Publiekrechtelijk
- Publiekrechtelijk
Recreatieschap Alkmaarder en Uitgeestermeer
(Bedragen x €1.000)Recreatieschap Alkmaarder en UitgeestermeerRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:5 april 2007Vestigingsplaats:UitgeestToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) is een samenwerkingsverband van twaalf omliggende gemeenten en de provincie Noord-Holland. Het zet zich in voor:
- het verzekeren van een evenwichtige ontwikkeling van de recreatie en de watersport op en rondom het meer en aangrenzende gebieden;
- het tot stand brengen, bewaren en onderhouden van het landschap en een evenwichtig natuurlijk milieu dat is afgestemd op het onder bovenstaande geformuleerde.
Bestuurlijk belangWethouder Breunesse lid van het Algemeen Bestuur, plaatsvervanging door wethouder Tuijn.
Stemverhouding: 12,5%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Belangrijke punten uit 2025:
- Het bestuur is conform het vaststellen van de kadernota 2025 akkoord met de benodigde incidentele participantenbijdragen over de jaren 2025 t/m 2031 van in totaal € 1,15 miljoen, met daarbij de dekking voor de participanten vanuit de BCF-btw van de investeringsprojecten;
- Bij het besluit van het bestuur om onderzoek naar de governance te doen is opheffing van de gemeenschappelijke regeling de voorkeursoptie. Met uitzondering van aangegane verplichtingen (zoals de 2e fase natuurontwikkeling Saskerleidam) wordt de ontwikkeling van plannen gepauzeerd; RIB 9423319 onderzoek governance RAUM Het onderzoek naar nieuwe projecten (bureau Ginder) wordt afgerond;
- De invoering van de recreatiekaart wordt gestaakt.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van deelname aan de gemeenschappelijke regeling is hoog. Het weerstandsvermogen is onvoldoende. De omvang van de huidige algemene reserve (weerstandscapaciteit) is € 43 en ligt onder het niveau van het benodigde weerstandsvermogen van € 427. Het bestuur van het RAUM heeft besloten aan te sluiten bij het uitgangspunt van de regio Noord-Kennemerland om slechts een beperkte algemene reserve aan te houden voor de GR: de norm is 2,5% van de lasten. De consequentie hiervan is dat een beroep op de participanten gedaan moet worden indien de risico's die zich voordoen het bedrag van de algemene reserve overschrijden.
Financieel beeld
Jaarrekening 2024
De jaarrekening 2024 sloot met een positief resultaat van € 26.000, terwijl een negatief resultaat van €252.000 was begroot. Het verschil wordt o.a. verklaard door uitgestelde projecten zoals de visieschets Aagtenpark en reclamezuilen/recreatiearken.
Rechtmatigheidsverantwoording
Het dagelijks bestuur is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens. Er zijn geen afwijkingen vastgesteld boven genoemde grens van € 80.077.
Toekomst recreatieschap
Het bestuur van het recreatieschap ziet het als zijn verantwoordelijkheid om fundamenteel na te denken over de toekomst van het recreatieschap. Een voortzetting op de huidige manier is niet houdbaar zonder extra participantenbijdragen. De volgende vragen spelen een rol:
- Wat zijn de kerntaken?
- Kunnen de recreatieopgaven in het gebied op een andere manier georganiseerd en gefinancierd kunnen worden?
- En wat is daarin de rol is van gemeenten, provincie, terreinbeherende organisaties, waterschap etc.?
Begroting 2026
De totale begrote lasten liggen afgerond € 56.500 lager dan de begroting 2025 na wijziging. Dat verschil wordt bepaald door:
- Minder kosten inzake incidentele projecten (€ 174.000);
- Kosten stijging door indexatie (€ 80.000);
- Meer rentelasten door looptijd lening een heel jaar (€ 27.000);
- Minder inzet RNH inzake aanbesteden onderhoudscontracten (€ 19.000);
- Meer kapitaalslasten door diverse investeringen (€ 15.000);
- Meer advieskosten externen, met name Cyber (€ 14.500).
De begrote baten zijn afgerond € 1.092.500 hoger dan de begroting 2025 na wijziging. Dat verschil wordt veroorzaakt door:
- Meer opbrengsten door incidentele bijdrage participanten (€ 1.064.000).
Bij de vaststelling van de Kadernota 2025 heeft het AB besloten om de tekorten in de begrotingsjaren 2025 t/m 2029 te dekken met incidentele bijdrage door de participanten ten gunste van de reserves conform de geldende verdeelsleutel;
- Meer opbrengsten door indexatie participantenbijdrage conform gemeenschappelijke regeling en overige opbrengsten (€ 58.500);
- Minder subsidie opbrengsten incidentele projecten (€ 30.000);
- Meer opbrengsten uit erfpacht en overige opbrengsten als gevolg van indexatie (€ 12.500);
- Minder rentebaten door teruglopen banksaldi en lagere spaarrente (€ 12.500).
Zienswijze
De gemeenteraad gaf in mei een positieve zienwijze op de jaarrekening 2024 en de begroting 2026, met de volgende aandachtspunten:
- Neemt met instemming kennis van het financieel resultaat 2024, dat licht positief is;
- Steunt het onderzoek naar de huidige governance- en samenwerkingsstructuur en of deze toekomstbestendig is en welke alternatieven mogelijk zijn;
- Dringt erop aan zo spoedig mogelijk – uiterlijk op het moment dat de eerste resultaten van het governance onderzoek openbaar worden – inzicht te geven in de (financiële) verplichtingen die het recreatieschap niet meer aangaat, welke het gaat pauzeren en welke het schap afhandelt;
De gemeenteraad heeft daarbij het volgende amendement aangenomen:
- 25A40 Amendement Granulliet is een risico.
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico’s:
- Overmacht: optreden extreem weer, brand, (vogel)ziekte en plagen flora en fauna, verslechtering zwemwaterkwaliteit door warm weer en (drugs)dumpingen;
- Zorgelijke financiële positie
- Veranderende en verzwarende wet- en regelgeving.
- Uitstel/afstel project Saskerleidam
- Bestuurlijk draagvlak vermindert. Heiloo heeft aangekondigd te willen onderzoeken of uittreden mogelijk is, risico op nog meer deelnemers die uittreden.
- De huidige weerstandscapaciteit is onvoldoende voor het benodigde weerstandsvermogen. Op de (middel)lange termijn moeten o.b.v. de onderhouds- en investeringsplannen wel bestuurlijke keuzes worden gemaakt.
Beheersmaatregelen:
- Inzetten op omgevingsmanagement: informatie stakeholders als raden en ondernemers
- Meer gezamenlijk optrekken met betrokken partijen om een integraal resultaat te behalen
- Meer inzet op toezicht en handhaving;
- Opstellen van een financieel plan
- Publiekrechtelijk
GGD Zaanstreek Waterland
(Bedragen x €1.000)GGD Zaanstreek WaterlandRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:01-09-2016Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangGGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de (sociale) veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop, met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein.
Bestuurlijk belangEen lid van het Algemeen Bestuur (AB) heeft in de vergadering van het AB één stem. In die gevallen waarin Zaanstad en Purmerend zwaarwegende bezwaren hebben tegen een voorstel en met het oog daarop tegenstemmen, leidt die tegenstem tot verwerping van het voorstel. Het voorgaande is niet van toepassing op het voorstel tot vaststelling van de begroting respectievelijk de jaarrekening van de GGD. Wethouder Onclin is voorzitter van het DB en het AB, plaatsvervanger wethouder Slegers.
Stemverhouding: 14%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
De GGD werkt inmiddels op basis van de afspraken die gemaakt zijn in het GGD 3.0 traject. Dit traject heeft als doel gehad toe te werken naar een toekomstbestendige GGD. In 2024 is de evaluatie van de Governance gestart met als insteek inzicht te krijgen hoe de (nieuwe) werkgroepen (waarin gemeenten en GGD) de sturing van de GGD ervaren. Het kernteam met daarin de directeur van de GGD en managers vanuit de gemeenten is opdrachtgever van deze evaluatie. De directeur is betrokken bij de evaluatie. Dit evaluatieproces loopt nog en is nog niet afgerond.
De gezamenlijke huisvesting van GGD ZW en VrZW heeft vertraging opgelopen, dit heeft tot gevolg dat de verhuizing ook later volgt. Zie hiervoor de “Update businesscase Samen Sterker” die door de GGD verzonden is aan alle gemeenten op 19 december 2024.
GGD en VrZw hebben afgesproken dat (onderzoek naar) verdere samenwerking wordt uitgesteld tot na de verhuizing.
GGD ZaWa werkt actief samen met GGD Amsterdam op het gebied van infectieziektebestrijding. Eind 2024 heeft het AB de samenwerkingsafspraken met GGD Amsterdam vastgesteld (zie GGD-raadsinformatiebrief 19 december 2024 Update uitvoering IZB). Om de toegankelijkheid voor specifieke kwetsbare groepen te vergroten, worden vanuit het centrum seksuele gezondheid wekelijks spreekuren in Zaandam aangeboden.
De GGD start in q3 2025 met een wijkgerichte aanpak om de vaccinatiegraad op peil te houden op basis van een incidentele plustaak vanuit GALA middelen. Idealiter zou je hier een meerjarig programma voor opstarten, daarvoor is echter structureel budget nodig. Landelijke middelen hiervoor zijn helaas alleen aan de G4 toebedeeld. GGD Amsterdam heeft positieve resultaten laten zien van hun wijkaanpak. Als gevolg van de nauwe samenwerking tussen deze 2 GGDen is deze kennis binnen handbereik.
Over de algemene Infectieziektenbestrijding zijn 2 raadsinformatiebrieven verzonden (9451505 en zNINA).
Ook zetten we samen met de GGD stappen om beter inzicht te krijgen in de context van door de GGD opgeleverde cijfers bij bestaande (contract)taken. Hierover worden nieuwe resultaatafspraken gemaakt. Een voorbeeld hiervan is dat we graag willen weten hoeveel deelnemers uit kwetsbare doelgroepen bereikt worden, en niet alleen het aantal deelnemers aan een interventie.
Het SPUK gala loopt in 2026 gedeeltelijk af en/of wordt met 10% gekort. Een deel van de plustaken worden hieruit gefinancierd. Er zal gekeken moeten worden naar mogelijkheden voor voortzetting door tijdig zoeken naar alternatieve financiering (afhankelijk van de wens om uitvoering van taken wel of niet voort te zetten). Dit heeft dus mogelijk gevolgen voor de omvang van ons plustakenpakket bij de GGD.
Risicoprofiel
Gemeenten zijn wettelijk verplicht om een GGD in stand te houden voor de uitvoering van de taken op het gebied van de publieke gezondheidszorg. Het risicoprofiel van de GGD is hoog: de financiële bijdrage in de Gemeenschappelijke Regeling is groot (ongeveer € 12 mln. deelnemersbijdrage voor het basispakket en € 3,5 mln. aan plustaken in 2025), terwijl de gemeente Zaanstad maar beperkte invloed heeft in het Algemeen Bestuur. Iedere gemeente heeft één stem. Dit betekent voor Zaanstad een stemverhouding van 14% en een financiële deelnemersbijdrage van 47% voor het basispakket. De politieke en maatschappelijke betrokkenheid zijn eveneens groot: de activiteiten van de GGD betreffen de gezondheid en veiligheid van de inwoners. Een probleem op het gebied van volksgezondheid of veiligheid haalt direct de pers en heeft zijn weerslag op de politiek.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
De jaarrekening 2024 geeft een positief resultaat van € 73.912. Zoals in de Financiële Verordening is opgenomen, hoeft de jaarrekening niet ter zienswijze te worden voorgelegd aan gemeenteraden, bij een resultaat(bestemming) kleiner dan € 100.000. Vandaar dat de Jaarrekening 2024 ter besluitvorming wordt voorgelegd aan het Algemeen Bestuur (juli 2025). Voorgesteld wordt om het positieve resultaat te bestemmen voor het vervangen van het instrumentarium van Jeugdgezondheidszorg. Dit instrumentarium is verouderd en er is onvoldoende budget voor de nodige vervanging.
Rechtmatigheidsverantwoording
De accountant heeft een goedkeurende controleverklaring afgegeven over de getrouwheid; dat alle baten en lasten juist en volledig in de jaarrekening zijn verwerkt. Bij de jaarrekening 2024 heeft het dagelijks bestuur voor de tweede keer zelf een rechtmatigheidsverantwoording afgegeven; of wet- en regelgeving is nageleefd. De rechtmatigheidsafwijkingen (rechtmatigheidsfouten en onduidelijkheden) komen boven de overeengekomen verantwoordingsgrens uit. Dit komt doordat inkopen in het verleden niet Europees zijn aanbesteed, terwijl dit vanwege de waarde van de inkopen wel had gemoeten. Dit geldt onder andere voor inkopen (zoals inhuur personeel) die tijdens de “coronajaren” 2021 en 2022 zijn gedaan en zijn verlengd. De rechtmatigheidsfout bedraagt voor 2024 € 3,2 mln. De GGD heeft hierop een verbetertraject gestart met als doel om alle contracten in het vervolg rechtmatig af te sluiten. Volgens het accountantsverslag heeft de GGD “in 2024 stappen gezet om dit proces te verbeteren en strikter toe te zien dat aanbestedingen volgens de juiste procedures worden uitgevoerd
Begroting 2026-2029 inclusief bezuinigingsvoorstel
De begroting 2026 is inclusief bezuinigingsvoorstel ter zienswijze voorgelegd aan de gemeenteraden. De
begroting is opgesteld binnen de kaders van de kadernota 2026. De Kadernota 2026 van de GGD is niet ter zienswijze aan de gemeenteraden voorgelegd. Naast autonome (indexatie loonkosten) en neutrale wijzigingen (verschuivingen van plustaken naar het basispakket), is hierin voor € 710.000 structureel aan extra kosten opgevoerd voor document- en archiefbeheer, cybersecurity en ICT. Deze kosten zijn voor bijna € 600.000 gedekt door voordelen op de bedrijfsvoering (o.a. door voordelen uit de samenwerking met de VrZW). Het overige deel van deze kosten is autonoom, omdat de GGD moet voldoen aan wet- en regelgeving op het gebied van archiefbeheer.
De deelnemersbijdrage van Zaanstad komt in de Begroting 2026 van de GGD uit op € 12.504.125. Dit is € 36.274 lager (voordeel) dan waar bij de Kadernota 2026 van is uitgegaan. Dit komt vooral voort doordat de indexatie van de loonkosten is verlaagd. De raad heeft een positieve zienswijze gegeven over het vaststellen van de begroting.
Verder heeft de GGD een bezuinigingsscenario voorgelegd, waarin wordt bezuinigd op taken waar beperkte directe impact is voor bewoners. Dit scenario bevat een bezuiniging van 2,3% ten opzichte van de deelnemersbijdrage van Zaanstad. Ook hierover heeft de raad een positieve zienswijze afgegeven.
Zowel de Begroting 2026 als het bezuinigingsvoorstel wordt in september 2025 ter besluitvorming voorgelegd aan het Algemeen Bestuur.
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico: Personeelstekorten (landelijk fenomeen) leiden tot verslechteren dienstverlening aan inwoners en wachtlijsten
Beheersmaatregel: In samenwerking met GGD sturen op prioriteren van dienstverlening aan meest kwetsbare inwoners. Stimuleren van bovenregionale samenwerking om dienstverlening op peil te houden. GGD stuurt actief op terugdringen van het ziekteverzuim. Een extern bureau voert exitgesprekken om inzicht te krijgen in en grip te krijgen op het verloop en het behoud van werknemers.
Risico: Aanbod GGD sluit niet voldoende aan op behoefte inwoners/ maatschappelijke visie gemeente
Beheersmaatregel: periodiek inhoudelijk overleg om beleidskeuzes door te nemen en bestaand aanbod te verbeteren of nieuw aanbod te implementeren.
Risico: GGD is eigen risicodrager. Afschaling van taken/ opdrachten kunnen leiden tot (langdurige) frictiekosten die aan gemeenten worden doorbelast
Beheersmaatregel: Zaanstad communiceert als goed opdrachtgever tijdig het afstoten van taken/ opdrachten, zodat de GGD tijd heeft om passende maatregelen te nemen de frictiekosten te beperken. Verder zullen we erop aansturen om heldere afspraken te maken over frictiekosten en de wederzijdse verantwoordelijkheid om deze te beperken.
Risico: Autonome ontwikkelingen, wetwijzigingen en landelijke initiatieven kunnen leiden tot uitbreiding van capaciteit c.q. aanbod en toename van de kosten.
Beheersmaatregel: Periodiek overleg dat aansluit op de PDCA cyclus om daarmee sneller te kunnen anticiperen op ontwikkelingen in vraag en aanbod, en toekomstige wijzigingen.
Risico: Financiële tekorten groter dan € 450.000 kunnen niet worden opgevangen binnen het weerstandsvermogen (algemene reserve) van de GGD.
Beheersmaatregelen: Vanuit de GGD wordt de risicoanalyse verder aangescherpt. De volgende stap is om risico’s te kwantificeren en te toetsen dat er voor het geheel aan risico’s voldoende weerstandsvermogen aanwezig is. Aangezien gemeenten verantwoordelijk zijn voor de financiering van de GGD, is het zo dat gemeenten uiteindelijk zullen moeten bijdragen als de situatie zich voortdoet dat er tekorten zijn bij de GGD waarvoor onvoldoende weerstandsvermogen aanwezig is
- Publiekrechtelijk
Vervoerregio Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Vervoerregio AmsterdamRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:7 maart 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Vervoerregio Amsterdam heeft als doel het, door samenwerking van gemeenten, oplossen van regionale problemen en benutten van regionale kansen in de regio Amsterdam.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het AB/DB.
De wethouder van Amsterdam is voorzitter van het DB en tevens voorzitter van de Regioraad
Stemverhouding: 11,3%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Kabinet valt
Met de val van het kabinet ontstaat er onzekerheid over de gemaakte afspraken met het Rijk. Of dit ook effect heeft op de beoogde 10% korting op de BDU is onzeker. De val van het kabinet biedt ook kansen. Op dit moment wordt slechts 1,2% van het BBP aan infrastructuur gespendeerd, daarmee bungelen we onderaan het Europese gemiddelde. Een nieuw kabinet biedt kansen om dit niveau op te krikken.
Bezuinigingen Rijk
Ook de Vervoerregio krijgt te maken met bezuinigingen vanuit het Rijk. Dit zijn:
- 10% korting door het Rijk opgelegd vanaf 2026
Het nieuwe kabinet wil € 110 mln. bezuinigen op het openbaar vervoer in de Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Voor de Vervoerregio Amsterdam betekent dit een bezuiniging van € 51 miljoen. Het bestuur van de Vervoerregio Amsterdam dringt er bij het kabinet op aan om de bezuiniging terug te draaien.
- Herijken studenten OV, korting € 10 mln. vanaf 2026
Parallel loopt de aanpassing van de vergoeding die onze vervoerders krijgen voor de ov- studentenkaart. Die aanpassing volgt waarschijnlijk al in 2025 en is het gevolg van de laatste meting die laat zien dat studenten minder gebruik maken van het openbaar vervoer. Naar alle waarschijnlijkheid gaat het voor de vervoerders van de Vervoerregio om een vermindering van € 10 mln. per jaar
Indien de Vervoerregio de vervoerders compenseert voor de ov-studentenkaart betekent het voor de Vervoerregio een versobering van in totaal ongeveer € 62 mln. per jaar. De extra middelen uit de motie Bikker zullen hierdoor grotendeels verdampen. Op maandag 23 juni maakten de Vervoerregio's gezamenlijk bezwaar.
Motie Bikker
De Tweede Kamer heeft op 21 september 2023 de motie Bikker aangenomen, waarin structureel € 300 mln. beschikbaar wordt gesteld voor het regionale openbaar vervoer. Het doel van dit geld is het voorkomen van verschraling van het ov, waaronder het voorkomen van de tariefstijging van 11,72% die in 2024 doorgevoerd zou moeten worden.
De Vervoerregio ontvangt vanuit de motie Bikker structureel € 85 mln. per jaar. Een deel hiervan gaat naar het structureel voorkomen van de tariefstijging 2024, de rest gaat in de periode 2024-2026 door middel van een maatregelpakket naar het voorkomen van verschraling van het ov. Het maatregelenpakket is in 2024 door de Regioraad vastgesteld. Vanuit de motie Bikker zijn nog steeds gelden beschikbaar. Gemeenten kunnen aanspraak hierop maken met de voorwaarden dat het geld uiterlijk in december 2026 is besteed.
Problemen EBS
- Uitval
Eind 2023 startte er een nieuwe concessie. Vanaf dat moment zijn er veel problemen (rituitval, bussen die niet rijden) met EBS. Dit komt door een te lage laadcapaciteit als gevolg van software problemen. Hierdoor is er maar één laadpunt beschikbaar is. Elektrische bussen zijn hierdoor te weinig inzetbaar. Dit is niet op te vangen door dieselbussen.
EBS deelt maandelijks rapportages over uitval. Dit geeft een wisselend beeld qua beschikbaarheid.
- De rituitval schommelt met de maanden maar over het algemeen zien we een dalende trend naar beneden. In de laatste rapportage over de maanden februari/maart was de totale rituitval gemiddeld 1,5%.
- Personeelstekort
De Vervoerregio heeft in 2024 een onderzoek laten doen naar de oorzaken van het personeelstekort onder buschauffeurs. De aanbevelingen uit het rapport worden de Vervoerregio opgepakt. EBS neemt nog steeds nieuw personeel aan en het aantal chauffeurs neemt langzaam toe.
Regionaal Deelmobiliteitssysteem
De vervoerregio wil vanaf 2026/2027 een regionaal deelmobiliteitssysteem introduceren voor alle 14 gemeenten die binnen de VRA vallen. Dat betekent dat er net als bij het busvervoer één systeem komt voor alle regio's en waar de Vervoerregio voor aan de lat staat. Op donderdag 26 juni presenteerde de Vervoerregio haar plannen aan de Zaanse raad. Het systeem vereist vergaande harmonisatie. Zo zal elke gemeente de APV moeten aanpassen naar het model van de VRA en overige afspraken implementeren. Door dit verstrekkende karakter wordt het systeem pas van kracht na formele instemming van alle gemeentelijke raden.
Risicoprofiel
Er is sprake van profiel middel.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
In 2024 zijn binnen het programma Verkeer en Vervoer € 32,8 miljoen minder lasten gemaakt (onderbesteding) en € 7,0 miljoen meer baten gerealiseerd dan oorspronkelijk begroot. Daarnaast waren de rentelasten bij de Algemene dekkingsmiddelen € 0,7 miljoen lager dan verwacht, en viel een beschikking € 0,8 miljoen hoger uit dan waarmee rekening was gehouden. Ook bij de overhead zijn € 0,1 miljoen meer baten gerealiseerd dan begroot. In totaal leidt dit in 2024 tot een positief saldo van € 41,4 miljoen.
Rechtmatigheidsverantwoording
Het dagelijks bestuur van de VRA stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen bedrag € € 1.989.966 bedraagt. Dit is lager dan de daarvoor gestelde grens van € 10.696.940. Van de niet rechtmatig tot stand gekomen verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties is volgens het dagelijks bestuur van VRA overigens een bedrag van € 1.977.966 acceptabel op basis van door de regioraad vastgestelde afspraken
Begroting 2026-2029
De begroting en het UPM bouwen verder op eerdere begrotingen, de ingezette lijn wordt doorgezet en constant beleid is geborgd. Vanaf 2026 gaat de Vervoerregio uit van een structurele bijdrage van € 599 miljoen per jaar. Jaarlijks is er ook sprake van de indexatie van de rijksbijdrage Brede Doeluitkering Verkeer & Vervoer (BDU). De 10% korting op de BDU is echter nog niet van de baan en creëert een grote mate van onzekerheid voor de begroting. In de meerjarenbegroting 2026 zijn de volgende zaken verwerkt:
- De ophoging van de budgetten naar prijspeil 2025 voor de indexatie van de BDU. Voor de begroting is deze ingeschat op 3,8%. Dit percentage is inclusief een correctie op prijspeil 2024 (0,0456%) +/- € 22 miljoen per jaar;
- Het opnemen van budgetten die uit 2024 zijn doorgeschoven naar latere jaren om de verplichtingen voor lopende projecten te kunnen voldoen
- Extra budget in 2026 – 2029 voor de volgende intensiveringen uit de kadernota 2026;
- Voor het intensiveren van het OV, gezien de groei de komende jaren, is vanaf 2027 een bedrag van € 3 miljoen extra opgenomen. Met een jaarlijkse toename van dit bedrag met € 3 miljoen.
- Een tariefmaatregel in 2026 en het voortzetten van de compensatie voor de verminderde bijdrage voor het studenten ov reisproduct, ieder voor 10 miljoen euro per jaar vanaf 2027. In 2026 zitten beide maatregelen in het reeds vastgestelde maatregelenpakket Bikker.
- Voorziene stijging bij het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit (UPM) in het kader van nieuwe mobiliteitsprojecten in de komende 10 jaar, 15 miljoen per jaar.
- Regionale aanpak van deelmobiliteit: implementatiebudget in 2026 € 0,7 miljoen, realisatiebudget in 2027 € 1 miljoen en de jaren daarna jaarlijks € 8 miljoen
De top10 grootste projecten, die in 2026 tot uitgaven komen zijn:
- Aanpak Verkeersdruk Thorbeckeweg - N516 – AVANT
- Multimodale Knoop Schiphol
- Zuidasdok OV-Terminal en no-regret maatregel verlenging Noord/Zuidlijn
- HOV Sloterdijk-Amsterdam CS
- Verlengen IJtram 1e fase Strandeiland
- Herinrichting Middenweg/Linnaeusstraat
- HOV Schiphol Rijk - Schiphol Oost zuidelijk deel
- Oranje Loper Amsterdam
- Guisweg Zaanstad - planuitwerkingsfase
- Fietsenstalling Zaandam Oostzijde Jaarlijks brengen we verslag uit over de voortgang
Risico's en beheersmaatregelen
- Nieuw kabinet/regeerakkoord
Nu het kabinet Schoof ruim een half jaar onderweg is, worden politieke keuzes duidelijk. Tel daarbij op de ontwikkelingen op wereldtoneel en we weten welke onzekerheden op ons afkomen.
Er zijn forse bezuinigingen op het ambtenarenapparaat in het regeerakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB ingeboekt. De vier partijen zijn van plan structureel 22% minder uit te geven aan het ambtelijk apparaat, wat betekent dat er flink minder ambtenaren zullen zijn.
De nieuwe coalitie wil de specifieke uitkeringen overhevelen naar het gemeentefonds, maar past wel een budgetkorting van 10% toe. De overheveling naar het gemeentefonds is afgewend, de budgetkorting hangt nog boven de markt.
Door uitspraken van de Amerikaanse president Trump over mogelijke vredesonderhandelingen met Rusland, staan de oorlog in Oekraïne en de toekomst van het land opnieuw hoog op de Europese politieke agenda. Veel partijen maken zich zorgen over mogelijke Russische agressie en willen dat er meer geïnvesteerd wordt in de eigen verdediging. Verschillende lidstaten van de EU maken de keuze de defensie uitgaven te verhogen en in lijn te brengen met de NAVO-norm.
- OV-schaalsprong
Het westelijke en zuidwestelijke deel van de Vervoerregio kent grote mobiliteitsopgaven. Er is een groeiende behoefte aan snelle OV-verbindingen met name naar de plekken waar wonen, werk en onderwijs zich concentreren. Daarnaast is sprake van grootschalige gebiedsontwikkeling in Amsterdam en Haarlemmermeer, waarmee in een belangrijke nationale en regionale woningbouwbehoefte wordt voorzien. Met schaalspronginvesteringen, zoals de OV-verbindingen Amsterdam-Haarlemmermeer (OVAH) (verlenging Noord/Zuidlijn) en Sloterdijk-Amsterdam Centrum (OVSA) (onder andere Ringlijn) wordt het mogelijk om meer regionale, nationale en internationale verbindingen te leggen. Het zijn bouwstenen om de beleidsambities van de Vervoerregio op het gebied van een bereikbare regio en duurzame en inclusieve mobiliteit te realiseren. Stagnatie van deze projecten – of een terugtrekkende beweging van het rijk - raakt ook andere ambities, zoals aanpassingen op station Amsterdam CS.
- Klimaat
We zullen moeten leven met de effecten van klimaatverandering. We verwachten meer stortregens, zwaardere stormen en lange drogere en hete perioden. Nederland is extra kwetsbaar voor overstromingen omdat ons land voor een groot deel onder de zeespiegel ligt. Ook de infrastructuur van het openbaar vervoer is kwetsbaar. Metro’s rijden op taluds die kunnen verdrogen en tunnels kunnen onderlopen bij extreme regenval. Het huidige vervoersysteem is hier niet goed op ingesteld. Klimaatrisico’s zijn bijvoorbeeld niet benoemd of beprijsd in de overeenkomsten met GVB. De effecten van klimaatverandering staan steeds prominenter op ons netvlies. Bij de herijking van contracten of nieuwe projecten houdt de Vervoerregio inmiddels rekening met de effecten en kosten van klimaatverandering. Dit is nu bijvoorbeeld al een serieus aandachtspunt in de MIRT-verkenningen voor de OV-verbindingen Amsterdam-Haarlemmermeer en Sloterdijk-Amsterdam Centrum
- Risicodragend opdrachtgeverschap
Onderdeel van de nieuwe governance-afspraken tussen de gemeente Amsterdam, GVB en de Vervoerregio is het overdragen van het opdrachtgeverschap voor het werkend vervoersysteem naar de Vervoerregio. Met ingang van 1 januari 2022 zijn hiertoe nieuwe overeenkomsten afgesloten. Een belangrijke overeenkomst is die voor het assetmanagement railinfrastructuur (AMRI) tussen de opdrachtgever Vervoerregio en opdrachtnemer GVB. Beide partijen moeten vertrouwd raken met hun nieuwe rol en de organisaties en processen daarop inregelen. Concreet betekent dit: zicht krijgen op het meerjarig onderhoud & vervangingsprogramma, kritieke prestatie-indicatoren en risico-inventarisatie. De groei naar excellent opdrachtgeverschap is een speerpunt van de Vervoerregio.
- Transitie naar elektrische bussen
De Vervoerregio zet de laatste stappen in de transitie naar elektrisch vervoer. Dit gaat met name om investeringen in elektrische bussen en laadinfrastructuur. Dit draagt bij aan de doelstelling om vanaf 2025 een volledig elektrische busvloot te hebben. Onzekerheid in de levering van onderdelen in de keten zorgt voor vertraging en/of afstel van deze plannen.
- Inbestedingen (GVB)
De Vervoerregio sluit een nieuwe concessie af voor het Amsterdamse werkgebied. De concessie wordt, net als in 2012, niet aanbesteed maar inbesteed. Opdrachtnemer is GVB. Het afsluiten van een concessie is complex. Hierin worden afspraken vastgelegd die meer dan tien jaar beslaan en over de hele looptijd maximaal moeten bijdragen aan een goed werkend vervoersysteem. We hebben gezien dat verlenging van de huidige concessie met maximaal twee jaar nodig was. GVB heeft een tweede kans gekregen om tot een verbeterde bieding te komen. Het doel is dat de aangepaste bieding in mei 2025 wordt ingediend en dat de concessie – bij voldoen aan de eisen – wordt gegund in juli 2025.
Om de concessie goed te ontwerpen en in te regelen werkt de Vervoerregio nauw samen met GVB om te zorgen dat de risico’s en ontwerpvraagstukken goed in beeld zijn. Problemen of issues worden direct geadresseerd en waar nodig geëscaleerd. Door intensief samen te werken, groeit het onderling vertrouwen en daarmee de kans van slagen.
- AMRI: kunstwerken
Groot onderhoud aan kunstwerken in het metro-netwerk, zoals bruggen, viaducten en fly-overs, kost meer geld dan de betrokken partijen kunnen dragen. Vooralsnog zijn er geen signalen dat dergelijk onderhoud ophanden is.
In de overeenkomst ‘beheer metro- en traminfrastructuur’ is vastgelegd dat de gemeente Amsterdam het beheer en onderhoud van het areaal bekostigt dat niet behoort tot de Wet lokaal spoor (Wls). Het gaat hoofdzakelijk om de metrostations. Daarbij geldt dat de demarcatie tussen het Wls-deel en het niet-Wls-deel wel is verkend maar nog moet worden aangebracht. De eerste verkenning naar de kosten van het beheer en onderhoud van het niet-Wls-deel uit 2022 kwam uit op een bedrag van € 23,0 miljoen per jaar. Dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over de demarcatie doet overigens niets af aan de afspraak dat de gemeente het beheer en onderhoud van het niet-Wls-deel dient te bekostigen.
- Stabiliteit & slagkracht vervoerbedrijven
De Vervoerregio is opdrachtgever voor het openbaar vervoer binnen haar grondgebied. En daarbij afhankelijk van de performance van de vervoerbedrijven. Dat bewijzen de volgende voorbeelden.
Sinds EBS eind 2022 het busvervoer in onder andere Zaanstreek-Waterland heeft overgenomen, is er veel kritiek. Reizigers klagen over uitvallende ritten, volle bussen en een gebrekkige communicatie. Ook chauffeurs luiden de noodklok: er is een personeelstekort, en de werkdruk is hoog. Vooral de vraag of de Vervoerregio goed genoeg heeft gekeken naar de capaciteiten van EBS voordat het contract werd gegund, blijft open. Was er voldoende onderzoek gedaan naar de financiële stabiliteit en operationele slagkracht van het bedrijf? Of was de keuze vooral gebaseerd op de laagste prijs, zonder voldoende oog voor de uitvoering? De inbesteding van de concessie GVB is niet binnen de reguliere tijd afgerond. Om GVB de tijd te geven hun bieding te verbeteren en vanwege de bedrijfscontinuïteit, is de huidige concessie met twee jaar verlengd ‘onder gelijkluidende voorwaarden’. Dat wil zeggen met dezelfde regels die voor de huidige concessie gelden. De verlenging vervalt zodra het bob van GVB wordt goedgekeurd en de nieuwe concessie is gegund
- Publiekrechtelijk
Centraal Nautisch Beheer
(Bedragen x €1.000)Centraal Nautisch BeheerRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:18-03-1994Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Centraal Nautisch Beheer (CNB) heeft als doel het verkrijgen van eenheid in het beleid en de uitvoering van taken van gemeenten en het rijk die betrekking hebben op het scheepvaartverkeer binnen het Noordzeekanaalgebied. De regeling is ook bedoeld om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van infrastructurele voorzieningen en de toegankelijkheid van de vaarweg.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het bestuur, plaatsvervanger wethouder Onclin.
Stemverhouding: 15%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het Centraal Nautische Beheer draagt zorg voor de begeleiding van het scheepvaartverkeer in het Noordzeekanaalgebied, het toezicht op de verwijdering van scheepsafval en veiligheidsaspecten rondom het scheepvaartverkeer en de beveiliging van havenfaciliteiten in het kader van havenbeveiliging.
Ontwikkelingen
Havenbeveiliging:
Op 1 januari 2024 zijn de gewijzigde Havenbeveiligingswet en de nieuwe Havenbeveiligingsregeling in werking getreden. Deze wetswijziging wordt niet door CNB uitgevoerd en geïmplementeerd maar door gemeenten zelf. Voor de uitvoering van deze wet is door Zaanstad de wachtplaats in de Wim Thomassenhaven gecertificeerd overeenkomstig de vigerende wetgeving.
Regionale Havenverordening:
Er worden enkele technische wijzigingen doorgevoerd om het uniforme karakter van deze verordening zoveel als mogelijk te behouden. Deze verordening wordt niet alleen gebruikt in de havens behorende bij het CNB, maar ook door de havens van Rotterdam. Daarom is het wenselijk om enkele wijzigingen door te voeren en deze verordening in 2025 door de Raad opnieuw te laten vaststellen. De aanpassingen betreffen wijzigingen op het gebied van goed havenbeheer in relatie tot nieuwe ontwikkelingen in de scheepvaart.
Samenwerkingsovereenkomst Zaanstad-CNB:
In 2025 dient er een nieuwe samenwerkingsovereenkomst gesloten te worden met betrekking tot de geleverde diensten voor Zaanstad. Het ligt in de lijn der verwachting dat de bijdrage voor deze dienst zal worden verhoogt van €11K naar ong. €15K.
Rechtsmatigheidsverantwoording:
Het CNB doet onderzoek naar een (kosten)efficiënte en juridisch dekkende wijze van de rechtsmatigheidsverantwoording behorende bij de gemeenschappelijke regeling. Naar verwachting volgt er in het najaar van 2025 een extern advies.
Mandaatverlening:
De onderliggende mandaten voor uitvoering dienen geüpdatet te worden. Hiervoor is een voorstel van het CNB ontvangen, welke zal worden voorgelegd met bijbehorend advies.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied is "gemiddeld" laag. Financieel draagt de gemeente Zaanstad nauwelijks bij in de gemeenschappelijke regeling. Het Havenbedrijf Amsterdam NV draagt het exploitatiesaldo. Zaanstad heeft 15% van de stemmen in het Algemeen Bestuur.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
- Resultaat 2023: € 2.900 positief ten opzichte van het budget
- Voorstel bestemming resultaat: komt ten gunste van Havenbedrijf Amsterdam NV
Rechtmatigheidsverklaring
Bij de jaarrekening 2023 is geen rechtmatigheidsverklaring afgegeven.
Begroting 2025
- De begroting gaat uit van een uitgave aan publieke taken van € 30,9 mln.
- Financiële impact: Er is geen financiële impact, omdat Havenbedrijf Amsterdam risicodragend voor CNB is. Zaanstad draagt € 11 duizend aan de GR bij. Er zijn gesprekken gaande over de indexering van dit bedrag
- Herijking begroting 2024: niet van toepassing.
Zienswijze
Er is een positieve zienswijze gegeven over de ontwerp-jaarrekening 2023 en de ontwerp-begroting 2025. De reguliere taakuitvoering van het CNB en de genoemde ontwikkelingen komen het scheepvaartverkeer ten goede en dragen bij aan een duurzaam en veilig havengebied.
Zaanstad betaalt jaarlijks een bedrag van € 11 duizend als bijdrage voor het uitvoeren van veiligheidsinspecties bij zeeschepen. Voor het overige garandeert het Havenbedrijf Amsterdam de financiële exploitatie van de GR Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied. Er zijn gesprekken gaande over een indexering van de bijdrage.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico 1: Het CNB heeft geen eigen weerstandsvermogen.
De publieke taakuitoefening is door het CNB gemandateerd aan de Divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Amsterdam NV. De governance-regels waaraan Havenbedrijf Amsterdam NV moet voldoen, onder andere die van solvabiliteit en liquiditeit, waarborgen dat onverwachte financiële tegenvallers de publieke taakuitoefening niet in gevaar brengen.
Beheersmaatregelen vanuit gemeente Zaanstad:
- Begroting en jaarrekening van de afgelopen drie jaren zijn beschikbaar.
- Zaanstad neemt deel aan het Algemeen bestuur van CNB. Minimaal twee keer per jaar is er een bestuursvergadering. De vaststelling van de begroting en jaarrekening vindt plaats in het Algemeen bestuur CNB. Alvorens de jaarstukken ter vaststelling voor te leggen, kunnen de gemeenteraden jaarlijks een zienswijze geven op de jaarstukken.
- Zaanstad participeert in het Beleidsoverleg van het CNB. Dat komt elke twee maanden bij elkaar.
- Voorstellen van Verbonden Partijen tot aanpassing van de statuten en gemeentelijke deelname worden altijd besproken met sector Strategie en Control.
Risico 2: Havenbedrijf Amsterdam NV hanteert een systeem van risicomanagement gebaseerd op Enterprise Risk Management (COSO-ERM).
Risico’s op verschillende deelgebieden zijn geïnventariseerd en geclassificeerd op basis van kans en mogelijke impact. Periodiek wordt deze inventarisatie herhaald om gewijzigde of nieuwe risico’s tijdig te kunnen onderkennen.
Beheersmaatregelen
- goed opgeleid personeel (regelmatige oefening en bijscholing, eigen simulator);
- up-to-date-systemen en technische infrastructuur tot heldere processen & procedurebeschrijvingen met duidelijke bevelstructuur;
- het onderhouden van nauwe contacten met belangrijke externe belanghebbenden zoals Rijkswaterstaat;
- periodieke evaluatie of de bestaande beheersmaatregelen nog afdoende zijn en of aanvullende maatregelen nodig zijn.
- Publiekrechtelijk
Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland
(Bedragen x €1.000)Veiligheidsregio Zaanstreek WaterlandRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:26 januari 2017Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDoor intergemeentelijke samenwerking uitvoering geven aan:
a. het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;
b. het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;
c. het adviseren van het college van B&W over de taak, bedoeld in artikel 3, eerste lid;
d. het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;
e. het instellen en in stand houden van een brandweer;
f. het instellen en in stand houden van een GHOR;
g. het voorzien in de meldkamerfunctie;
h. het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;
i. het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f, en g genoemde taken.
Bestuurlijk belangBurgemeester Hamming is voorzitter van het AB en DB, vervanging wethouder Van der Laan.
Stemverhouding: 12,8%Actualiteiten en risico'sBrandweerzorg
VrZW richt zich op een toekomstbestendige brandweerzorg. Eind 2023 is gestart met een brede toekomstverkenning brandweer, gericht op de hele brandweerketen van risicobeheersing tot en met incidentbestrijding (fase 2 – toekomstverkenning). Het bestuur heeft verzocht eerst het regionale beeld en de opgave scherper te maken en pas daarna aan de slag te gaan met het oplossen ervan. Op 10 juli 2024 is de toekomstverkenning gepresenteerd. Om te komen tot gezamenlijke beeld- en oordeelsvorming over de trends, vraagstukken en ontwikkelopgaven heeft begin 2025 een bestuurlijke themabijeenkomst plaatsgevonden, waarna verdere uitwerking plaatsvindt. De verwachting is dat dit proces ook in 2026 nog doorloopt.
Nieuw beleidsplan 2025-2028
Op 4 maart 2025 heeft het college van B&W het beleidsplan van de VRZW besproken. De gemeenteraad is middels een raadsinformatiebrief geïnformeerd over het beleidsplan en had hierbij de mogelijkheid om nog vragen te stellen. Hiervan is geen gebruik gemaakt. Het plan is op 25 maart 2025 vastgesteld in het AB van de VrZW.
Organisatie
De samenvoeging van de VRZW en GGDZW in het pand aan het Pr. Bernhardplein, resulteert in de tijdelijke verhuizing van het hoofdkantoor VRZW, naar de kazerne Purmeren (Gorslaan 50, 1441 RG Purmerend). De verhuizing staat gepland van 30 juni 2025 tot en met 3 juli 2025. Vanaf 4 juli is alles weer operationeel in Purmerend. De verwachting is dat de verhuizing terug naar het Pr. Bernhardplein gerealiseerd kan worden in augustus 2026. Tijdens de verhuizing wordt de crisisbeheersing uitgevoerd vanaf de uitwijklocatie in Alkmaar.
Versterken informatievoorziening en ICT
In de ontwerpbegroting van de VrZW is de structurele post van €230.000 per jaar vanaf 2025 specifiek bestemd voor informatiebeveiliging en ICT-informatie. Dit omvat o.a.:
- De implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheden (BIO). De VrZW moet voldoen aan deze nationale richtlijn voor cybersecurity. De middelen worden ingezet voor noodzakelijke beveiligingsmaatregelen, risicobeheersing en compliance-monitoring
- Inzicht in ICT-architectuur en contractmanagement. Overgang naar nieuw documentmanagementsysteem (DMS). Verbetering van documentbeheer in lijn met vernieuwde archiefwetgeving en de Wet Openoverheid (WOO), vereist personele ondersteuning. Rond de €100.000 aan extra incidentele kosten in 2025 met een structurele versterking van formatie voor deze taak.
Personeelsontwikkelingen
De werkgeversvereniging (WVSV) en vakbonden hebben een akkoord gesloten over de arbeidsvoorwaarden voor de duur van vijftien maanden. De afspraken gaan met terugwerkende kracht in per 1 mei 2024 en lopen tot 1 augustus 2025.
Weerbare samenleving
De komende jaren worden rijksgelden beschikbaar gesteld voor het versterken van de weerbare samenleving. In het veiligheidsberaad van 6 oktober wordt besloten rondom besteding en verdeling van het budget. Pas daarna volgt duidelijkheid over de gevolgen van deze rijksgelden voor de VrZW.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
De jaarrekening is ter kennisgeving aangeboden aan Zaanstad. 2024 is afgesloten met een negatief resultaat van € 141.000, dit is € 643.000 hoger dan begroot. De belangrijkste afwijkingen zijn gerealiseerd bij de crisis beheersing en brandweerzorg.
In de raadsvergadering van 22 mei 2025 is kennis genomen van de jaarstukken 2024.
De solvabiliteit is ten opzichte van 2023 verder gedaald. In 2023 werd de solvabiliteit al beoordeeld als onvoldoende en het laat een dalende trend zien. Dit vormt een risico in combinatie met het beperkt eigen vermogen en de liquide middelen.
Een aantal risico’s zijn niet kwantitatief gemaakt waardoor zij een negatief effect kunnen hebben op het weerstandsvermogen. Het weerstandsratio wordt niet weergegeven in de voorlopige jaarrekening.
Rechtmatigheidsverklaring
De grens waarboven afwijkingen in de rechtmatigheidsverantwoording moeten worden opgenomen is door het Algemeen Bestuur op 20 oktober 2023 bepaald op 1% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op € 423.000.
In de Beleidsnota Rechtmatigheid van VrZW is door het Algemeen Bestuur een rapporteringsgrens vastgesteld op een absoluut bedrag, te weten € 25.000.
Het Dagelijks Bestuur stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen een bedrag van € 110.000 bedraagt. Dit is lager dan de daarvoor gestelde grens van € 423.000. Van de niet rechtmatig tot stand gekomen verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties is volgens het Dagelijks Bestuur overigens een bedrag van € 110.000 acceptabel op basis van door het Algemeen Bestuur vastgestelde afspraken.
Begroting 2026
VrZW heeft de volgende strategische opgaven benoemd:
- Toekomstgerichte crisisbeheersing
- Toekomstbestendige brandweerzorg (beleidsintensivering)
- Samen sterker: VrZW en GGD-ZW samen op het Prins Bernhardplein
De VrZW kent voor 2026 een begrotingstotaal van € 49,3 miljoen, de gevraagde bijdrage van Zaanstad is € 17,43 miljoen (begroting 2025: € 16,32 miljoen).
Zienswijze
In de door de gemeenteraad op 22 mei 2025 vastgestelde zienswijze zijn de volgende aandachtspunten meegegeven:
- aandacht voor het gelijklopen van loon- en prijsstijging bij VrZW met die van de gemeentelijke sector met betrekking tot autonome ontwikkelingen.
- Een positieve zienswijze ten aanzien van de verhoging van de gemeente bijdrage van € 450.452, - in 2026 als gevolg van indexatie.
- Een positieve zienswijze ten aanzien van de verhoging van de gemeente bijdrage van € 328.630, - in 2026 als gevolg van de derde tranche Toekomstbestendige Brandweerzorg.
- aandacht voor de niet-sluitende ontwerpbegroting voor 2026. Binnen de begroting van de VrZW zijn er geen middelen zijn om de verliezen op te vangen. Tegelijkertijd is aan de Veiligheidsregio gevraagd om rekening te houden met 5% lagere gemeentelijke bijdrage.
- Positieve zienswijze voor Scenario A. Maatschappelijke en bedrijfseconomische betekenis van samenwerking met een doelmatigheidswinst van op de kortere termijn (binnen drie jaar) indicatief € 712.000,- (2%) op de middellange termijn (binnen 7 jaar) indicatief €2.079.000,- (5%). Het dagelijks bestuur wordt verzocht om toe te werken naar een versnelling van de 5% besparing zodat deze uiterlijk in 2029 gerealiseerd kan worden.
- Positieve zienswijze voor Scenario H. Maatschappelijke betekenis van verduurzaming met een doelmatigheidswinst van € 50.000 en investeringsprogramma PM.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico's
- Het regionaal risicoprofiel van de VrZW is een wettelijke verplichting vanuit de Wet veiligheidsregio’s. De VrZW actualiseerde het risicoprofiel (concept) in juli 2024. De deelnemende gemeente hebben de mogelijkheid om hier een zienswijze op te geven. Begin 4de kwartaal 2024 bespreekt de raad het risicoprofiel en de zienswijze hierop. Daarna stelt het Algemeen Bestuur van de VrZW het risicoprofiel met evt wijzigingen vast.
- De dubbele rol van de gemeente Zaanstad in het Algemeen Bestuur in de rol van voorzitterschap en de rol van vertegenwoordiging van Gemeente Zaanstad kan leiden tot conflicterende belangen.
- Onvoldoende sturing op de exploitatie van de restcapaciteit van het oefencentrum voor commerciële activiteiten. De Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is verantwoordelijk voor de uitvoering van de exploitatie van het oefencentrum, Gemeente Zaanstad kan hier beperkt op sturen, maar is wel financieel verantwoordelijk.
- VrZW heeft een beperkt eigen vermogen, verdere verslechtering leidt tot extra financiële lasten voor Zaanstad
- Zaanstad draagt softservices en klein onderhoud over aan VrZW, eventuele toekomstige tekorten zullen zij mogelijk bij Zaanstad willen neerleggen Overdracht takengemeente naar VrZW, dit is nog niet afgerond. Eventueel ambtelijk escaleren?
- Er is sprake van personeelskrapte op de arbeidsmarkt met een tendens tot afname van animo voor vrijwilligers. De betalingsvoorwaarden voor vrijwilligers zijn gelijk aan beroepskrachten.
- Crisisbeheersing Bij het onderdeel bevolkingszorg is er bij de VrZW ook sprake van krapte aan personeel. Dit kan met name een risico vormen in het geval van langdurige crisissen. Momenteel loopt de discussie in hoeverre gemeenten dit deels kunnen opvangen.
- Korting vanuit het Rijk op brede doeluitkering rampenbestrijding (BDuR)
- Toekomstbestendige brandweer, uitgangspunt is het extra middelen scenario. Dit scenario is momenteel onzeker. Voor Zaanstad kan dit oplopen tot € 0,3mln.
- Samen Sterk, kosten overstijgen de begroting
Beheersmaatregelen
- In samenwerking met de andere gemeenten in Zaanstreek-Waterland wordt het proces om te komen tot een integraal (ambtelijk) advies aan de burgemeesters in het veiligheidsbestuur op belangrijke financiële / beleidsvraagstukken gemonitord.
- De gemeenteraad wordt jaarlijks de mogelijkheid gegeven haar zienswijze te geven inzake de (meerjaren)programmabegroting van de VrZW. Daarnaast is de VrZW transparant met haar overige P&C producten zoals de bestuursrapportages en de jaarrekening.
- Publiekrechtelijk
Rekenkamer Amsterdam-Zaanstad
(Bedragen x €1.000)Rekenkamer Amsterdam-ZaanstadRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:20 augustus 2015Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:laagOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om gezamenlijk een rekenkamer in te stellen. Dit is wettelijk verplicht. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangDe rekenkamer heeft één lid. Dit lid is tevens directeur. De raden benoemen het lid van de rekenkamer op voordracht van een afvaardiging van de raden door een gelijkluidend besluit. Geen afvaardiging van een collegelid in deze regeling.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
In de gemeenschappelijke regeling is vastgesteld dat de beide gemeenteraden eens in de zes jaar de gemeentelijke bijdragen aan de rekenkamer zullen vastleggen. In 2023 hebben de gemeenteraden van Amsterdam en Zaanstad besloten om de huidige samenwerking te continuering en de jaarlijkse (geïndexeerde) gemeentelijke bijdragen, die golden voor de periode 2016-2021, voort te zetten voor de jaren 2024 tot en met 2028.
In de Beleidsvisie 2023-2028 zijn de missie, de beleidsvisie en een meerjarenraming opgenomen. Daarnaast zijn enkele focuspunten vastgelegd.
- Zo richt de Rekenkamer Amsterdam-Zaanstad (RAZ) zich de komende jaren op doorwerking: lessen die te leren zijn voor de gemeentebesturen en gemeentelijke organisaties. Met het oog op de doorwerking wil RAZ ook de interactie met de ambtelijke organisatie vergroten.
- RAZ besteedt meer tijd aan ‘nazorg’ en interactie tussen de directeur van de rekenkamer en de top van de ambtelijke organisatie.
- RAZ intensiveert het contact met de gemeenteraden van Amsterdam en Zaanstad en wil ze het onderzoek beter onder de aandacht brengen bij burgers.
- Ook brengt ze meer diversiteit aan in de producten voor raadsleden en burgers.
De Beleidsvisie is terug te vinden via de link https://www.rekenkamer.amsterdam.nl/content/uploads/2023/08/Beleidsvisie-RMA-2023-2028-def.pdf
In 2024 heeft de rekenkamer een bijdrage geleverd op de monitor informatie Zaanse financiën met een observatie bij de jaarstukken 2023 en de begroting 2025. Deze bijdrage wordt in 2025 voortgezet.
De gemeenschappelijke regeling is gewijzigd en sinds 6 juli 2024 van kracht.
Het Benchmarkonderzoek Klachtbehandeling Zaanstad dat is opgeleverd in juli 2024 zou opgevolgd worden door een verdiepend onderzoekklanttevredenheid rondom klachtbehandeling samen met Ombudsman. Op verzoek van de raad is dit minimaal één jaar uitgesteld.
De onderzoeksopzet sociale wijkteams is met name gericht op opdrachtgeverschap en partnerschap en is gedeeld in september 2024. Op 19 juni 2025 is het eindproduct gepubliceerd.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
De jaarrekening 2024 heeft een positief resultaat van € 72.965, het resultaat is als volgt bestemd:
- Toevoeging algemene reserve € 72.965
Rechtmatigheidsverantwoording 2024
Bevinding: De bestuurder stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen bedrag € 0 bedraagt. Dit is lager dan de daarvoor gestelde grens van € 88.024.
Begroting 2026
Het saldo van baten en lasten voor 2026 wordt begroot op € 155.115 (negatief). Dit tekort komt door hogere personeelslasten en de kapitaallasten voor ICT- en huisvestingsinvesteringen. Door € 107.005 te onttrekken aan de algemene reserve en € 48.110 aan de bestemmingsreserves, ontstaat er een sluitende begroting. De bijdrage van Zaanstad voor 2026 is vastgesteld op € 259.080, hierbij is een indexatie van 2,5% ten opzichte van 2025 toegepast
Het bestuur van de rekenkamer heeft na de besluitvorming in de raden de Begroting 2026 ongewijzigd vastgesteld op een lastentotaal van € 2.988.685.
Voor het opvangen van schommelingen in de uitgaven streeft RAZ ernaar om een algemene reserve aan te houden tussen de 10 en 15% van de te ontvangen jaarlijkse gemeentelijke bijdragen. Eind 2026 bedraagt de algemene reserve naar verwachting circa € 283.357 of 10,0% van de jaarlijkse bijdragen. Daarmee is algemene reserve binnen de gewenste bandbreedte van 10 en 15% van de jaarlijkse bijdragen. Wanneer de algemene reserve boven de 15% uitkomt, wordt in overleg met het Overlegorgaan RAZ nagegaan hoe die middelen worden bestemd.
Eerste begrotingswijziging 2025
De lasten 2025 worden verhoogd met € 155.018. Dit heeft betrekking op de lastenstijging in de personeelslasten, overige personeelslasten, huisvestingskosten, ICT-kosten en kapitaallasten. Het budget voor de post onvoorzien is verlaagd.
De overige opbrengsten worden verhoogd met € 1.500.
Het verwachte tekort van € 144.575 zal worden onttrokken aan de algemene reserve. De algemene reserve zal per 31 december 2025, na eerste begrotingswijziging, een omvang hebben van € 390.362. Dit is circa 14,1% van de jaarlijkse gemeentelijke bijdragen in 2025. Daarmee valt de stand van de algemene reserve, ondanks de daling, aan de bovenzijde van de streefwaarde van 10 tot circa 15% van de te ontvangen jaarlijkse bijdragen
Zienswijze begroting 2026
Op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen dient het bestuur van de rekenkamer jaarlijks een begroting vast te stellen. De rekenkamer heeft een ontwerpbegroting opgesteld en voorgelegd aan het Overlegorgaan RAZ. Het Overlegorgaan RAZ - samengesteld uit vertegenwoordigers van de gemeenteraden van Amsterdam en Zaanstad - gaf een positief advies over de ontwerpbegroting.
Op 10 juli 2025 gaf de raad een positieve zienswijze.
- Publiekrechtelijk
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
(Bedragen x €1.000)Omgevingsdienst NoordzeekanaalgebiedRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:17 december 2015Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe regeling is getroffen ter ondersteuning van de colleges bij de uitvoering van hun taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten. Voorts wordt de regeling getroffen ter behartiging van de taken voortvloeiend uit het Besluit risico's zware ongevallen 1999.
Sinds 1 januari 2024 zijn de Wabo en het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 opgegaan in de Omgevingswet.
Bestuurlijk belangWethouder Onclin is lid van het Algemeen Bestuur, plaatsvervanging door wethouder Breunesse.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 9,8%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
De inhoudelijke activiteiten van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied liggen voor een groot deel vast vanuit wet- en regelgeving en beleidsdoelstellingen van de opdrachtgevers. De werkzaamheden van de dienst zijn vertaald in de vastgestelde strategische agenda voor 2023-2025 van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.
De strategische agenda bestaat uit drie samenhangende en elkaar versterkende onderdelen:
- Inhoudelijke opgaven op het gebied van klimaat, milieu-gerelateerde gezondheid, en transformatie gebieden
- Versterking van ons instrumentarium op het vakgebied vergunning verlenen, toezicht houden, handhaven en adviseren
- Organisatieontwikkeling: wat is er nodig binnen de ODNZKG om punt 1 en 2 te realiseren.
De Uitvoerings- en Handhavingsstrategie 2024-2027 die in 2023 is vastgesteld dient ter ondersteuning van de strategische agenda. De strategie is opgavegericht ingestoken, de doelen van de Omgevingswet dienen als vertrekpunt. Aanvullend zijn diverse ontwikkelingen opgenomen die impact hebben op de uitvoering van de taken. Ook geven deze mede richting geven aan de koers voor de komende jaren, zoals de energietransitie.
Rekenkamerrapport energiebesparingsplicht
In maart 2023 is een kritisch rapport van de Rekenkamer verschenen over de sturing en controle van de gemeente Zaanstad op de energiebesparingsplicht van Zaanse bedrijven. De conclusies en aanbevelingen uit het rapport hebben een breed gevoeld besef van urgentie laten ontstaan. De OD NZKG werkt in samenspraak met de deelnemers aan de aanbeveling uit het rapport met als doel verbetering aan te brengen. Bespreking en afstemming tussen de OD en de dienst hierover vindt periodiek zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau plaats. In 2025 zullen een of meerdere scenario’s nader uitgewerkt worden ter verbetering van de sturing en controle
Financiële positie
Jaarrekening 2024
Het financiële resultaat van de OD NZKG over 2024 is € 4,5 mln. positief. Bij de halfjaarrapportage was al een positief saldo voorzien van € 2,6M. Het jaarrekeningresultaat is € 1,8 mln. positiever dan begroot. Het saldo bestaat ten opzichte van de begroting uit lagere baten ad € 4,4 mln. en lagere lasten ad € 6,1 mln. De € 4,4 mln. lagere baten komen én voort uit een lagere Rijkssubsidie én anderzijds uit het niet volledig realiseren van de uitvoeringsovereenkomsten. De OD NZKG sluit elk jaar een uitvoeringsovereenkomst (UVO) af met alle 11 opdrachtgevers. In 2024 bedraagt het totaal van deze uitvoeringsovereenkomsten € 80,1M. Dit is voor 95% gerealiseerd. De onderschrijding komt voort uit minder vraag uit de markt en doordat de formatie nog niet volledig op sterkte is. De onderschrijding van € 6,1 mln. aan de lastenkant wordt grotendeels veroorzaakt doordat de formatie niet volledig op sterkte is, lagere implementatiekosten van het nieuwe VTH-zaaksysteem, lagere kosten voor groot onderhoud en lagere kosten voor implementatie van de Omgevingswet.
In 2024 was de bijdrage van de gemeente Zaanstad €3.632.190. Dit is lager dan de €4.724.050 die was begroot in de UVO 2024 (-€ 1.091.860). Dit voordeel is reeds verwerkt in het resultaat over 2024. Op basis van de halfjaarrapportage van de omgevingsdienst was € 500.000 reeds als verwachte onderschrijding opgenomen in de Narap 2024. Het restant is verwerkt in de jaarrekening 2024 van de gemeente.
De voorgestelde resultaatbestemming is om € 4.486.000 terug te betalen aan de deelnemers. Voor Zaanstad betekent dit een incidenteel voordeel in 2025 van € 214.000 (dit zal worden verwerkt in de Narap 2025).
Begroting 2026
In de meerjarenbegroting 2026-2029 zijn de lasten en baten in evenwicht. Het totaal der lasten bedraagt € 90,3 mln. in 2026 waarvan € 87,1 mln. wordt gedekt vanuit de uitvoeringsovereenkomsten met de deelnemers. Het Zaanse aandeel hierin bedraagt € 4,7 mln.
In de tussen Zaanstad en Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied te sluiten Uitvoeringsovereenkomst 2026 zal de exacte bijdrage worden vastgelegd, rekening houdend met de werkzaamheden in 2026 en eventueel gewijzigde of aanvullende volumes en ambities. Na afloop van het jaar zal uiteindelijk conform de systematiek worden afgerekend op basis van daadwerkelijk geleverde diensten, producten en uren.
De gemeenteraad heeft naar aanleiding van de ontwerp-meerjarenbegroting 2026-2029 de volgende zienswijze ingediend in juni 2025:
- Gemeente Zaanstad vraagt aan haar grote gemeenschappelijke regelingen om voor het begrotingsjaar 2026 een bezuiniging van 2% ten opzichte van de begroting 2025 te verwerken. In de voorliggende Meerjarenbegroting 2026-2029 van de Omgevingsdienst is deze taakstelling ten opzichte van de begroting 2025 reeds verwerkt.
- Het verzoek om de komende jaren terughoudend te zijn met het aangaan van nieuwe financiële verplichtingen en niet over te gaan tot het invoeren/uitvoeren van nieuw beleid. En rekening te houden met een eventuele korting van de gemeentelijke bijdrage en daartoe de nodige voorbereidingen te treffen voor een scenario van 3% korting in 2028. Om gelet op de door de raad in 2024 ingediende zienswijze op de meerjarenbegroting 2025-2028 betreffende prioriteiten in relatie tot de opgaven op het gebied van gezondheid en veiligheid, en de gemaakte afspraken hierover tussen de gemeente en de OD NZKG, vaart te maken met de bestendiging van de afspraken van het Rekenkamerrapport en inzicht geven in actualisaties van de vergunningen.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico's
De noodzakelijke weerstandscapaciteit van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied wordt bepaald door kwantificering van de gewogen risico’s. Deze risico’s zijn:
- wet- en regelgeving (met name omgevingswet),
- conjuncturele ontwikkelingen, arbeidsmarkt en Groen Staal
- bedrijfsvoering
- prestatiegericht financieren
Beheersmaatregelen
Om risico’s op te kunnen vangen heeft de OD NZKG een risicobuffer in het leven geroepen. Daarnaast zijn er frequent overleggen tussen gemeente en OD, zowel bestuurlijk als ambtelijk op diverse niveaus.
De beschikbare weerstandscapaciteit en de noodzakelijke weerstandscapaciteit worden tegen elkaar afgezet met de ratio weerstandsvermogen. Het algemeen bestuur heeft in 2017 een ratio van 1 tot 1,5 vastgesteld. Deze ratio is naar verwachting voor het jaar 2025 toereikend.
Meerjarig voldoet de verhouding tussen noodzakelijke en beschikbare weerstandscapaciteit aan de ratio weerstandsvermogen (1 tot 1,5), mits de reserve gelijk blijft aan zijn huidige omvang.
- Publiekrechtelijk
Gezamenlijke ombudsman metropool Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Gezamenlijke ombudsman metropool AmsterdamRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:7 februari 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om op een effectieve en efficiënte wijze vorm en inhoud te geven aan de door de Gemeentewet aan de raad gegeven mogelijkheid om voor de behandeling van verzoekschriften een gezamenlijke ombudsman in te stellen. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangOp grond van artikel 13 van de GROMA stelt de Ombudsman zelf jaarlijks de begroting voor het volgende kalenderjaar vast. De Ombudsman maakt werkafspraken met de deelnemers over de toezending van de conceptbegroting en het al of niet kunnen uitbrengen van zienswijzen.
De ombudsman stelt conform artikel 15 van de Gemeenschappelijke Regeling Ombudsman Metropool Amsterdam (GROMA) zijn jaarrekening vast na controle door de Auditdienst ACAM. Aan de gemeenteraad van Amsterdam wordt gevraagd positief te adviseren over de jaarrekening. De ombudsman voert ten minste jaarlijks overleg met een vertegenwoordiging van de raden.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Naar aanleiding van de onderzoeksbevindingen uit het rekenkamerrapport klachtenbehandeling hebben de Ombudsman Metropool Amsterdam en de Rekenkamer Amsterdam - Zaanstad besloten om twee onderwerpen gezamenlijk nader te onderzoeken. Het betreft een onderzoek naar de klanttevredenheid rondom de klachtbehandeling en de wijze waarop Zaanstad leert van klachten. De gemeenteraad heeft de rekenkamer verzocht het onderzoek met minimaal één jaar uit te stellen.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
Het resultaat, na effect bestemmingsreserves, over 2024 bedraagt € 57.732. Dit resultaat is toegevoegd aan de bestemmingsreserve website. Als gevolg van de nieuwe regelgeving omtrent de toegankelijkheidseisen (WCAG) en Wet open overheid (Woo) ontstaat de noodzaak om dit in 2025 te doen.
De jaarrekening van de ombudsman is conform de gemeenschappelijke regeling gecontroleerd door de auditdienst van de gemeente Amsterdam (ACAM).
Begroting 2026
De bijdragen werden jaarlijks nominaal geïndexeerd conform het percentage voor personele lasten uit de begrotingscirculaire van de Gemeente Amsterdam. In 2025 is de wijze van indexeren gewijzigd omdat er geen begrotingscirculaire van de gemeente Amsterdam meer bestaat. Vanaf 2025 hangt de indexatie daarom samen met de loonontwikkeling op basis van de cao-gemeente. Voor 2026 is dit vastgesteld op 1,67% conform de CPB-raming van mei 2025.
De Ombudsman heeft de begroting 2026 vastgesteld op een lastentotaal van € 3.188.198. Het lastentotaal van de begroting 2025 na eerste wijziging is vastgesteld op € 3.207.250.
Sinds 2014 voorziet de GROMA in de mogelijkheid een positief resultaat toe te voegen aan de algemene reserve om een buffer op te bouwen van 10% van de totale bijdragen van alle deelnemer. Indien er sprake is van een overschrijding van de begroting dient deze reserve als eerste aangesproken te worden. De verwachting is dat zowel 2025 als in 2026 de algemene reserve niet aangesproken hoeft te worden omdat inkomsten en uitgaven in balans zijn.
In de gemeenschappelijke regeling is de jaarlijkse bijdrage van de deelnemende gemeenten vastgesteld. Voor 2026 zijn alle bijdragen geïndexeerd tegen 1,67%.
De bijdragen werden jaarlijks nominaal geïndexeerd conform het percentage voor personele lasten uit de begrotingscirculaire van de gemeente Amsterdam. Dit percentage was ten tijde van het schrijven van de begroting voor 2025 berekend op 3,8%. In 2025 is de wijze van indexeren gewijzigd omdat er geen begrotingscirculaire van de gemeente Amsterdam meer bestaat. Vanaf 2025 hangt de indexatie daarom samen met de loonontwikkeling op basis van de cao-gemeente. Voor 2025 is dit vastgesteld op 3,9%. De toegepaste indexatie vindt plaats vanaf 1 januari van het desbetreffende jaar.
Zienswijze
Op grond van artikel 13 van de GROMA stelt de Ombudsman zelf jaarlijks de begroting voor het volgende kalenderjaar vast. De Ombudsman maakt werkafspraken met de deelnemers over de toezending van de conceptbegroting en het al of niet kunnen uitbrengen van zienswijzen. Nu de bijdragen van de overige deelnemers (niet zijnde gemeente Amsterdam) vaststaan dient de (wettelijk verplichte) mogelijkheid tot het uitbrengen van een zienswijze door een deelnemer geen zinvol doel. Het versturen van conceptbegrotingen en het verplicht in de gelegenheid stellen van een deelnemer om een zienswijze uit te brengen is daarnaast een administratief zware procedure bij een gemeenschappelijke regeling met een groot aantal deelnemers. De ombudsman maakt daarom onderlinge afspraken met de deelnemers hoe hier praktisch beter mee omgegaan kan worden.
Risico's en beheersmaatregelen
De financiële risico’s voor de ombudsman zijn beperkt.
- Bij financiële krapte bestaat het risico dat niet voldoende personeel wordt aangesteld (om tekorten zoveel mogelijk te verkleinen). Dit legt een ongewenste druk op het bureau bij de uitvoering van de wettelijke taak.
- Langdurige ziekte van personeel is een risico voor een kleine organisatie als de ombudsman. Om dat risico af te dekken is de afspraak gemaakt dat de kosten voor personeel dat langdurig ziek is, niet meer volledig (maximaal voor de duur van 6 maanden) ten laste komen van het budget van de ombudsman. De daarna beschikbaar komende middelen kan de ombudsman dan inzetten voor vervangende personele capaciteit.
- Wat betreft de inkomsten bestaat er enig risico wat betreft de bijdragen van de overige deelnemende gemeenten. Die inkomsten maken echter een relatief klein gedeelte uit van de totale inkomsten. Bij uittreding van een van de overige deelnemende gemeenten is in de Gemeenschappelijke Regeling bepaald dat dit ruim van tevoren meegedeeld moet worden en dat de financiële gevolgen van de uittreding voor rekening van de uittredende gemeente zijn.
- Publiekrechtelijk
Regionale samenwerking decentralisaties sociaal domein
(Bedragen x €1.000)Regionale samenwerking decentralisaties sociaal domeinRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - regeling zonder meer
Oprichtings-/publicatiedatum:21 januari 2016Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:middelOpenbaar belangGezamenlijke inkoop en beleidsvoorbereiding en -uitvoering.
Bestuurlijk belangDeze lichte vorm van publieke samenwerking kent geen bestuur.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sZowel de Regeling zonder Meer (RzM) en daarbij behorende Dienstverleningsovereenkomsten (DVO) Jeugd en Wmo liepen af op 31 december 2024 af. De regiogemeenten moesten daarom opnieuw een besluit nemen over de voortzetting van de gemeenschappelijke regeling, de dienstverleningsovereenkomsten en de daarbij horende mandaten, volmachten en machtigingen.
De Regeling zonder Meer (RzM) is verlengd tot maximaal 1 januari 2029. Als de wet “verbetering beschikbaarheid zorg jeugdigen” sneller is aangenomen door Tweede en Eerste Kamer, dan zal de RZM en DVO eerder worden beëindigd. De verwachting is dat de nieuwe wet verplicht dat jeugdhulpregio’s moeten gaan samenwerken in een gemeenschappelijke regeling in de vorm van een bedrijfsvoeringsorganisatie, een openbaar lichaam of een centrumgemeente. Een Regeling zonder Meer voldoet dan niet meer. De periode tot 1 januari 2029 zien we daarom als een overbruggingsperiode.
- Publiekrechtelijk
Recreatieschap Twiske-Waterland
(Bedragen x €1.000)Recreatieschap Twiske-WaterlandRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:4-4-2013Vestigingsplaats:ZaanstadToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling in de openluchtrecreatie - in samenhang met de vorenstaande Gemeenschappelijke Regelingen - tot stand brengen en bewaren van een evenwichtig natuurlijk milieu, het tot stand brengen en duurzaam in stand houden van het specifieke en gedifferentieerde karakter van het landschap door bescherming, ontwikkeling en consolidatie van de waarden die het in zich draagt.
Bestuurlijk belangWethouder Breunesse is lid van het AB, plaatsvervanging door wethouder Tuijn. Sinds eind 2023 is wethouder Breunesse ook lid van het DB
Stemverhouding: 12,5%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Belangrijkste punten in 2026 voor het recreatieschap zullen zijn:
- De groei van de bevolking in de metropoolregio Amsterdam (MRA) en daarmee de toename van de recreatiebehoefte in de regio.
- In 2026 verwachten gemeenten een kleinere uitkering uit het gemeentefonds, waardoor er financiële krapte zal ontstaand bij de gemeenten. Voor het recreatieschap levert dit de opgave op om kritisch te kijken naar haar uitgaven en naar haar inspanningen in relatie tot de doelstellingen.
- Natuurwaarden die onder druk staan door onder meer de stikstofdepositie en afname van de biodiversiteit;
- Het beter verbinden van groen met de stad.
- Door klimaatverandering krijgt Nederland steeds vaker te maken met extremer weer; van droge of zeer natte perioden tot extremer wordende stormen, het recreatieschap moet voorbereid zijn door te adapteren aan het extremere klimaat;
- Samenwerking van de recreatieschappen met Staatsbosbeheer (SBB), Landschap Noord-Holland, Natuurmonumenten en lokale agrarische- en natuurverenigingen;
- Het rapport van het recreatief Grid wat in opdracht van het algemeen bestuur is opgesteld, wordt door participanten gebruikt bij de totstandkoming van de recreatieve en toeristische visies;
- In 2025 is er begonnen met het doorlopen van een zorgvuldig proces voor de werving van een nieuw evenement voor het evenemententerrein Hogelkamp.
- Vanuit de regiodeal ZaanIJ groen en meedoen is geld beschikbaar gekomen voor een drietal achterstandswijken in Zaanstad en Amsterdam om een programma te ontwikkelen om meer in het groen te recreëren.
- In 2025 is gestart met de herontwikkeling van het dynamische ontvangstgebied Twiske-poort.
- In 2025 zijn de gemeente Zaanstad en Recreatie Noord-Holland in gesprek gegaan over het overnemen van het beheer van de Jagersplas.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van deelname aan de gemeenschappelijke regeling is gemiddeld. Het berekende weerstandsvermogen is voldoende. Zaanstad heeft voor onderdeel Twiske 16,7% van de stemmen, voor onderdeel Waterland 8,3% van de stemmen.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
De jaarrekening 2024 sluit met een positief resultaat van € 213.371. Dit resultaat komt ten gunste van de algemene reserve. Het positieve resultaat komt door lagere kosten voor incidentele projecten, hogere rente inkomsten en parkeerinkomsten.
Rechtmatigheidsverantwoording
In de jaarrekening is de rechtmatigheidsverantwoording van het dagelijks bestuur opgenomen. Zoals daar weergegeven is het dagelijks bestuur van mening dat de verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de vastgestelde materialiteitsgrens van 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves volgens de begroting na wijziging (voor 2024 een bedrag van € 148.237).
Begroting 2026
- In 2025 is er begonnen met het doorlopen van een zorgvuldig proces voor de werving van een nieuw evenement voor het evenemententerrein Hogelkamp. In samenspraak met de gemeente Landsmeer wordt hier gewerkt aan een passende invulling waarbij in 2026 een mooi nieuw evenement zal plaatsvinden;
- In 2025 is gestart met de herontwikkeling van het dynamische ontvangstgebied Twiske-poort;
- Vanuit de regiodeal ZaanIJ groen en meedoen is geld beschikbaar gekomen voor een drietal achterstandswijken in Zaanstad en Amsterdam om een programma te ontwikkelen om meer in het groen te recreëren. Dit betekent ook dat voor het recreatieschap gekeken zal moeten worden naar mogelijkheden om de bereikbaarheid voor de doelgroep te verbeteren.
Zienswijze
De gemeenteraad gaf in mei een positieve zienswijze op de jaarrekening en begroting met de volgende aandachtspunten:
- De raad is verheugd dat het onderzoek naar het overnemen van het recreatiegebied Jagersveld/Jagersplas wordt opgepakt;
- Dringt erop aan om met scenario’s te komen om de gevolgen van korting van de rijksbijdrage aan de gemeenten in 2026 op te vangen. Zaanstad verkent de mogelijkheden om de tegenvallers op te vangen; alle gemeenschappelijke regelingen maken onderdeel uit van die verkenningen met een generieke bezuiniging van 5%;
- Constateert met tevredenheid dat u in de stukken onderscheid maakt tussen structurele en incidentele uitgaven en is akkoord om incidentele uitgaven te dekken uit de algemene reserve
- Vraagt om ten aanzien van de reserves inzichtelijk te maken welke financiële ruimte het recreatieschap ziet voor de uitvoering van het uitvoeringsprogramma. Projecten waar al een besluit voor uitvoering voor is genomen krijgen een bestemmingsreserve, maar is het ook mogelijk om financieel te sturen op de realisatie van het uitvoeringsprogramma?
- Verzoekt het recreatieschap om schadebeperkend op te treden en het financiële risico van de toepassing van Duomix onder de fietspaden in het Purmerbos te beschrijven, te waarderen, op te nemen in de risico-inventarisatie en zo nodig het weerstandsvermogen te verhogen.
De gemeenteraad heeft daarbij de volgende amendementen aangenomen:
- 25A41 Staalslakken zijn een risico:
- 25A43 Ganzenjacht Twiske-Waterland
Risico’s en beheersmaatregelen
De belangrijke risico’s voor Twiske-Waterland zijn:
- Overmacht: optreden extreem weer, brand, (vogel)ziekte en plagen flora en fauna, slechte kwaliteit zwemwater door warm weer en (drugs)dumpingen;
- Te weinig evenementen die geld genereren, zowel door wijzigingen bij Landsmeer als het evenementenbeleid van TW zelf;
- Problemen bij invulling / bemensing gekwalificeerd personeel.
Beheersmaatregelen:
- Per risico wordt de kans vermenigvuldigd met de potentiële omvang in euro’s. De omvang van de algemene reserve (weerstandscapaciteit) is per 31-12-2024 € 2.786.155 en ligt ruim boven het niveau van het benodigde weerstandsvermogen (€ 970.000).
- Publiekrechtelijk
Participatiebedrijf Zaanstad Purmerend (Werkom)
(Bedragen x €1.000)Participatiebedrijf Zaanstad Purmerend (Werkom)Rechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2018Vestigingsplaats:PurmerendToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe gemeenschappelijke regeling is getroffen voor het doeltreffend en doelmatig uitvoeren of doen uitvoeren van de taken van de colleges voortkomend uit of samenhangend met de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening.
Bestuurlijk belangPer 1 januari 2018 hebben de gemeenten Purmerend en Zaanstad samen het Participatiebedrijf opgericht om effectiever te zijn in de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening en de Participatiewet. Namens Zaanstad heeft wethouder Onclin zitting in het bestuur en wethouder Groothuismink is waarnemer.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 50%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
- Werkom heeft een belangrijke rol in de opgave om zoveel mogelijk mensen naar werk te begeleiden. Door de invoering van de Participatiewet moet Werkom haar activiteiten steeds meer richten op het begeleiden naar werk bij reguliere werkgevers, terwijl ze ook (beschutte) werkgelegenheid blijft bieden aan mensen die beperkte/geen kansen hebben bij reguliere werkgevers. Het kabinet stelt vanaf 2025, voor 10 jaar, extra middelen ter beschikking voor een toekomstbestendige infrastructuur van de Werk Ontwikkel Bedrijven. Momenteel wordt samen met Purmerend en Werkom een voorstel uitgewerkt voor de besteding van deze structurele middelen per 2025 tot 2035. Dit in combinatie en integratie met de beschikbare gestelde incidentele middelen vanuit Zaanstad en Purmerend. De effecten worden in 2026 gevolgd en bijgestuurd.
- Het programma “meedoen voor Vermogen” is in uitwerking. Dit betreft een procesverbetering ingevoerd per 2026 tussen Zaanstad, de Sociale Wijk Teams en Werkom om het onderdeel werk bij Werkom te positioneren. De effecten worden in 2026 gevolgd en bijgestuurd.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel is hoog. Het maatschappelijk belang is groot, het gaat om kwetsbare mensen. De financiële bijdrage van de gemeente is aanzienlijk.
Risico analyse
Governance
De governance van Werkom is duaal. We sturen als eigenaar van het bedrijf, maar ook als opdrachtgever van het bedrijf. Om die rollen duidelijk te scheiden is ervoor gekozen om de rol van eigenaar bij de wethouder financiën neer te leggen. De rol van opdrachtgever ligt bij de vakwethouder, zijnde de portefeuillehouder Werk en Inkomen. Dat heeft ook tot gevolg dat de risicobeheersing ook duaal is en dat verschillende aspecten van risico en beheersing onder de verantwoording van verschillende rollen valt. De rollen kunnen niet los van elkaar opereren. Het gaat om het samenspel van de rollen. De meerjarige kaders vanuit de eigenaarsrol werken door in gewijzigde dienstverleningsovereenkomsten in de opdrachtgeversrol. Signalen vanuit de voortgangsgesprekken worden meegenomen in de eigenaarsrol. Dit samenspel wordt ambtelijk en bestuurlijk georganiseerd door een overlegstructuur.
- Eigenaarsrol
Vanuit de eigenaarsrol wordt gestuurd op een meerjarig sluitende begroting. In juni 2024 is de zienswijze op de begroting 2025 in het Zaanstad Beraad behandeld. Hieruit blijkt dat de extra bijdragen die eerder nodig waren van gemeenten voor 2025 en verder naar beneden zijn bijgesteld. Werkom werkt vanuit een strategische agenda aan financiële resultaatverbeteringen en verbetering van de dienstverlening.
- Opdrachtgeversrol
De opdrachtgeversrol wordt gestuurd vanuit de nadere dienstverleningsovereenkomst voor de Participatiewet-taken.
In de periodieke voortgangsgesprekken over de Participatiewet-taken wordt met Werkom gesproken over instroom, uitstroom, doorlooptijden, klanttevredenheid, kwaliteit van dienstverlening, werkgeversbenadering en de mogelijkheden voor bijsturing. De maatschappelijke opgave vraagt van Werkom om blijvend de dienstverlening aan te sluiten bij de mensen en de werkgevers die zij beide ondersteunen.
Overige
Gemeente Zaanstad is daarnaast ook klant van Werkom. Als klant neemt Zaanstad diensten af voor onder meer groenonderhoud, post & print en het reinigen van de herbruikbare bekers.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
Het financiële resultaat van Werkom over 2024 was beter dan begroot. Dit is mede het gevolg van een hogere netto toegevoegde waarde en lagere kosten door met name minder Zaanse kandidaten in begeleiding. Door toepassing van de koepelvrijstelling heeft dit geleid tot een lagere extra bijdrage van gemeenten (€ 0,7 mln.). Door de afrekening van de werkelijke kosten per gemeente, leidt dit gunstigere resultaat voor Zaanstad tot een terugbetaling (€ 1,0 mln.) en voor Purmerend tot een aanvullende bijdrage (€ 0,3 mln.)
In 2021 is het besluit genomen om Werkom BV op te heffen en de activiteiten van de BV voort te zetten in Werkom BVO. In 2024 is dit formeel afgerond.
Rechtmatigheidsverantwoording
Werkom heeft in de financiële verordening afspraken vastgelegd over de rechtmatigheidsverantwoording. € 0,9 mln. van de verantwoorde baten en lasten is niet in lijn met de vastgestelde kaders. Hiervan is € 0,6 mln. van deze afwijkingen toch acceptabel omdat ze passen binnen vooraf vastgesteld beleid. Resteert € 0,3 mln. aan afwijkingen die als onrechtmatig worden beschouwd, omdat ze niet in overeenstemming zijn met aanbestedingsregels.
Begroting 2026
De begroting 2026 is sluitend met een verhoging van de gemeentelijke bijdrage als gevolg groei van het aantal beschut werkplekken en van job coaching. Daarnaast zijn met Werkom afspraken gemaakt over incidentele inzet die een bijdrage levert aan structurele versterking van de infrastructuur . Deze incidentele inzet gaat vooraf aan de structurele aanpak die start in 2026 waarvoor een plan wordt gemaakt met Purmerend en Werkom (zie onder ontwikkelingen).
De raad heeft op 24 juni 2025 een positieve zienswijze gegeven op de gewijzigde begroting 2025 en de primaire begroting 2026. Vanwege de financiële uitdagingen waar de gemeente voor staat (ravijnjaar) heeft de raad Werkom daarbij opdracht gegeven om in de begroting 2026 alsnog een korting van 2% te verwerken op de gemeentelijke bijdrage met uitzondering van het WSW-budget. Werkom heeft in zijn reactie op het zienswijzebesluit laten weten aan deze oproep gehoor te geven.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico's
In de Werkom-begroting zijn de volgende risico’s benoemd in de risicoparagraaf:
- Toenemende druk op het operationele resultaat door daling van aantal medewerkers met een SW-indicatie en groei van het aantal beschut werkplekken en omzet
- Ondanks alle inspanningen van Werkom gericht op privacy en informatiebeveiliging, blijft het risico bestaan op een hack of andere activiteiten van cybercriminelen.
Beheersmaatregelen
- Werkom werkt aan het opvangen van de krimp van medewerkers met een SW-indicatie binnen de leerwerkbedrijven en acquisitie van opdrachten die passen bij de doelgroep.
- In de Werkom begroting wordt rekening gehouden met de verwachtte groei van het aantal beschut werk-indicaties. De realisatie blijft tot nu toe binnen die verwachting.
- Werkom werkt aan goede meerjarige afspraken en stabiele relaties met afnemers.
- Werkom heeft een chief information security officer (CISO) voor de informatiebeveiliging en een externe functionaris gegevensbescherming (FG), die jaarlijks rapporteren over risico’s en ondernomen of te ondernemen verbeteringen.
- De regels over de rechtmatigheidsverantwoording zijn verwerkt door wijziging van de financiële verordening Participatiebedrijf Zaanstad Purmerend 2023. De Raad heeft op 30 januari 2025 een positieve zienswijze afgegeven op de wijziging van deze financiële verordening.
- Publiekrechtelijk
Metropoolregio Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Metropoolregio AmsterdamRechtsvorm:De MRA is geen juridische entiteit en heeft geen mogelijkheden om bindende besluiten te nemen. Het is een netwerk waarin wordt samengewerkt met provincies, gemeenten en de VRA. In de Samenwerkingsafspraken 2021 staat hoe de deelnemers met elkaar samenwerken.
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet gezamenlijk werken aan onderwerpen die de grenzen van de gemeenten overstijgen. Bijvoorbeeld duurzaamheid, economie, mobiliteit en ruimtelijke vraagstukken, maar ook vanuit een sociaal maatschappelijke invalshoek.
Bestuurlijk belangMetropool Regio Amsterdam (MRA) kent geen bestuurlijke vertegenwoordiging.
Er is in juridische zin geen bestuurlijk belang. Er kunnen binnen de MRA geen bindende besluiten worden genomen, dit is aan de gemeenteraden van de individuele deelnemers. Er is een informeel bestuurdersnetwerk.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico's
Privaatrechtelijk
- Privaatrechtelijk
InWest Regio B.V.
(Bedragen x €1.000)InWest Regio B.V.Rechtsvorm:Besloten Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:7 oktober 2021Vestigingsplaats:HaarlemToezichtsregime:middelOpenbaar belangDeelname van Zaanstad aan InWest Regio B.V. en ROM InWest B.V. draagt bij aan het versneld mogelijk maken van de grote opgave op het gebied van klimaat, duurzaamheid en circulariteit.
Bestuurlijk belangInWest Regio heeft 23 aandeelhouders. Gemeente Zaanstad is houder van 4,6% van de aandelen. Wethouder Onclin vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Slegers.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 4,6%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Activiteiten 2024
In de AvA van 30 mei 2024 besloten de aandeelhouders tot wijziging van de organisatiestructuur. Bij oprichting van de BV’s is uitgegaan van de mogelijkheid tot het vormen van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. De belastingdienst gaf aan dat dit in de huidige structuur niet kan. Als de organisatiestructuur niet wijzigt, dan leidt dit tot hogere kosten (niet aftrekbare BTW).
Het betreft een wijziging van de structuur met een fiscale grondslag. Door de verkoop van de aandelen migreren de aandelen van ROM InWest van een indirect belang naar een direct belang voor de gemeente. Feitelijk betekent dat dat de gemeente Zaanstad nu twee verbonden partijen heeft. In de praktijk wordt er gerapporteerd over ROM InWest als één verbonden partij.
In navolging op de AvA van 30 mei 2024 is tijdens de AvA van 28 november 2024 besloten om de organisatiestructuur te wijzigen. Tegelijkertijd is in de statuten de mogelijkheid tot digitaal vergaderen verankerd.
In de loop van 2024 is door een aantal regio-gemeenten geconstateerd dat ROM Inwest (muv Amsterdam) onvoldoende zichtbaar is.
Met de directie van ROM InWest is afgesproken dat in regio Zaanstreek Waterland extra voorlichtingsbijeenkomsten voor ondernemers worden georganiseerd. De eerste is in het voorjaar 2025 in Purmerend gehouden de tweede volgt in het najaar in Zaanstad. Daarnaast volgt er in het najaar ook een extra voorlichting aan de accountmanagers Economie in de regio Zaanstreek Waterland
Inmiddels bestaat ROM InWest 4 jaar. Overeenkomstig de bestuursovereenkomst volgt er eind 2025 een evaluatie. De resultaten van de evaluatie zullen begin 2026 gepresenteerd worden.
Risicoprofiel
In de risicoweging komt ROM InWest Regio B.V. uit op "midden". De financiële risico's zijn beperkt vanwege de gevormde voorziening van € 1,5 miljoen zoals afgesproken met de raad.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
InWest Regio B.V. heeft een verlies van € 1,9 miljoen geleden. Rom InWest heeft een verlies geleden van €2,1 miljoen, hiermee komt het totale verlies in 2025 uit op €3,9 miljoen.tDe verklaring voor de verliezen is dat in de eerste jaren de kosten voor de baten uitgaan. De investeringen in bedrijven hebben tijd nodig om te renderen. Positieve resultaten zijn pas zichtbaar in het resultaat als InWest Regio B.V. (of één van haar deelnemingen) de portefeuille van de hand doet. Dit gebeurt pas vanaf het moment dat het goed gaat met het bedrijf waarin is geïnvesteerd.
Begroting 2026
Voor 2026 zijn er nog geen plannen bekend, het college en de raad zullen hierover geïnformeerd worden wanneer het jaarplan bekend is.
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico’s
In het jaarverslag 2024 benoemt de ROM een aantal risico's:
- Strategische risico's: balans treffen tussen de strategische lijn en de verwachtingen van aandeelhouders en mogelijke reputatieschade door investeringsbeslissingen. Het gevolg hiervan is uitblijven van beslissingen. De beheersmaatregel is interactie met stakeholders waar ook wordt gesproken over de allocatie van middelen.
- Compliance risico's: fraude- en cyber security risico’s. De beheersingsmaatregel is zorgvuldig opgestelde processen en procedures waarin deze risico's zijn geadresseerd en worden gemonitord.
- Operationele risico's: het niet kunnen vinden van de juiste talenten en experts en deze binnen de organisatie houden. Er wordt actief gestuurd op recruitment en aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden worden aangeboden. Met teamleden wordt actief gesproken over perspectief, ontwikkeling en cultuur.
- Privaatrechtelijk
Vereniging Nederlandse Gemeenten
(Bedragen x €1.000)Vereniging Nederlandse GemeentenRechtsvorm:Vereniging
Oprichtings-/publicatiedatum:28-2-1912Vestigingsplaats:Den HaagToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Vereniging van Nederlandse Gemeenten zijn de 342 gemeenten (per 1-1-2023) samen, ondersteund door de VNG-organisatie. De VNG heeft als doel om de lokale overheid te versterken en de lokale democratie te vitaliseren. De gemeenten werken, via de VNG, met elkaar aan maatschappelijke opgaven.
Bestuurlijk belangZaanstad heeft 75 stemmen in de Algemene Ledenvergadering. Elke gemeente die lid is van de vereniging, brengt door tussenkomst van haar vertegenwoordiger zoveel stemmen uit als het aantal veelvouden van één duizend (1.000) inwoners dat de bevolking van de door haar gerepresenteerde gemeente telt, met dien verstande dat zij tenminste één en ten hoogste vijfenzeventig (75) stemmen uitbrengt.
Stemverhouding:Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Op 18 juni 2025 stemde de Algemene Ledenvergadering (ALV) in met de VNG resolutie VNG-inzet Tweede Kamerverkiezingen. DE VNG maakt met de resolutie de politieke partijen duidelijk op welke punten gemeenten het nodig achten om oplossingen en perspectief te bieden.
De resolutie benoemt als onderwerpen waarop gemeenten kunnen bijdragen aan oplossingen met perspectief:
- Bestaanszekerheid
- Migratie
- Wonen en stikstof
- Energie en klimaat
- Zorg en jeugdzorg
- Weerbaarheid en digitale veiligheid
- Kwaliteit openbaar bestuur
Gemeenten kunnen en willen met deze oplossingen daadkrachtig en voortvarend aan de slag door het initiatief te nemen voor onze inwoners en samen te werken met andere partijen. Dat kan alleen met voldoende financiële slagkracht. Het VNG-bestuur blijft zich onverminderd inspannen voor de randvoorwaarde om te kunnen investeren in het publieke domein: voldoende structurele middelen in het Gemeentefonds. Hierbij is het cruciaal dat er een afspraak komt met het nieuwe kabinet om de balans tussen taken en middelen van gemeenten zoveel als mogelijk te herstellen en te borgen.
Op de ALV van 18 juni 2025 is verder o.a. gesproken e/o besloten over:
- Jaarverslag 2024
- Contributievoorstel VNG 2026
- Kadernota 2026
- Oprichting VNG Risicobeheerfonds
- Collectieve digitalisering
Financiële positie
Jaarrekening 2024
Het jaar 2024 bracht in financieel-economisch opzicht geen grote schokken. Het bedrijfsresultaat is weliswaar een rood cijfer, maar beter dan begroot. Het bedrijfsresultaat is uitgekomen op € 3,396 miljoen negatief, € 1,665 miljoen boven de raming. Het werken met een negatief resultaat is conform de afspraak met de gemeenten om gefaseerd het eigen vermogen in te zetten. Zolang de kosten niet 100% worden gedekt uit contributie, wordt het begrotingstekort gefinancierd uit het vermogen. Het rendement op de beleggingsportefeuille was 7%. De VNG-bedrijven hadden gezamenlijk een positief resultaat. Het financieel resultaat is gunstig beïnvloed doordat de organisatie meer nieuwe, extern gefinancierde projecten opzette.
Contributie 2026
Tijdens de ALV 2018 hebben de leden ingestemd met de uitgangspunten voor de meerjarige ontwikkeling van de contributie. Daarbij is afgesproken om de VNG-begroting weer in evenwicht te brengen door een combinatie van geleidelijke contributieverhoging en het inzetten van het vermogen van de VNG. Binnen dit uitgangspunt beweegt de contributie op basis van twee componenten:
- Compensatie voor de loon- en prijsontwikkeling op basis van CPB-indexcijfers
- 1,0% voor de groei naar volledige dekking van de kosten van de kernorganisatie van de VNG
- vanuit de contributie.
Voor 2026 betekent dit een verhoging van de bijdrage met 2,1%. De ingroei van 1% neemt de VNG zelf voor haar rekening.
Risico’s en beheersmaatregelen
- Projecten namens derden worden mede uitgevoerd door medewerkers met een vaste aanstelling. Risico bij het wegvallen van projecten is dat er onvoldoende dekking is voor de salarislasten en eventueel kosten voor afvloeiing van projectmedewerkers. Om de risico’s te beheersen worden alleen die projecten begroot die zeker zullen worden gerealiseerd. Voorts wordt voor de uitvoering van projecten zo veel mogelijk gewerkt met personeel dat flexibel over de projecten ingezet kan worden.
- Risico van een fictief dienstverband bij inhuur. Risicobeheersing vindt hier plaats door vooraf de opdrachtformulering helder en duidelijk neer te zetten en te toetsen. Inkoop Service Desk ondersteunt en bewaakt het inkoopproces.
- Risico dat achteraf het subsidiebedrag naar beneden wordt bijgesteld als de Vereniging niet aan de subsidievoorwaarden heeft voldaan, terwijl de lasten wel zijn gemaakt. Dit risico wordt onder meer beperkt door periodiek te monitoren of de gemaakte lasten binnen het toegekende budget vallen en een strikt tijdschrijfbeleid te handhaven zodat projecturen na afloop te verantwoorden zijn.
- Als indirect 100% aandeelhouder deelt de Vereniging in de resultaatseffecten als gevolg van de ondernemingsrisico’s van de deelnemingen. Mitigeren van het risico door sinds 2019 het resultaat van de deelnemingen niet meer mee te nemen in de begroting.
- Koersrisico over het belegd vermogen. Het risico op een negatief effect op het vermogen wordt beperkt door het aanbrengen van spreiding in de portefeuille. Er is gekozen voor een middellange beleggingsstrategie. Door het hanteren van een herwaarderingsreserve worden ongerealiseerde koersresultaten niet in het resultaat betrokken.
- VNG is eigen risicodrager voor de WW- en Bovenwettelijk WW rechten van de oud-medewerkers. Voor alle opgebouwde rechten wordt op het moment dat het recht zich voordoet een voorziening gevormd. Om eventuele opbouw van nieuwe rechten te beperken, werkt VNG voor een deel met tijdelijke contracten, indien het om tijdelijk werk en een tijdelijke financiering gaat.
- Privaatrechtelijk
Warmtenetwerk Zaanstad (WNZ)
(Bedragen x €1.000)Warmtenetwerk Zaanstad (WNZ)Rechtsvorm:BV
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2019Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet op gang brengen van de transitie naar een aardgasloze gebouwde omgeving. De legitimering van een overheidsinterventie op basis van marktfalen is hier van toepassing op de casus warmtenet in Zaandam-Oost. Het doel is (duurzame) warmtelevering aan (potentiële) afnemers van warmte mogelijk te maken. Op dit moment transporteert WNZ de warmte van de biomassacentrale naar afnemers in Zaandam Oost
Bestuurlijk belangWethouder Onclin vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Tuijn.
Gemeente Zaanstad is samen met Duurzame Energienetwerken Noord-Holland (DEN-NH) eigenaar van het Warmtenetwerk Zaanstad BV. Gemeente Zaanstad heeft een belang van 39% in de Aandelen (uitsluitend stemgerechtigd), alsmede een belang van 100% in de Aandelen C (stemrechtloos).
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 39,0%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
- In de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) van 12 mei 2025 zijn de volgende besluiten genomen:
- Het vaststellen van de jaarrekening 2024
- Het actualiseren van het meerjarenplan, met het oog op de doorontwikkeling van WNZ in relatie tot o.a. de Wet Collectieve Warmte (Wcw)
- De AvA maakt afspraken voor de RvC. De leden van de RvC worden in 2025 geworven.
- In voorbereiding op de komst van de Wcw, oriënteert WNZ zich op de ontwikkeling naar een integraal warmtebedrijf, waarin warmtebronnen, distributie en levering onder één entiteit plaatsvindt.
- De biomassacentrale, voorheen eigendom van Bioforte, is overgenomen door Essent. De leveringszekerheid van duurzame warmte is hierdoor beter gewaarborgd. Ook heeft Essent zich voorgenomen om de biomassacentrale uiteindelijk te vervangen door een warmtepompcentrale.
- In Zaandam Oost wordt een innovatieve warmtebron ontwikkeld, waarmee warmte van een kunstgrasveld wordt afgevangen en opgewerkt tot een temperatuur waarmee het zwembad en/of het warmtenet van warmte kunnen worden voorzien.
- WNZ zal in de 2de helft van 2025 voorstellen doen aan de AvA over het Annual Business Plan 2026, benoeming Raad van Commissarissen inclusief reglement en een wijziging van de statuten.
Financiële positie
Voorziening
De voorziening is gevormd bij de oprichting van WNZ voor de onrendabele top. Het niveau van de voorziening wordt gehandhaafd met de volgende overwegingen:
- De onrendabele top is nog steeds aanwezig
- De onderneming heeft sinds haar oprichting verliezen geleden
- De huidige businesscase nog niet positief
- Het Zaanse aandeel in het eigen vermogen van WNZ overstijgt de boekwaarde van ons aandeel in de jaarrekening van de gemeente.
- De opdracht tot doorontwikkeling van WNZ leidt pas later tot verandering van de financiële resultaten.
Jaarrekening 2024
De jaarrekening over 2024 is op 12 mei 2025 vastgesteld. Het verlies over het boekjaar 2024 bedroeg € 383.000,- en is in mindering gebracht op de algemene reserve.
Financiering van nieuwe ontwikkelingen
Bij het Annual Businessplan WNZ 2025 is inzicht gegeven in een investeringsbegroting waarin nieuwe ontwikkelingen in Zaandam Oost zijn verwerkt. Het verder uitwerken van een financieringsplan is vooruitgeschoven naar 2025. De financiering van nieuwe ontwikkelingen houdt verband met het aandelenbelang van de aandeelhouders en het aantrekken van vreemd vermogen. Daarnaast speelt de Wcw en de ontwikkeling van WNZ naar integraal warmtebedrijf een rol. Besloten is om het financieringsvraagstuk hiermee breder op te pakken en voor langere periode te bestendigen
Risicoprofiel
Het financieel belang is hoog. De gemeentelijke deelneming is onderhandeld op € 4,2 miljoen. Deze deelneming is op die basis nu gewaardeerd op € 1,9 miljoen. Gemeente Zaanstad heeft een voorziening getroffen voor het verschil van € 2,3 miljoen. Het risico dat de getroffen voorziening te klein blijkt (omdat de marktwaarde van de deelneming daalt) is opgenomen als risico voor het weerstandvermogen. De politieke en maatschappelijke betrokkenheid zijn groot: de activiteiten van Warmtenetwerk Zaanstad B.V. richten zich op het leveren van warmte aan inwoners. De gemeente participeert in het Warmtenetwerk Zaanstad B.V. vanuit het publieke belang en de maatschappelijke doelen die de gemeente wil realiseren.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico’s
- Achterblijven omzet
Ook in 2025 blijft de omzet achter op de begroting. De oorzaak hiervan is tweeledig. Nog steeds zijn geprognotiseerde aansluitingen niet gereedgekomen. Met name de oplevering van fase 2 van Oostzijderpark en het te realiseren zwembad vertegenwoordigen een flinke warmtevraag (16.000GJ) en een inkomstenderving van 106k€. Anderzijds is het stookgedrag van mensen sinds de energiecrisis veranderd en worden aangesloten gebouwen beter geïsoleerd. Hierdoor is in 2025 tot nu toe de omzet ca 15% lager dan begroot. - Opwarming klimaat
Door opwarming van het klimaat daalt de gemiddelde warmtevraag en daarmee dus ook de omzet.
- Publieke opinie rondom biomassa en gebrek aan alternatieven
De publieke opinie rond biomassa als warmtebron is nog steeds vrij negatief. Voor alternatieve warmtebronnen is meer elektriciteit nodig. De aansluitcapaciteit wordt nu nog beperkt door congestie op het elektriciteitsnet.
Beheersing
- WNZ heeft met het AvA besluit van 7 december 2023 extra capaciteit gekregen om de ontwikkeling van afzet te stimuleren. Door extra commerciële acties meer operationele kosten (vooruitlopend op extra afzet). Nieuwe afzetmogelijkheden voor het bestaande warmtenet zijn, buiten de reeds geplande uitbreidingen, beperkt. Wel ziet WNZ volop doorontwikkelmogelijkheden in Zaandam Oost, waarbij clusters van bestaande en nieuwe gebouwen kunnen worden aangesloten op een collectieve warmtevoorziening.
- Opwarming van het klimaat speelt zich af over een tijdsperiode die langer is dan wij hier beschouwen. Wel is duidelijk dat er 2% minder graaddagen zijn wanneer het gemiddeld aantal graaddagen van de afgelopen 3 jaar wordt vergeleken met de afgelopen 10 jaar. Als deze daling een op een wordt doorgezet naar omzetdaling, dan scheelt dat circa €10k op jaarniveau. Aanvullend zien we ook ander gedrag bij de afnemers. Het gevolg is een verdere daling van de afname.
- WNZ heeft twee ontwikkelaars actief om de ontwikkeling van collectieve warmte in Zaandam Oost te versnellen.
- Met de overname van de biomassacentrale in Zaandam Oost, heeft Essent de ambitie uitgesproken om deze centrale op termijn om te bouwen naar een warmtepompcentrale. Wanneer op termijn het netcongestieprobleem wordt opgeslot, kan deze warmtepompcentrale worden gerealiseerd. Samen met de warmtebron onder het sportveld Hoornseveld vormen dit belangrijke alternatieve warmtebronnen voor de stook van snoeihout. Het gebrek aan alternatieven leidt niet tot problemen met leveringszekerheid. De warmtelevering blijft met de hulpwarmtecentrales gegarandeerd.
- In 2025 zal een Raad van Commissarissen (RVC) worden geïnstalleerd, bestaande uit drie leden. Deze RVC houdt toezicht op het beleid, de strategie en de risicobeheersing van WNZ en staat de directie ter zijde met gevraagd en ongevraagd advies.
- In de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) van 12 mei 2025 zijn de volgende besluiten genomen:
- Privaatrechtelijk
Alliander N.V.
(Bedragen x €1.000)Alliander N.V.Rechtsvorm:Naamloze Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:1 juli 2009Vestigingsplaats:ArnhemToezichtsregime:middelOpenbaar belangNetbeheer en distribueren van elektriciteit en gas voor producenten en afnemers. Voor burgers en ondernemers is een goed werkend en betaalbaar distributienetwerk van gas en elektriciteit cruciaal. Alliander heeft een belangrijke rol in het mogelijk maken van verdere verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening.
Bestuurlijk belangWethouder Onclin vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Tuijn.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 0,9%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
In 2024 is de samenwerking met Liander versterkt. De gemeente heeft capaciteit vrijgemaakt om Liander te faciliteren in de verzwaring van het elektriciteitsnet binnen Zaanstad en om concrete knelpunten gezamenlijk op te lossen.
Alliander publiceerde in juli het halfjaarbericht 2025
In het eerste halfjaar van 2025 investeerde Alliander € 968 miljoen in het uitbreiden, verzwaren en onderhouden van gas- en elektriciteitsnetten. Dit is een stijging van 21% ten opzichte van dezelfde periode 2024. De investeringen bestaan uit o.a.:
- Ombouwen 1.248 transformatorhuisjes
- Aanleggen 1.312 kilometer kabel
- Vervangen van 74 kilometer aan gasleiding om het gasnet betrouwbaar en veilig te houden.
Ondanks deze groei blijft er meer nodig. Slimmer omgaan met energie om piekbelasting op het elektriciteitsnet te voorkomen, is daarvoor cruciaal. Niet alleen voor bedrijven, maar ook door huishoudens. Door het elektriciteitsnet efficiënter en slimmer te gebruiken, blijft energie ook in de toekomst voor iedereen toegankelijk en betaalbaar.
Financiële resultaten op een rij:
- Bedrijfsopbrengsten: € 1.725 miljoen (eerste halfjaar 2024: € 2.315 miljoen)
- Nettoresultaat zonder incidentele baten: € 127 miljoen (eerste halfjaar 2024: € 122 miljoen).
Het hele halfjaarbericht is na te lezen op de website van Alliander.
Op 16 april 2025 vond de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) plaats
De AvA besloot over o.a. de volgende punten:
- Jaarrekening over het boekjaar 2024
- Aanpassing van het dividendbeleid
- Overdracht van het hoogspanningsnet Randmeren aan Tennet
- Herbenoeming lid van de Raad van Commissarissen
Op de website van Alliander staat een terugblik op de AvA.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
Het jaar 2024 is voor Alliander financieel positief afgesloten. Het nettoresultaat bedraagt € 976 miljoen. In 2023 was dit € 267 miljoen. De reden voor het fors hogere resultaat is de verkoop van Kenter. In januari 2024 vond de aandelenoverdracht plaats. Het nettoresultaat exclusief Kenter bedraagt € 219 miljoen. Dit is € 141.000 lager dan begroot. Bij de Najaarsrapportage 2025 wordt dit verwerkt.
Alliander investeerde in 2024 bijna € 1,8 miljard in de aanleg van infrastructuur. Het investeringsniveau is afgelopen jaren flink toegenomen. Het investeringsvolume steeg van € 573 miljoen in 2017 naar ruim € 1,4 miljard in 2023.
De uitvoering van de daaraan verbonden projecten in 2024 liepen vertraging op. Complexiteit en de behoefte aan specialistische kennis spelen hier een rol.
Het personeelsbestand van Alliander groeide in 2024 naar circa 9.900 werknemers.
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico's
Alliander onderkent de volgende risico’s in de SWOT analyse:
- Cybercriminaliteit
- Onvoldoende langetermijnoriëntatie van wet- en regelgeving
- Krapte technische arbeidscapaciteit
- Schaarste in componenten en grondstoffen
- Lange termijn financierbaarheid
- Sterk groeiend werkpakket
Beheersmaatregelen
De hierboven benoemde risico’s worden door Alliander afgedekt met beheersmaatregelen. Vanwege het beperkte belang wordt voor gemeente Zaanstad de beheersmaatregelen beperkt tot:
- Annotaties van de agenda van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in het college van B&W
- Privaatrechtelijk
Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V.
(Bedragen x €1.000)Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V.Rechtsvorm:Besloten Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:6 oktober 2005Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet doel van Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V. (BKZ) is tweeledig:
- Het bevorderen van de volkshuisvesting overeenkomstig het beleid van de gemeente Zaanstad
- Het realiseren van kwalitatief hoogwaardige sociale koopwoningen in de gemeente Zaanstad; het via erfpacht beschikbaar stellen van deze woningen aan de gewenste doelgroep en het uitvoeren van een beleid teneinde deze woningen zoveel mogelijk voor de doelgroep te behoudenBestuurlijk belangGemeente Zaanstad is voor 100% eigenaar van de aandelen. Het voltallig college vertegenwoordigt de enige aandeelhouder gemeente Zaanstad.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 100%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen BKZ
In 2024 is een vergelijkbaar aantal tranches en gronden afgenomen als in 2023. Dit gebeurt nog steeds tegen hoge waarden. In een stijgende markt leidt dit tot hogere waarden bij verkochte tranches. Bij de verplichte opleggingen aan zittende bewoners ontstaat er echter regelmatig schuring tussen de financieringsmogelijkheid en het bedrag van de afnamefactuur. Hier heeft BKZ diverse mogelijkheden om dit zowel voor de bewoner als BKZ tot een goed resultaat te brengen. Voor 2025 verwacht BKZ ongeveer een gelijk aandeel in de afname van de tranches.
De ontwikkelingen voor de BKZ Starterswoningportefeuille zien er als volgt uit:
- In 2025/2026 worden 44 woningen in Kreekrijk en 30 woningen in Houthavenkade door BKZ verkocht.
- In de periode 2025-2028 wordt de start verkoop verwacht van ca. 160 woningen.
- In 2025 wordt besluitvorming verwacht voor een project met ca.30 BKZ Starterswoningen. Dit betreft een directe financiering in gronden en woningen. Deze gronden en woningen dienen als waarde onderpand voor de financiering.
- De 10 starterswoningen in Oostzijderpark zijn zonder aandeelhoudersbesluit aangekocht vanuit het eigen vermogen van BKZ. Als dit besluit is genomen (met terugwerkende kracht), kan de koppeling tussen de kredietfaciliteit Starterswoningen en de woningen worden hersteld.
In de periode 2023-2031 richten de gemeente en BKZ zich op het herstel van maximaal 200 bestaande woningen middels een VHF DFZ regeling. Vanaf 2026 zal de portefeuille daarom weer een iets grotere omvang hebben maar verwacht wordt dat uiteindelijk niet alle 200 VHF woningen gebruik zullen maken van het DFZ model. Het model wordt alleen ingezet indien de eigenaar geen financiering op de markt kan verkrijgen en het DFZ-model noodzakelijk is om tot een sluitende businesscase te komen per blok. In de zomer van 2025 is er een nieuwe een statutair directeur en een operationeel directeur bij BKZ in dienst, gekomen. Dit vloeit voort vanuit de aanscherping en controles van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. In september 2025 is er een nieuwe voorzitter benoemd in de RvC. Daarnaast wordt de werving opgestart voor nog een nieuw RvC lid. Ook is de honorering van de RvC aangepast.
Samen met de nieuwe directie pakt gemeente Zaanstad de aanbevelingen uit het governance rapport van bureau AEF op in 2025 en 2026. Deze governance zorgen voor een verbetering van de samenwerking en duidelijkheid over de rolinvulling van aandeelhouder, directie en RvC.
Risicoprofiel
Het zwaartepunt van de risico's van BKZ liggen op het politieke en financiële vlak. De doelstelling van BKZ is bijdragen aan de volkshuisvesting binnen de gemeente Zaanstad. Deze doelstelling heeft politiek de aandacht. Vanwege de rekening courant en de leningsovereenkomst, die BKZ heeft afgesloten met de gemeente Zaanstad voor BKZ traditioneel tot een maximumbedrag van respectievelijk 5,5 miljoen euro en voor de Garantieregelingen tot 31 miljoen, is het financieel belang groot te noemen. De gemeente heeft voor het duurzaam funderingsherstel een lening (kredietfaciliteit) verstrekt aan BKZ van € 30 miljoen om grond en tranches casco woning aan te kopen.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
- De jaarrekening 2024 BKZ Holding BV presenteert een positief resultaat na belasting van €674.912,-. Het resultaat is grotendeels gerealiseerd
- door de waarden van de gronden in het model erfpachtvariant die na 10 jaar niet door de bewoners zijn afgenomen,
- de waardestijgingen van de gronden en de gerealiseerde resultaten bij verkoop van tranches boven boekwaarde.
- Het saldo van de rekening courant BKZ Holding BV met gemeente Zaanstad bedraagt per ultimo 2024 ongeveer € 7,5 miljoen positief. (Dit bestaat uit het saldo van de GRZ BV van € 1,9 miljoen positief en de rekening courant van BKZ BV (traditioneel) van € 5,6 miljoen positief.)
- Het eigen vermogen van BKZ Holding BV bedraagt € 22, mln.
- Het positief resultaat (€ 674.912,-) over 2024 is als volgt bestemd:
- Toevoeging overige reserves € 308.204.
- Toevoeging herwaarderingsreserves € 366.708.
De jaarrekening 2024 is vastgesteld in de Ava op 3 juli 2025.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico's
- Het trancherisico op de opstal betreft een lange termijnrisico en hangt samen met de conjunctuur. Hierbij worden de tranches van de opstalwaarde) niet afgenomen door de kopers (en dus niet terugbetaald op korte termijn). Dit komt omdat er geen inkomensstijging plaatsvindt. Gevolg is dat pas bij (door)verkoop de resterende tranches worden gerealiseerd (afgelost). BKZ monitort dit. Het risico wordt vertaald in de kasstroom;
- Langetermijnrisico van waardevermindering van de grond in de toekomst. De grond wordt na 25 jaar geherwaardeerd;
- Hoogconjunctuur leidt tot positieve kasstroom door afname van tranches en grond. Dit risico wordt beperkt door de stijgende rente waardoor woningbezitters niet verhuizen. Echter hierdoor daalt het aantal BKZ woningen en beschikbaarheid van woningen voor de doelgroep;
- Uitvoering DFZ (VHF woningen) door tekort aangeleverde woningen. Gemeente Zaanstad is verantwoordelijk voor de aanlevering van de betreffende VHF woningen en deze worden nog beperkt aangeleverd. Op dit moment zet de gemeente zich in om meer woningen aan te leveren aan BKZ;
- Het afkopen van de schuld wordt momenteel met afbetalingsregeling binnen BKZ opgevangen. Het gaat om een combinatie van funderingsherstel en verduurzaming. De AFM staat dit momenteel nog toe, BKZ loopt het financiële risico, hierover wordt gerapporteerd in het directieverslag;
- Overgang van project - naar structurele organisatie kan leiden tot vertrek van personeel waardoor kennis verloren gaat. Verwachting van de RvC is dat de kennis snel weer wordt opgebouwd;
- Advies vier ogen principe voor hoge bedragen. Het bedrag waarvoor het vier ogen van toepassing is vaststellen;
- Doorbreken van procedures door management;
- Indien er verzoek tot dividend uitkeringen zou komen moet de gemeente scherp houden welke financiële verplichtingen BKZ heeft ten opzicht van de gemeente (kredietverstrekking) en de mate waarin het risicoprofiel dan verder toeneemt;
Beheersmaatregelen
- Jaarlijkse inkomenstoets bij kopers door BKZ;
- Periodieke kwartaalrapportages worden aan verantwoordelijke wethouders, college en raad verstrekt. Deze rapportages bevatten gegevens met betrekking tot aantal woningen, liquiditeit, prognoses cashflow, risico’s, etc.
- Overlegstructuur: 1 à 2 keer per maand overleg tussen ambtenaren en de directeur van BKZ; Governance regulier overleg 4 X per jaar (AEF rapport); Bij de nieuwe directie die start in juli 2025 wordt hier opvolging aan gegeven;
- Het betaalbaar houden van de koopwoningen van BKZ. Organiseren van de werkzaamheden van het _model BKZ Starterswoning waarbij BKZ woningen langer voor de doelgroep kan behouden. Verwachting is dat de komende 5 jaar er ca 200 woningen in dit model kunnen worden gerealiseerd. BKZ investeert in de grond en de woning
- Operationalisering van het herijkte VHF-DFZ model waarbij geld is gereserveerd voor renovatie en sloop-nieuwbouw in de periode 2022-2031 van maximaal 200 woningen. Voor investering in de grond en de woning is een lening afgesloten tussen gemeente en BKZ van € 30 miljoen;
- Gekeken wordt hoe het pallet van BKZ instrumenten de komende tijd weer kan worden ingezet voor het stimuleren van de woningbouw en de mogelijkheden die de Woningbouwimpuls subsidie biedt;
- Gemeente en BKZ zijn in overleg welke Starterswoningen projecten zullen worden aangeboden voor besluitvorming;
- Toetsing WNT norm van directie en RvC door accountant.
- Governance wordt opgepakt met de directie van BKZ en de gemeente. Verwachting dat dit in 2026 gereed is.
- Door het benoemen van 2 directeuren is continuïteit en kennis bij BKZ beter geborgd.
- Privaatrechtelijk
Bank Nederlandse Gemeenten
(Bedragen x €1.000)Bank Nederlandse GemeentenRechtsvorm:Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:23 december 1914Vestigingsplaats:Den HaagToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak.
Bestuurlijk belangWethouder Onclin vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Slegers. Zaanstad is niet vertegenwoordigd in de RvC.
Er is sprake van duale aansturing.
Stemverhouding: 0,07%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
In 2020 heeft BNG Bank haar strategie aangescherpt. Op basis van haar purpose ‘gedreven door maatschappelijke impact’ kiest de bank ervoor om zich exclusief te richten op de publieke sector. Daarbij ligt de focus op vier Sustainable Development Goals (SDG’s) waarmee de bank samen met publieke klanten het verschil wil maken:
- goede gezondheid en welzijn (SDG 3)
- kwaliteitsonderwijs (SDG 4)
- betaalbare duurzame energie (SDG 7)
- duurzame steden en gemeenschappen (SDG 11)
- klimaatactie (SDG 13).
BNG heeft op 14 november 2024 samen met ‘Coalition of the Willing’ de Handreiking Duurzaamheidsrapportage en -verantwoording voor lokale overheden uitgebracht. Deze coalitie bestaat uit 20 partijen waaronder: Gemeente Utrecht, BNG, PwC, Deloitte en De Vrije Universiteit Amsterdam. De Handreiking helpt lokale overheden te rapporteren over duurzaamheid en is gebaseerd op de Europese richtlijn ‘Corporate Sustainable Reporting Directive’ (CSRD)
BNG Bank streeft niet naar winstmaximalisatie, maar naar maatschappelijke impact en een redelijk rendement voor de aandeelhoudende overheden. De nettowinst over 2023 is uitgekomen op € 254 miljoen. Dat is € 46 mln. lager dan 2022. Specifieke oorzaken van de daling zijn de hogere bedrijfslasten en een lager resultaat financiële transacties. Het resultaat financiële transacties was in 2023 € 78 mln. negatief. In 2022 bedroeg dit resultaat € 113 mln. positief.
De omvang van nieuw verstrekte langlopende leningen bedraagt € 11,7 miljard. Een stijging van € 0,4miljard. ten opzichte van 2023. Vergeleken met vorig jaar is het provisieresultaat gestegen met € 4 mln. tot € 30 mln. Dit komt door een hogere solvabiliteit plichtige omzet. De totale langlopende kredietportefeuille is in 2024 met € 3,9 miljard gestegen tot € 93,1 miljard. BNG hanteert een doelstelling van 90% solvabiliteitsvrije uitzettingen in de totale kredietportefeuille. In 2024 is de doelstelling gehaald met 91,8%.
BNG hanteert een doelstelling van 90% solvabiliteitsvrije uitzettingen in de totale kredietportefeuille. In 2024 is de doelstelling gehaald met 91,8%.
Het financieringsbeleid van BNG Bank blijft onveranderd gericht op permanente toegang tot de geld- en kapitaalmarkt voor de gewenste looptijden en volumes tegen zo laag mogelijke kosten. De volatiliteit op de financiële markten zal dit jaar naar verwachting groot blijven.
De Europese Centrale bank (ECB) heeft bepaald dat BNG vanaf 1 januari 2025 een kapitaalreserve van 10% moet aanhouden. Dit betekent dat BNG voldoende geld moet hebben om eventuele financiële problemen op te vangen. De kapitaalpositie van BNG bank bleef onveranderd ten opzichte van het jaar hiervoor. Op ultimo 2024 had de BNG een Tier 1-ratio van 40%. Dit betekent dat de BNG ruim boven de vereiste van de ECB zit. Per 31 december 2024 bedroeg het eigen vermogen van BNG € 4,8 miljard .
Het dividend van de BNG wordt altijd verantwoord in het jaar dat de aandeelhoudersvergadering plaatsvindt. Het komt bij ons dus altijd een jaar later in de boeken als waar het betrekking op heeft. Het dividend vertoont de laatste jaren een vrij grillig verloop. Zoals blijkt uit deze tabel met het dividend over de afgelopen vijf jaar:
Dividend over het jaar (bedragen * € 1.000)
2020 2021 2022 2023 2024
€ 753 € 950 € 1.041 € 899 € 1.045
Tabel 1: Dividend over de afgelopen 5 jaar
Door een stijging in de winst heeft de BNG bank over 2024 (te verwerken in boekjaar 2025) het dividend vastgesteld op totaal € 140 mln. Voor ons komt dit uit op € 1,05 mln. Dit ligt € 0,15 mln. hoger dan de begroting verwachte dividend.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de BNG is middel.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
Het jaar 2024 is afgesloten met een positief saldo van € 294 mln. Het resultaat zal als volgt worden bestemd:
- 50 % wordt als dividend uitgekeerd, gecorrigeerd voor de uitkering op het additioneel Tier1-kapitaal (€ 140 mln.).
- Het restant van € 154 mln. wordt toegevoegd aan het eigen vermogen.
Het eigen vermogen bedraagt ultimo 2024 € 4,8 miljard op een balanstotaal van € 127,9 miljard.
Begroting 2026
Er zijn geen specifieke speerpunten. Momenteel hebben we € 0,9 mln. dividend geraamd. Gelet op de realisatie over 2024 kunnen we nagaan in hoeverre de meeropbrengst van € 0,15 mln. structureel is.
Risico’s en beheersmaatregelen
Het risico is dat het begrote dividend niet wordt gerealiseerd. Hiertoe volgen we de tussentijdse berichten en de jaarrekening van de BNG. We hebben er nauwelijks zelf invloed op vanwege het geringe belang van 0,07 %.
- Privaatrechtelijk
Vereniging Bedrijvenpark HoogTij
(Bedragen x €1.000)Vereniging Bedrijvenpark HoogTijRechtsvorm:Vereniging
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:HaarlemToezichtsregime:laagOpenbaar belangBevordering van het kwaliteitsniveau en de behartiging van de gezamenlijke belangen van de eigenaren van de gronden en gebouwen op bedrijventerrein HoogTij in Westzaan.
Bestuurlijk belangEr participeert niemand van het college in het bestuur van de vereniging. Ieder lid is bevoegd tot het uitbrengen van een zodanig aantal stemmen als overeenkomt met iedere vierkante meter grond in het bedrijvenpark waartoe het lid is gerechtigd is Het algemeen bestuur bestaat uit 4 leden.
De gemeente wordt als grondeigenaar en ontwikkelaar in de ledenvergadering vertegenwoordigd door een medewerker van de gemeente Zaanstad die is benoemd.
Stemverhouding: <1%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Zaanstad is van oudsher als grondeigenaar/ontwikkelaar lid van Vereniging Bedrijvenpark HoogTij (VBH). KG Parkmanagement geeft in opdracht van de gemeente (in de rol als eigenaar van openbare ruimte en ontwikkelaar van nog niet nog niet uitgegeven kavels) en de leden van de VBH (alle bedrijven op HoogTij) invulling aan het parkmanagement. De vereniging is verantwoordelijk voor een blijvende kwaliteit van de openbare ruimte en samenwerking op het terrein. Dit is van cruciaal belang voor een goed vestigingsklimaat, nu en in de toekomst. De vereniging is daarnaast het eerste aanspreekpunt voor de ondernemers op HoogTij en behartigt de collectieve belangen. Zaanstad heeft zich ingespannen en zal zich blijven inzetten om, samen met de grondeigenaren en ondernemers, de kwaliteit van het bedrijventerrein te behouden en te versterken. De rol van Zaanstad in de vereniging is afnemend, gezien de ontwikkeling dat steeds meer grond wordt uitgegeven. Uiteindelijk zal Zaanstad alleen als eigenaar van de openbare ruimte een opdrachtgeversrelatie houden met de vereniging/parkmanagementorganisatie.
Risicoprofiel
Het risico voor de gemeente bij de VBH is laag. Zaanstad is lid van de vereniging en betaalt de werkelijke kosten voor het beheer en onderhoud van nog niet uitgegeven kavels en de openbare ruimte op HoogTij. De organisatiegraad op HoogTij is hoog, alle bedrijven zijn lid van de vereniging. Het bestuur van de vereniging staat in samenhang met KG Parkmanagement in nauw contact met de bedrijven/leden, behartigt de belangen van de leden en voert structureel overleg met de gemeente over ontwikkelingen op HoogTij.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
Het jaar 2024 is afgesloten met een positief saldo van € 88.352,-. De vereniging is financieel zeer gezond. Teneinde niet vennootschapsbelastingplichtig te worden is er de afgelopen jaren sprake geweest van een korting op de lidmaatschapsgelden.
Begroting 2026
De begroting voor 2026 wordt eind 2025 besproken/vastgesteld in de ALV van de VBH.
Risico’s en beheersmaatregelen
Het risico voor de gemeente is laag, aangezien de bijdrage van de gemeente aan de VBH is gebaseerd op de werkelijke onderhoudskosten voor het beheer van nog niet uitgegeven bedrijfskavels en de openbare ruimte. Over de hiermee gepaard gaande kosten vindt structureel overleg plaats tussen de vereniging en de gemeente.
- Privaatrechtelijk
Dimpact
(Bedragen x €1.000)DimpactRechtsvorm:Coöperatie
Oprichtings-/publicatiedatum:lidmaatschap gestart in oktober 2020Vestigingsplaats:EnschedeToezichtsregime:laagOpenbaar belangBinnen de onafhankelijke coöperatie Dimpact werken 40 gemeenten samen. Zij co-creëren en leren van elkaar op het gebied van digitale innovatie van dienstverlening. Als lid van Dimpact kan Zaanstad (tegen betaling) gebruik maken van de producten die onder regie van Dimpact ontwikkeld zijn door de leden en evt externe partijen.
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad heeft één stem in de Algemene Ledenvergadering van Dimpact. Wethouder Van der Laan vertegenwoordigt de gemeente in de ledenvergadering
Stemverhouding: 1 van de 40 stemmenActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
- Strategische koers ‘Ons Dimpact Kompas, richting 2030’ is vastgesteld. De koers is gericht op vier pijlers: inwoners en bedrijven centraal, duurzame groei met actieve leden, versterken van de regierol, en landelijke belangenbehartiging.
- Bedrijfsplan 2026 is goedgekeurd, inclusief de bijbehorende begroting en investeringen in PodiumD.
- PodiumD vormt het fundament voor de digitale dienstverlening van de toekomst.
PodiumD is een modern, modulair en open source dienstverleningsplatform voor digitale gemeentelijke dienstverlening. Het platform bestaat uit verschillende producten (zoals formulieren, klantportalen, zaakafhandeling en meldingen) en is ontwikkeld volgens de landelijke Common Ground-principes.
Omdat leverancier Atos in 2026 stopt met eSuite, stappen de leden die dit pakket nog gebruiken over op PodiumD, dat vervangende functionaliteit biedt. Deze overgang is onderdeel van het programma Beyond23, dat zich richt op de migratie van eSuite naar PodiumD. Voor andere leden – waaronder Zaanstad – blijft PodiumD een keuze. - Innovatie en pilots: Zaanstad is actief betrokken bij innovatieve pilots zoals het Generiek Publicatieplatform-Woo (GGP-Woo) en experimenten met AI, waaronder een gemeentelijke chatbot. Het GGP-Woo is een gezamenlijk ontwikkelde voorziening waarmee gemeenten voldoen aan de Woo-publicatieplicht. Het platform maakt het mogelijk om geanonimiseerde documenten op uniforme wijze uit verschillende bronsystemen te publiceren, doorzoekbaar te maken en aan te bieden via een publieksportaal. De ontwikkeling sluit aan bij Common Ground en richt zich op open standaarden, informatieveiligheid en toegankelijkheid.
- De ledenbijdrage stijgt naar € 15.000 per jaar vanaf 2026 voor gemeenten zonder productafname, zoals Zaanstad. Alle leden, inclusief voormalige Beyond23-deelnemers, dragen vanaf 2026 bij aan de doorontwikkeling van PodiumD.
De verhoging van de ledenbijdrage wordt door Zaanstad gezien als een noodzakelijke investering in de toekomstbestendigheid van de digitale infrastructuur. - Functionele volwassenheid en strategische afweging: Zaanstad kijkt positief naar de ontwikkelingen binnen Dimpact en de potentie van PodiumD als toekomstbestendig platform voor digitale dienstverlening. Tegelijkertijd blijft de gemeente kritisch op de functionele volwassenheid van PodiumD en de mate waarin het platform aansluit bij de eigen behoeften.
Daarom organiseert Zaanstad in Q4 2025 een architectuursessie samen met Dimpact om inzicht te krijgen in de strategische kansen voor gezamenlijke ontwikkeling en/of afname van informatievoorziening.
Financiële positie
- Jaarverslag 2024 en jaarrekening zijn vastgesteld. Het negatieve resultaat van € 2.288.601 is ten laste gebracht van het eigen vermogen, dat daarmee is gedaald tot € 702.863 eind 2024. De verwachting is dat het eigen vermogen uiterlijk eind 2027 weer is aangevuld tot circa € 3,2 miljoen, conform de herijkte businesscase Beyond23.
- Financiering Beyond23 : Het eigen vermogen van Dimpact wordt tijdelijk ingezet voor de financiering van Beyond23. Dit heeft geleid tot een tijdelijke verlaging van het weerstandsvermogen. De verwachting is dat het weerstandsvermogen in 2027 weer op het gewenste niveau is.
- Begroting 2026: De totale omzet stijgt naar € 16,7 miljoen (+12%). De inkoopkosten nemen toe tot € 10,2 miljoen (+15%), vooral door investeringen in PodiumD en indexatie.
- Resultaat 2026: Begroot op € 650.536 positief, waarmee het eigen vermogen weer wordt aangevuld
Samenvatting financiële positie (bedragen x € 1.000)
2023 2024 2025 (begroot) 2026 (begroot)
Eigen vermogen 2.991 703 753 1.403
Omzet 16.301 14.951 14.981 16.727
Resultaat 244 -2.289 156 651
Ledenbijdrage
Zaanstad 6,9 6,9 6,9 15Risico’s en beheersmaatregelen
Complexiteit en onzekerheid doorontwikkeling Podium D
De uitrol en doorontwikkeling van PodiumD is omvangrijk en kent onzekerheden, onder meer door afhankelijkheid van externe ontwikkelpartners, veranderende wet- en regelgeving en de noodzaak tot integratie van diverse producten. Als beheersmaatregel werkt Dimpact met multidisciplinaire productteams en een kortcyclische ontwikkelaanpak (agile), waarbij leden via governance-structuren zoals de portfolioraad en architectuurraad actief betrokken zijn bij prioritering en besluitvorming. Daarnaast wordt jaarlijks in het bedrijfsplan geëvalueerd of de ontwikkelcapaciteit, financiering en planning nog aansluiten bij de ambities en risico’s.
Beperkt weerstandsvermogen
Door de tijdelijke inzet van eigen vermogen voor Beyond23 is het weerstandsvermogen in 2025 en 2026 lager dan de norm. Dit wordt door de ALV geaccepteerd, maar vraagt om blijvende aandacht. Dimpact houdt bij het herstel van het weerstandsvermogen nadrukkelijk rekening met de verwachte groei van de organisatie. Deze groei moet duurzaam verlopen, met een evenwichtige uitbreiding van het ledenbestand en een schaalbare inrichting van de organisatie. Als beheersmaatregel wordt jaarlijks in het bedrijfsplan geëvalueerd of aanvullende financiële maatregelen nodig zijn, zoals het verhogen van ledenbijdragen, het beperken van uitgaven of het aantrekken van aanvullende financiering (bijv. subsidies). Het doel is om het weerstandsvermogen uiterlijk in 2027 weer op norm te brengen.
Samenwerking ontwikkeling Generiek Publicatieplatform-Woo (GGP-Woo) en deelname AI-pilots
De financiële risico’s van onze samenwerkingsprojecten, GGP-WOO en AI-pilots, met Dimpact zijn zeer beperkt, doordat investeringen stapsgewijs en in samenwerking met andere gemeenten plaatsvinden. Daarbij worden risico’s zoals technische haalbaarheid en gebruiksvriendelijkheid vroegtijdig ondervangen door toetsing bij ICT-partners en het toepassen van herbruikbare open source gebruikersinterfaces.
Juridische structuur Dimpact als risicobeperkende factor
Dimpact is een coöperatieve vereniging U.A. (Uitgesloten van Aansprakelijkheid). Dit betekent dat de leden van de vereniging, waaronder Zaanstad, niet aansprakelijk zijn voor eventuele schulden van de coöperatie.
Deze juridische structuur is een beheersmaatregel en beperkt het financiële risico voor individuele leden en draagt bij aan het vertrouwen in gezamenlijke investeringen en samenwerkingsprojecten.
- Privaatrechtelijk
RON Achtersluispolder I B.V.
(Bedragen x €1.000)RON Achtersluispolder I B.V.Rechtsvorm:Besloten Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:20 december 2005Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe RON Achtersluispolder I is het uitvoeringsinstrument voor het (her)ontwikkelen van bedrijventerreinen in de Achtersluispolder.
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad is houder van 33 1/3% van de aandelen. Wethouder Onclin vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Slegers.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder. In het collegebesluitt 2021/24740 kiest het college ervoor om te kiezen voor een ambtelijke vertegenwoordiging in het bestuur. De samenwerking heeft een operationeel karakter. Mocht dit in de toekomst wijzigen dan wordt dit besluit herzien.
Aandelenkapitaal € 18.000
Stemverhouding: 33,33%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Bij de ontmanteling van de RON NV is de gemeente, op verzoek van de gemeenteraad, aandeelhouder geworden van Achtersluispolder I BV (een dochter van RON NV) om zeggenschap te houden over het Houtcentrum. De gemeente is 33 1/3 % aandeelhouder van RON Achtersluispolder I B.V. en het Havenbedrijf Amsterdam aandeelhouder van de overige 66 2/3% aandelen. Op de korte en middellange termijn wordt het Houtcentrum verhuurd aan verschillende bedrijven en het COA voor de opvang van asielzoekers.
Het gebied wordt aanhouden om de toekomstige ontsluiting mogelijk te maken, daarnaast dient het gebied ook om in te zetten op intensivering van bedrijventerreinen om daarmee ruimte te maken voor bedrijfsverplaatsingen. In 2024 is het Houtcentrum BV een verkenning gestart naar de mogelijkheden van gestapelde bedrijfsfuncties.
De gemeente Zaanstad en Port of Amsterdam NV zien als aandeelhouders van de RON Achtersluispolder I BV mogelijkheden en kansen om via deze deelneming gezamenlijk actief grondbeleid te voeren op de Zaanse bedrijventerreinen langs het Noordzeekanaal. B&W stemde voor de zomer in met een verkenning. In deze verkenning onderzoeken we of en onder welke voorwaarden de samenwerking kan plaatsvinden middels de RON ASP BV. We verwachten dat de verkenning begin 2026 afgerond zal zijn.
Uit ambtelijke verkenningen binnen de gemeente Zaanstad en Port of Amsterdam is gebleken dat de RON ASP I BV wellicht een goed instrument is om actief grondbeleid mee te realiseren. Dit aangezien bedrijfsverplaatsingen en het intensiveren van bedrijfskavels op dit moment niet door de markt worden opgepakt. In juli besloot B&W om een verkenning te starten samen met Port of Amsterdam. We verkennen hierin de haalbaarheid om de RON Achtersluispolder BV in te zetten voor actief grondbeleid.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
Het jaar 2024 is afgesloten met een positief saldo van € 026 mln. De bestemming van dit resultaat is door het toe te voegen aan de overige reserves die hierna € 2,5 mln. bedragen. De bezitting bestaat voornamelijk uit de deelneming (50,3%) in het Houtcentrum BV € 3 mln., welke gebaseerd is op de nettovermogenswaarde. Het Houtcentrum BV heeft een eigen vermogen van € 5,1 mln. op een balanstotaal van € 10,1 mln. De financiële positie is gelet op de solvabiliteit van 50% goed te noemen.
Begroting 2025
De RON Achtersluispolder I BV heeft geen begroting. RON Achtersluispolder I BV behoudt de deelneming in het Houtscentrum BV. Verder zijn er geen activiteiten gepland.
Risico’s en beheersmaatregelen
Het financiële risico bestaat uit het bedrag van € 0,2 mln., zijnde 33,33% van onze deelneming in het aandelenkapitaal van RON Achtersluispolder I BV, welke gewaardeerd is tegen de verkrijgingsprijs. En de uitgegeven geldlening € 0,25 mln. welke is opgenomen tegen de nominale waarde. Beheersmaatregel bestaat uit het jaarlijks beoordelen van de jaarrekening van RON Achtersluispolder I B.V. Gelet op de financiële positie van RON Achtersluispolder I BV is er geen aanleiding om een voorziening op te nemen omdat het eigenvermogen (ruim € 2,5 mln.) en ons aandeel hierin (33,33%) hoger is dan de verkrijgingsprijs.
RON Achtersluispolder I BV betreft een beheermaatschappij welke aandelen houdt in Houtcentrum BV (belang 50,3%). De waardering Houtcentrum BV heeft dus invloed op het risicoprofiel/ waardering van ons belang in RON Achtersluispolder I BV
- Privaatrechtelijk
NV HVC
(Bedragen x €1.000)NV HVCRechtsvorm:Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:2 januari 1991Vestigingsplaats:AlkmaarToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe HVC heeft als doel het zeker stellen dat tegen de laagste kosten en op verantwoorde wijze het Zaanse rest-, grof- en gft-afval wordt verwerkt.
Bestuurlijk belangDe gemeente Zaanstad heeft 265 aandelen in HVC op een totaal van 3.654 uitgegeven aandelen. Wethouder Onclin vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Tuijn.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 7,15% aandelen AActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Op 5 juni 2025 was de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA). De AvA besloot over de volgende onderwerpen:
Jaarverslag 2024
Met haar jaarverslag geeft HVC een uitgebreide toelichting op haar activiteiten en de jaarrekening geeft blijk van een financieel gezonde positie. De jaarrekening wordt onder ‘financiële positie’ verder toegelicht.
Ontwikkeling warmtesysteem Westland - realisatie geothermieproject Wippolderlaan
De toekomstige afname van warmte vanuit project Wippolderlaan is geborgd. Het project heeft in de vorm van leveringsopties op dit moment al meer afname gecontracteerd dan benodigd is voor een positieve business case. Naast de glastuinbouw wordt ook een aansluiting op de gebouwde omgeving gerealiseerd. In De Lier, nabij het geplande warmtenet, wordt een nieuwe woonwijk ontwikkeld genaamd Molensloot. Hier zullen circa 650 woningen worden aangesloten. De geraamde investering voor HVC in project Wippolderlaan bedraagt € 60 miljoen. Het voorliggende voorstel voor goedkeuring gaat van dit investeringsbedrag uit. Het is de bedoeling om na start warmteproductie projectfinanciering aan te trekken. Daarmee zal naar verwachting de benodigde financiële inbreng worden teruggebracht tot circa € 20 miljoen eigen vermogen.
Voordracht tot benoeming tot lid van de raad van commissarissen
In de Algemene Vergadering van 5 juni 2025 is een nieuw lid benoemd voor de RvC.
Dividendbeleid
Voor zover ruimte overblijft, zal deze benut worden voor het matigen van de tarieven.
Afval
HVC ondersteunt gemeenten om stappen te zetten naar een circulaire economie en volgt hierbij het uitvoeringsprogramma ‘Van Afval naar Grondstof (VANG)’. Het streven is om via het scheiden van schone stromen uit het restafval te komen tot preventie van afval/grondstoffen. Hiertoe zijn de volgende uit de Menukaart Afvalpreventie de volgende pijlers gekozen: voedselverspilling, wasbare luiers, delen en lenen, de ja-ja sticker en reparatie . Een andere pijler is recycling om te voorkomen dat waardevolle grondstoffen verloren gaan. Hiertoe is een hoogwaardig systeem van inzameling voor bron- en nascheiding vereist. Bronscheiding geldt voor PMD (laagbouw) gft-e, oud papier, textiel en glas . Daar waar inwoners, vanwege hun woonsituatie, denk hierbij aan hoogbouw, geen gelegenheid hebben voor bronscheiding is technische nascheiding voor de stromen metaal en verpakkingsmaterialen mogelijk via een sorteerinstallatie. Verbranding van restafval levert bodemas op die wordt bewerkt in een installatie waardoor ijzer, staal en non-ferro wordt gerecycled en als grondstof wordt vermarkt. Het residu van de bewerkte bodemas bestaat uit fosfaat. In samenwerking met meerdere partijen is er een pilot gestart voor fosfaat-terugwinning zodat deze schaarse grondstof niet via mijnbouw uit de natuur wordt gehaald. Naast deze innovatie zijn er initiatieven ontwikkeld voor het vervaardigen van natuurlijke plasticvervangers die volledig biologisch afbreekbaar zijn Een derde innovatie is de voorbereiding van een grootschalige CO2-afvanginstallatie voor bij de afvalenergiecentrale in Alkmaar.
Warmte
HVC is betrokken bij de verkenning naar mogelijke warmte oplossingen voor Krommenie. HVC profileert zich steeds meer als publiek warmtebedrijf en wil in samenwerking met de gemeente bijdragen aan een verkenning naar mogelijke aardgasvrije oplossingen voor het verwarmen van woningen in Krommenie.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de HVC is hoog (op basis van de methodiek). Dit wordt veroorzaakt door grote financiële belangen in de HVC van Gemeente Zaanstad via het aandeelhouderschap en onzekerheid over de ontwikkeling van de elektriciteitsprijs. Daarnaast participeert HVC in diverse consortia, waaronder het Windmolenpark. De publieke en maatschappelijke betrokkenheid bij HVC is hoog, (inzameling en) verwerking van grondstof en afval raakt de burger.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
Het nettoresultaat van HVC over 2024 bedraagt € 24,5 miljoen. Dit is € 10 miljoen minder dan in 2023. De belangrijkste reden hiervoor is de energieprijzen. Tevens zijn de dividendinkomsten (uit deelnemingen) substantieel lager dan in 2023. Dit is naar verwachting een timingverschil, omdat het uitkeren van dividend afhankelijk is van de cashpositie van de deelneming.
Net als in 2023 investeerde HVC opnieuw in warmtenetten, duurzame warmtebronnen en zonneparken. Ook investeerde HVC in een nieuwe installatie voor het drogen van slib. Gemeente Maassluis is als aandeelhouder in 2024 toegetreden. Hierdoor treedt verwatering op van het belang van gemeente Zaanstad (van 7,25 naar 7,15% in de Aandelen A).
Risico's en beheersmaatregelen
Risico’s
- Veiligheid, betrouwbaarheid en continuïteit van de installaties.
Incidenten (kunnen) leiden tot uitval, letsel en discontinuïteit van processen. Een adequaat onderhoudsprogramma is een randvoorwaarde voor veilige, betrouwbare installaties. Daarnaast is het uitgangspunt van HVC dat de installaties binnen de vigerende milieunormen presteren.
- Volatiliteit prijzen commodities, kostprijzen grondstof/transport en levering materieel
Na de extremen van 2022, zijn de energieprijzen weer enigszins gestabiliseerd. Toch blijven de risico's op veranderingen in energieprijzen gezien de geopolitieke omstandigheden hoog.
- Klimaatrisico
HVC is zich zeer bewust van de eigen rol in verduurzaming en klimaatverandering. In relatie tot de eigen doelen en ambities op die vlakken wordt vooral het element tijd als een bedreiging gezien.
- Financiële risico’s
Renterisico, prijsrisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico
Beheersmaatregelen
- Annotaties van de agenda van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in het college van B&W
- Ambtelijk overleg met verschillende klankbordgroepen (zowel financiële als beleidsmatige) met de overige aandeelhouders van HVC.
- De HVC informeert de aandeelhouders vooraf en achteraf over de AvA door middel van een vooruitblik en terugblik. Deze informatie wordt door het college actief gedeeld met de raad op het RIS
- Bij financieringsverplichtingen > € 10 mln. is een zienswijze van de raad verplicht
Overig
- Overig
Stichting Marketing Zaanstreek
(Bedragen x €1.000)Stichting Marketing ZaanstreekRechtsvorm:Stichting (op basis van quasi-inbesteding)
Oprichtings-/publicatiedatum:Oprichting 8 juli 2010, laatste statutenwijziging 26 juni 2024Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:laagOpenbaar belangCitymarketingdiensten worden ingezet om de positie en het ‘merk’ van de gemeente te versterken in het algemeen belang.
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad heeft geen zetel in het bestuur, maar verleent goedkeuring aan de Raad van Toezicht in de benoeming van de directeur-bestuurder, de leden van de Raad van Toezicht van de stichting worden direct door Zaanstad benoemd.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
2024 was een intensief jaar waarin de uitwerking van de nieuwe citymarketingopdracht centraal stond. In 2025 verlegt SMZ de focus grotendeels op haar kernactiviteiten.
De meerjarenstrategie wordt uitgevoerd volgens de uitgestippelde roadmap en diverse nieuwe projecten zijn opgepakt, waar de viering van Roze Zaterdag een belangrijk voorbeeld van is.
In 2025 heeft zowel de gemeente als SMZ stappen gezet met het verder inregelen van de processen in de organisatie. Zo zijn bijvoorbeeld de KPI’s vastgesteld, waarmee de voortgang en effectiviteit van de uitvoering meetbaar wordt gemaakt. De bronnen en systemen om deze KPI’s te monitoren, worden dit jaar ingericht.
De focus ligt dit jaar op het versterken van verbindingen en het samenbrengen van belanghebbenden, om zo een structurele samenwerking te realiseren die initiatieven op economisch, gastvrijheids- en cultuurgebied mogelijk maakt.
In het meerjarenplan van de stichting staat dat de focus komende jaren ligt op:
- Promotie van evenementen en activiteiten in samenwerking met lokale partners.
- Fysiek gastheerschap, zoals informatiepunten en bezoekersbegeleiding.
- Beeldbepalende projecten die bijdragen aan de identiteit van Zaanstad.
- Samenwerking met ondernemers en instellingen in de regio én met partners in de Metropoolregio Amsterdam
Governance
- Er is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten voor onbepaalde tijd (2024/8599079).
- De directeur-bestuurder wordt benoemd door de RvT na goedkeuring van de gemeente.
- De directeur-bestuurder is eindverantwoordelijk voor de prestaties van de stichting en voor de uitvoering van de opdracht zoals verstrekt door de gemeente Zaanstad. De directeur-bestuurder is eerste aanspreekpunt voor de gemeente en de Raad van Toezicht.
- Gemeente Zaanstad benoemt de leden van de Raad van Toezicht van de stichting.
- De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op de besturing van de organisatie van de stichting. Onder het houden van toezicht vallen bijvoorbeeld het goedkeuren van besluiten van het bestuur alsmede het monitoren van het functioneren van het bestuur.
- De strategische visie wordt conform de Statuten ter goedkeuring aan de Gemeente Zaanstad voorgelegd. Na de goedkeuring van Gemeente Zaanstad, stelt de Raad van Toezicht de Strategische visie en (meerjaren) begroting overeenkomstig vast.
- Voorgangsgesprekken Zaanstad – stichting:
- Er is een governance structuur afgesproken. 2-3 keer per jaar is er een bestuurlijk overleg met ambtenaren en wethouder waar de directeur en RvT rapporteert over de jaarrekening of tussentijdse rapportages, bereik en effect van campagnes en activiteiten, tevredenheidsonderzoeken en reputatiemetingen. Waar nodig wordt tussentijds bijgestuurd op de opdracht.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel is laag met een minimaal toezichtsarrangement.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
De controleverklaring is door de accountant op (nog in te vullen) afgegeven. Het resultaat over 2024 bedraagt € -37.769 en is veroorzaakt door tegenvallende partnerinkomsten en door de verduurzaming van het personeelsbestand. Het negatieve resultaat wordt verrekend met de organisatie-ontwikkelingsreserves van de organisatie.
De jaarrekening is vastgesteld door het bestuur op 2 juni 2025.
Begroting 2026
De begroting 2026 en het bijbehorende activiteitenplan is goedgekeurd door de portefeuillehouder op 19 juni 2025. De begroting is gebaseerd op de uitwerking zoals opgenomen in de businesscase. Het activiteitenplan 2026 wordt eind 2025 opgeleverd en vastgesteld.
Risico's en beheermaatregelen
Risico’s
- Te beperkte inzichtelijkheid in de toegevoegde waarde van SMZ.
- Overschrijding van de bovengrens van 20% externe baten waardoor de voorwaarden van quasi-inbesteding worden geschonden.
- Toename financiële druk bij de gemeente doordat partners afhaken.
- De Zaanstore ziet de stijging van inkoopkosten en het (deels) verrekenen van deze stijging als risico op daling van omzet en marge.
- De omvang en diversiteit van de opdracht zorgen voor een hoge druk op de beschikbare personele capaciteit, wat risico’s oplevert voor de voortgang en kwaliteit van de uitvoering.
Beheersmaatregelen
- Het meten van de toegevoegde waarde met behulp van korte- en langetermijndoelstellingen en met behulp van duidelijke KPI’s.
- De directie van SMZ rapporteert periodiek over de bevinding voor de 80/20 verhouding.
- De directie van SMZ informeert de gemeente over nieuwe opdrachten.
- De directie van SMZ zet stevig in op samenwerking en stimuleert lokale initiatieven.
- Jaarronde monitoring van marges en omzet van de Zaanstore, meegenomen in periodiek rapportages.
- Vanaf 2025 wordt gestart met het werken met een productbegroting en het bijhouden van een urenregistratie ter voorbereiding op de definitieve invoering per 2026. Hiermee kan de gemeente beter kan sturen op de opdracht.
- Vanaf het begrotingsjaar 2025 geldt de verplichting dat SMZ een sluitende begroting dient op te stellen.
- Overig
Masterplan Noordzeekanaalgebied
(Bedragen x €1.000)Masterplan NoordzeekanaalgebiedRechtsvorm:Stichting
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:IJmuidenToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet op duurzame wijze versterken van de regionale economie in het Noordzeekanaalgebied door het benutten van de potentie van het regionale haven- en industrieel complex.
Bestuurlijk belangWethouder Onclin en wethouder Tuijn zijn beiden lid van het stichtingsbestuur
Stemverhouding: 17%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Via de stichting Masterplan Noordzeekanaalgebied werken gemeenten, provincie Noord Holland, het Rijk, havenbedrijven, partners uit het bedrijfsleven, netbeheerders en kennisinstellingen samen. Er wordt gewerkt aan de opgaven in de regio om het gebied aantrekkelijk te houden om te werken, te wonen en te recreëren.
Het Noordzeekanaalgebied is door het rijk eind 2021 aangewezen als een van de gebieden van nationaal belang en daarbij de NOVEX status verkreeg. In 2023 in opdracht van het Bestuursplatform NZKG de scope van de programmering verbreed ten opzichte van de oorspronkelijke programmering die was gebaseerd op de Visie NZKG 2040. Het Rijk en de regio hebben grote ambities met het Noordzeekanaalgebied. In 2024 is het Ontwikkelperspectief NZKG vastgesteld en wordt gewerkt aan een uitvoeringsprogramma voor het gebied.
Het programma Energietransitie NZKG is verder doorontwikkeld en in uitvoering. De gezamenlijke ambitie is om in 2050 te komen tot een bijna volledig CO2 neutrale en circulaire economie en hiertoe zijn sleutelprojecten benoemd en wordt gewerkt met versnellingstafels en een versnellingsloket.
In 2024 is bekend gemaakt dat het Noordzeekanaalgebied twee trances van 50 miljoen euro ontvangt in het kader van het programma Wind op Zee. Rijk, provincie en gemeenten hebben een bestuursovereenkomst getekend en gaan aan de slag met verschillende projecten die de leefkwaliteit in de regio verbeteren. Voor Zaanstad zijn er drie projecten die in aanmerking komen in de eerste trance met als doel om de openbare ruimte te verbeteren door vergroening en verduurzaming; de aanleg en openstelling van het Hembrugbos, toevoegen van bomen en groen op sportpark Poelenburg voor het flexwonen en de herinrichting bij pont Buitenhuizen aan de Zaanse kant. Voor de tweede trance zal Zaanstad een aantal projecten voordragen.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
Over 2023 heeft de stichting een positief resultaat van € 6.019 behaald, dit resultaat is toegevoegd aan de algemene vrije reserves. De algemene vrije reserves bedragen € 316.197 per 31 december 2023.
Begroting 2025
Vooralsnog is de begroting 2025 van de gemeente Zaanstad € 75.000 opgenomen, in de begroting van het Programmabureau NZKG wordt € 78.805 gevraagd. De beperkte verhoging van de bijdrage zal u bij de Voorjaarnota 2025-2028 worden voorgelegd.
Begroting voor 2025 is vastgesteld in het BO.
Governance
Het Stichtingsbestuur NZKG ziet toe op de bedrijfsvoering van het Programmabureau NZKG en is verantwoordelijk voor de jaarrekening. Het stichtingsbestuur stelt op voordracht van het Bestuursplatform NZKG de directie aan en besluit over de meerjarige begroting en het jaarplan. Het Bestuursplatform NZKG benoemt uit haar leden, de leden van het stichtingsbestuur. In het stichtingsbestuur zitten de wethouders van de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad. De gedeputeerde van de provincie Noord-Holland is voorzitter van het stichtingsbestuur.
Risico’s en beheersmaatregelen
Financieel gezien zijn er geen risico’s op dit moment. Wel is het de verwachting dat de algemene reserve sterk zal afnemen als gevolg van de toename van de kosten van het Programmasecretariaat (kosten voor detachering en inhuur). Dit zorgt ervoor dat de financiële positie er niet beter op wordt. Door structureel de bijdragen van de partners te verhogen kan worden voorkomen dat de algemene reserve verder afneemt.
- Overig
Stichting Jeugdteam Zaanstad
(Bedragen x €1.000)Stichting Jeugdteam ZaanstadRechtsvorm:Stichting
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2022Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet verlenen van jeugdhulp aan jeugdigen in Zaanstad, het beoordelen en doorverwijzen naar specialistische jeugdhulp en het voeren van regie op ondersteuningsplannen van gezinnen. Dit doet het jeugdteam door integraal samen te werken met de Sociale Wijkteams, het onderwijs, de huisartsen, specialistische aanbieders en andere partners in de wijken.
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad heeft geen zetel in het bestuur, maar benoemt wel de directeur-bestuurder en de leden van de Raad van Toezicht van de stichting.
Stemverhouding:Actualiteiten en risico'sGovernance
- Er is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten voor onbepaalde tijd (2022/14158).
- Gemeente Zaanstad benoemt de directeur-bestuurder van de stichting.
- De directeur-bestuurder is eindverantwoordelijk voor de prestaties van de stichting en voor de uitvoering van de opdracht zoals verstrekt door de gemeente Zaanstad. De directeur-bestuurder is eerste aanspreekpunt voor de gemeente en de Raad van Toezicht.
- Gemeente Zaanstad benoemt de leden van de Raad van Toezicht van de stichting.
- De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op de besturing van de organisatie van de stichting. Onder het houden van toezicht vallen bijvoorbeeld het goedkeuren van besluiten van het bestuur alsmede het monitoren van het functioneren van het bestuur.
- De strategische visie is conform de Statuten ter goedkeuring aan de Gemeente Zaanstad voorgelegd. Na de goedkeuring van de Gemeente Zaanstad, heeft de Raad van Toezicht de Strategische visie en (meerjaren) begroting overeenkomstig vastgesteld. De strategische visie heeft een looptijd van ongeveer drie jaar en is nu halverwege.
- Elk jaar bespreekt de directeur van de gemeente de jaarrekening en de begroting en jaarplan van het jaar erop en besluit hierop.
- Er is een governance structuur afgesproken. Elk kwartaal zijn er voortgangsgesprekken met de opgavemanager gezondheid waarin de managementrapportage wordt besproken, elke maand is er een operationeel overleg (teamleiders) met de gemeente en een ontwikkeloverleg (meer tactisch overleg over de ontwikkelingen). De overlegstructuur biedt de mogelijkheid om tijdig bij te sturen.
Ontwikkelingen
- De gemeenten geven uitvoering aan de Hervormingsagenda jeugd 2022-2028zoals is afgesproken met het rijk. De doelstelling is tweeledig: kwalitatief goede jeugdhulp voor de kinderen die het hardst nodig hebben en terugdringen van de kosten.
- De overeenkomsten met de Sociaal wijkteams lopen af en we sorteren voor op verregaande samenwerking rondom gezinnen. Het toekomstscenario jeugd- en gezinsbescherming is landelijk in voorbereidende fase, de verwachting nu is dat er een andere inrichting komt waarbij expertiseteams dichter tegen de jeugd- en wijkteams aan komt. In 2025 en 2026 is de experimenteerfase. De uitrol van de nieuwe werkwijze, wordt op zijn vroegst in 2027 verwacht.
- Het college heeft met de raad afgesproken periodiek over de voortgang van de jeugdhulp in Zaanstad te rapporteren via een voortgangsrapportage met een frequentie van tweemaal per jaar. De rapportages worden ter kennisname aangeboden. Met deze rapportage wordt een van de aanbevelingen van het rekenkameronderzoek Jeugdhulp in Zaanstad opgevolgd. In de voortgangsrapportage staat een update de aantallen jeugdigen in de jeugdhulp, de kostenontwikkeling, de besparende maatregelen en de lopende trajecten rondom jeugd. De laatste voortgangsrapportage is in september 2025 aangeboden.
- Personeel: er is vrij weinig verloop onder het personeel, wel wordt een toename van de werkdruk ervaren. Door een grotere toestroom van hulpvragen waarbij de formatie gelijk blijft neemt de werkdruk voor de medewerkers toe. Vanuit oogpunt van continuïteit wordt momenteel ingezet op vaste mensen voor een deel van de inhuur.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel is hoog. Het maatschappelijk belang is groot, het gaat om kwetsbare kinderen. De financiële bijdrage van de gemeente is aanzienlijk.
Financiële positie
Jaarrekening 2024
De jaarrekening van Stichting Jeugdteam is over 2024 uitgekomen op een financieel tekort van € 101.000. Op de totale omzet van € 11,5 mln. is dit een tekort van 0,9%. Het tekort is vooral het gevolg van hogere personeelskosten, wat weer wordt veroorzaakt door hogere kosten voor inhuur van personeel.
Het resultaat is verrekend met de Algemene Reserve van Stichting Jeugdteam. De Algemene Reserve van Stichting Jeugdteam bedraagt voorafgaand aan 2025 € 732.000. Het Eigen Vermogen van Stichting Jeugdteam mag maximaal 10% van de begroting in het daaropvolgende jaar zijn. Afgezet tegen de begroting 2025 van € 11,9 mln. mag het Eigen Vermogen maximaal € 1,19 mln. zijn. De buffer in het Eigen Vermogen stelt de stichting in staat om tegenvallers zelf op te vangen zodat ook strakker begroot kan worden.
Begroting 2026
De Begroting 2026 wordt in het najaar van 2025 vastgesteld. Uitgangspunt voor deze begroting is de begroting van 2025. Deze wordt vermeerderd met de afgesproken indexatie op basis van de Overheidsbijdrage in de Arbeidsontwikkeling (OVA). Dit komt voor 2026 (vooralsnog) uit op 5,2%.
Het vinden van personeel blijft lastig. Indien mogelijk wordt gebruik gemaakt van tijdelijk personeel. Het Jeugdteam heeft in de begroting voor 2025 de ambitie opgenomen om de kosten voor inhuur terug te brengen en hiervoor personeel in dienst voor aan te nemen.
Risico's en beheermaatregelen
- Rechtmatigheid: Uit controles die door de gemeente bij Stichting Jeugdteam zijn uitgevoerd, is gebleken dat Stichting Jeugdteam bepaalde inkopen (inhuur van personeel) Europees had moeten aanbesteden. Dit heeft geleid tot een onrechtmatigheid van € 420.000. Deze onrechtmatigheid heeft doorgewerkt in de Jaarrekening 2024 van de gemeente.
- Vanuit het risk control raamwerk opgesteld door KPMG zijn de belangrijkste risico’s een hoge werkdruk, het behouden en aantrekken van personeel en op het doelmatig en rechtmatig besteden van financiële middelen.
- Een belangrijke vervolgstap is het gezamenlijk met de stichting opstellen van een plan waarin risico's worden geprioriteerd en een roadmap wordt gecreëerd om mitigerende maatregelen te introduceren, evalueren en implementeren .
- In de begroting van Zaanstad zijn geen financiële risico’s opgenomen voor de stichting.
Beheersmaatregelen
- Rechtmatigheid: De gemeente gaat in overleg met Stichting Jeugdteam over het aanleveren van tussentijdse informatie over de gedane inkopen en de mogelijke financiële onrechtmatigheden daarvan. Ook is geadviseerd om de inhuurprocedure aan te passen om onrechtmatigheden op dit proces te voorkomen. Monitoring hiervan vindt gedurende 2025 plaats.
- Bij de Stichting worden verbijzonderde interne controles uitgevoerd. Aandachtspunten zijn welke gegevens vanuit privacyoogpunt in het dossier mogen worden opgenomen en hoe de prestatielevering op alle dossiers goed kan worden aangetoond.
- Het zaaksysteem Mens Centraal wordt opnieuw ingericht zodat aan alle registratie- en privacy eisen kan worden voldaan.
- Het vinden en behouden van goed gekwalificeerd personeel blijft een uitdaging. Trajecten kennen veelal een langere doorlooptijd. Vanuit stabiele continuïteit van zorglevering door dezelfde begeleider leidt dit tot een toename van wachtlijsten.
- Door de inrichting van de overlegstructuur tussen de stichting en de gemeente is tijdige bijsturing op FTE’s en kosten mogelijk.
- Zaanstad onderhoudt goed contact met directeur.
- Overig
Stichting Sportbedrijf Zaanstad
(Bedragen x €1.000)Stichting Sportbedrijf ZaanstadRechtsvorm:Stichting
geen bestuurlijke deelname
quasi inbesteding
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2015Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Sportbedrijf is verantwoordelijk voor de exploitatie van sporthallen, gymzalen en zwembaden en de uitvoering van sportstimuleringsactiviteiten en de impuls onderwijs, sport en cultuur. De opdracht van de gemeente Zaanstad aan het Sportbedrijf is vastgelegd in een exploitatieovereenkomst.
Bestuurlijk belangDe leden van de Raad van Toezicht worden door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad benoemd, geschorst en ontslagen.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
De huidige exploitatieovereenkomst loopt 5 jaar, van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2029.
De zwemlessen blijven onverminderd in trek, ook doordat kinderen via de Meedoen Regeling hun zwemdiploma A en B kunnen halen.
Naast de exploitatie van zwembaden, sporthallen en gymzalen biedt het sportbedrijf een variëteit aan sporten om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de behoefte van de inwoners. Hiermee geven zij invulling aan het sportbeleid van gemeente Zaanstad. Het Sportbedrijf heeft de coördinatie voor valpreventie op zich genomen en werkt steeds nauwer samen met de afdeling Openbare Orde en Veiligheid om groepen jongeren bezig te houden tijdens risicovolle momenten, bijvoorbeeld tijdens oud en nieuw.
Financiën
De Gemeente stelt jaarlijks een budget ter beschikking aan de Stichting ten behoeve van de exploitatie van de accommodaties en de uitvoering van de activiteiten (Exploitatiebijdrage). Jaarlijks stelt de stichting de begroting op voor het komende jaar binnen dit kader en legt deze voor ter goedkeuring aan de gemeente. Voor 2026 heeft het college een bezuiniging opgelegd van € 87.000 en deze is in de begroting 2026 door het Sportbedrijf verwerkt
Jaarrekening 2024
Het resultaat van de jaarrekening 2024 is voor toevoeging aan de reserves € 146.229 negatief en na toevoeging aan de reserves € 1.114.679 negatief. Dit tekort wordt gedekt uit het bij de Stichting opgebouwde Bestemmingsfonds Nog te besteden Exploitatie Sportbedrijf. Het tekort is ontstaan door een CAO stijging van 6,1% met ingang van 2025 en hogere kosten voor energie. De reserveringen bevatten daarom zo’n € 1,1 miljoen voor verduurzamingsmaatregelen in de zwembaden Crommenije en Zaangolf. Daarnaast is € 500.000 gereserveerd voor de inrichting van de horeca en kantoren in het nieuw te bouwen zwembad De Slag. De bouw daarvan is gestart. Het zwembad zal in 2027 in gebruik worden genomen.De reserve “nog te besteden exploitatie Sportbedrijf” daalt na de bestemmingen van ruim € 2,2 miljoen naar ruim € 1,1 miljoen.
De afrekening over de afgelopen 5 jaren komt daarmee uit op € 0. Zaanstad ontvangt geen geld terug, maar hoeft ook niet bij te betalen.
Begroting 2026
De exploitatiebijdrage wordt verhoogd met de 2,1% prijsindex die gemeente Zaanstad in de begroting 2026 heeft gehanteerd en de opgelegde bezuiniging van € 87.000 is verwerkt. Ook de CAO stijging van 6,6% met ingang van 1 januari 2026 is in de begroting verwerkt. De exploitatiebijdrage komt daarmee uit op € 5.963.186,- exclusief btw en het begrote tekort op € 220.010.
Doordat de prijsindexering die de gemeente toepast fors lager is dan de stijging van de loonkosten en met name de energielasten, wordt het voor Sportbedrijf lastig om een positieve exploitatie te realiseren. Het Sportbedrijf heeft nu een meerjarenbegroting opgesteld voor de jaren 2025 tot en met 2029, waarbij vanaf 2029 pas weer sprake zal zijn van een sluitende begroting. Daarnaast is in deze meerjarenplanning een belangrijk voorbehoud opgenomen ten aanzien van de vergoeding via de BTW SPUK. Doordat deze regeling gewijzigd is, bestaat de kans dat de definitieve uitkering lager is dan waar nu rekening mee gehouden wordt. De voorziene tekorten kunnen enige tijd door het Sportbedrijf zelf opgevangen worden, door inzet van de reserve “nog te besteden exploitatie Sportbedrijf”. Hoe dit doorwerkt op de lange termijn is beperkt in te schatten.
Risico’s en beheersmaatregelen
- Zwembadcapaciteit wordt niet volledig benut
Er is landelijk sprake van een groeiend tekort aan zwemdocenten, waardoor op veel plaatsen geen gebruik gemaakt kan worden van de volledige zwembadcapaciteit. Met als gevolg dat de inkomsten onder druk staan en de wachtlijsten toenemen. Dit is ook een risico voor Stichting Sportbedrijf Zaanstad. In 2025 heeft het Sportbedrijf de roosters in kunnen vullen waardoor dit risico niet is opgetreden. Het blijft echter een aandachtspunt.
- Vertraging oplevering nieuw zwembad De Slag
Het huidige zwembad De Slag is verouderd. Als de oplevering van het nieuwe zwembad vertraagt, moeten we langer gebruik maken van het huidige zwembad. Dit leidt tot extra onderhoudskosten omdat het pand in verouderde staat is
- Stijgende loonkosten en energielasten
De indexering van de gemeente Zaanstad is lager dan de werkelijke stijging van de loonkomsten en energielasten. Het Sportbedrijf kan dit nu nog opvangen, maar dit wordt steeds moeilijker. Zie ook de uitleg bij de begroting 2026.