkelijkheidsindex AvG

14

14

14

15

15

Gelijk of verbetering

Atlas Nederlandse gemeenten

Aandeel sociale huurwoningen in nieuw af te sluiten overeenkomsten en grondexploitaties

nb

nb

32%

31%

≥30%

≥30%

Gemeentelijke registratie

Aandeel betaalbare woningen voor middeninkomens in nieuw af te sluiten overeenkomsten en grondexploitaties

nb

nb

16%

44%

≥30%

≥30%

Gemeentelijke registratie

Aantal verbeterde funderingen van particulieren per jaar

157

168

150

86

120

150

Gemeenschappelijke registratie

Toelichting

 
Woonaantrekkelijkheidsindex AVG.
De indicator komt vanuit Atlas Nederlandse gemeenten, waarbij 50 gemeenten worden onderzocht. De verwachting is dat hier geen fundamentele verandering optreedt.

Aandeel sociale huurwoningen en aandeel betaalbare woningen voor middeninkomens
De verwachting sluit aan bij de streefwaarde voor 2026, omdat het vastgestelde gemeentelijke woonbeleid wordt gevolgd bij nieuwe overeenkomsten en grondexploitaties. De verwachting voor 2026 is op dit moment niet concreter te benoemen.

Voortgang funderingsherstel
Hoewel er sprake is van een lichte stijging ten opzichte van 2024 in het aantal uitgevoerde funderingsherstelprojecten, blijft het tempo achter bij de beoogde doelstellingen. Dit onderstreept het belang van blijvende inzet op communicatie, ondersteuning en samenwerking met particuliere woningeigenaren. Vooruitkijkend wordt het aantal herstelde particuliere woningen in 2026 geraamd op circa 120. Deze prognose benadrukt de noodzaak om aanvullende maatregelen te verkennen die het herstel kunnen versnellen, met name in gebieden waar gemeentelijke werkzaamheden in de openbare ruimte gepland staan.


Speerpunten 2026

 
Nieuwbouwproductie op gang houden
Zaanstad zet zich actief in om de nieuwbouwproductie te versnellen, ondanks belemmeringen zoals stikstofproblematiek en beperkte beschikbaarheid van elektriciteit. Dit doen we o.a. door de versnellingstafels voor woningbouw te organiseren en lobby richting rijk en provincie te voeren. De gemeente streeft ernaar om het woningaanbod niet alleen te vergroten, maar ook betaalbaar te houden. We passen bij de gebiedsontwikkeling hiertoe het beleid toe, met minimaal 30% sociale huurwoningen en ten minste 30% woningen in het middensegment.

Bestaande woningvoorraad – funderingsherstel bij particuliere eigenaren
Het ondersteunen van particuliere woningeigenaren bij noodzakelijk funderingsherstel blijft een belangrijk speerpunt. De inzet is gericht op het tijdig signaleren van funderingsproblematiek en het vroegtijdig in gesprek gaan met eigenaren. Daarbij bieden we ondersteuning gedurende het gehele proces richting herstel. De prioriteit ligt met name in gebieden waar de gemeente de komende jaren werkzaamheden in de openbare ruimte plant, zoals rioolvervanging of andere grootschalige ingrepen. Door funderingsherstel in deze gebieden te stimuleren, willen we grote calamiteiten voorkomen en de uitvoering van gemeentelijke werkzaamheden mogelijk maken zonder onvoorziene vertragingen.

Ruimtelijke keten richten op integraliteit en dienstverlening
De Zaanse Omgevingsvisie wordt nader uitgewerkt in de ruimtelijke keten. De implementatie van de Omgevingswet loopt nog door tot 2030 en we zetten stappen met het Zaanse Omgevingsplan en het faciliteren van gebiedsontwikkeling via vergunningen. De sturing op omgevingskwaliteit wordt verder verbeterd naar aanleiding van de welstandsevaluatie. Zaanstad zet in op het verbeteren van de (digitale) dienstverlening en versnellen van procedures door integrale werkprocessen, goede samenwerking en technologische innovaties.
Bijzondere aandacht heeft de integrale afweging van belangen met oog op toekomstige ruimteclaims, waaronder de inpassing van de energie- en waterinfrastructuur van de toekomst. In de gesprekken met andere overheden zet zich Zaanstad bestuurlijk en ambtelijk in om de ambities vanuit de Zaanse Omgevingsvisie te borgen en de samenleving en de raad hierbij te betrekken.

Erfgoed en cultuurhistorie als drager van leefbare wijken
Erfgoed is onderdeel van de integrale advisering in de ruimtelijke keten. Hiertoe worden cultuurhistorische verkenningen en adviezen uitgebracht. We koesteren onze karakteristieke gebouwen, bijvoorbeeld door de aanwijzing als monument of via andere ruimtelijke instrumenten, zoals beeldbepalende panden. Vanuit de geactualiseerde erfgoedgoedstrategie wordt ingezet op een meerjarige agenda en programmering.


Beïnvloedbaarheid van de kosten

 

Beïnvloedbaar
De beïnvloedbare kosten betreffen kosten voor de MAAK gebieden (€ 2,1 mln), de kwaliteit van de woningvoorraad en uitvoering van de woningvisie en woningnet (€ 0,9 mln), de kosten rondom funderingen (€ 0,5 mln), kosten brandveiligheid woonwagens (€ 0,3 mln) en monumenten en archeologie (€ 0,2 mln).

Beperkt beïnvloedbaar
Dit betreft kosten voor monumenten en welstand (€ 0,2 mln), omgevingswet en wet kwaliteitsborging (€ 0,2 mln), woonruimte zaken en bestemmingsplannen (€ 0,4 mln), dotatie aan de bestemmingsreserve GAF (€ 0,2 mln), het Ebbehof parkeerterrein (€ 0,1 mln), Inverdam en omgeving (€ 0,1 mln) en participatie vergroenen (€ 0,1 mln).

Niet beïnvloedbaar         
Dit zijn personeelskosten (€ 1,4 mln), het volkshuisvestingsfonds (€ 0,9 mln) en dubieuze debiteuren (€ 0,1 mln).

Op middellange termijn beïnvloedbaar   
Dit betreft voornamelijk kosten voor personeel (€ 19,4 mln), voorbereiding programma flexwonen (€ 2,5 mln), verduurzamen woningvoorraad (€ 1,5 mln), planbegeleidingskosten (€ 0,3 mln), subsidieregelingen voor fundering en monumenten (€ 0,3 mln),

Deze pagina is gebouwd op 10/15/2025 15:10:51 met de export van 10/15/2025 15:07:16